Tuchtrecht

Frauderende accountant doorgehaald

De Accountantskamer heeft de inschrijving van een registeraccountant doorgehaald, nadat deze in 2011 is veroordeeld wegens belastingfraude.

Accountantskamer

Zaaknummers:
12/937 Wtra AK
Datum uitspraak:
25 februari 2013
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
doorhaling, termijn: 10 jaar
Status:
bevestigd, CBb, 30 januari 2014, AWB 13/171
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0352, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant wordt eind 2011 veroordeeld tot tweehonderd uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden. Hij heeft onjuiste loonbelastingaangiften gedaan, valse facturen opgemaakt en de Belastingdienst tegengewerkt bij het boekenonderzoek. De rechtbank legt een relatief milde straf op om de accountant een nieuwe kans te gunnen. De accountant gaat niet in hoger beroep.

De voorzitter van het NIVRA laat de registeraccountant weten dat hij een klacht wil indienen en vraagt de accountant om een reactie. In die reactie schrijft de accountant dat het om fiscale zaken gaat, die de fiscus zou hebben afgedaan met een administratieve boete als hij zich zou hebben neergelegd bij het oordeel van de Belastingdienst. Hij heeft de gevolgen van zijn niet-coöperatieve houding onderschat. Dat komt door een echtscheiding en het vertrek bij zijn toenmalige werkgever. De fouten betreffen alleen zijn eigen praktijkvennootschap, tegenover zijn klanten is hij niet nalatig geweest.

Anderhalf jaar na de veroordeling dient de voorzitter een klacht in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft met de veroordeelde gedragingen de eer van de stand der registeraccountants schade toegebracht en gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van ‘integriteit' en ‘professioneel gedrag'.

Oordeel

De klacht is volledig gegrond.

De accountant heeft zich op de zitting niet verweerd, maar de Accountantskamer beoordeelt wel zijn reactie aan de voorzitter van het NIVRA. De persoonlijke omstandigheden en de ontwikkelingen in de zakelijke sfeer die de accountant noemt "kunnen uiteraard geen rechtvaardiging vormen voor het plegen van strafbare feiten". Dat die feiten geen verband houden met accountantswerkzaamheden voor klanten is niet van belang. De tuchtrechtspraak omvat immers elk beroepsmatig handelen of nalaten van een registeraccountant, dus ook in zijn hoedanigheid van bestuurder/aandeelhouder van de eigen praktijkvennootschap. Daarbij komt dat artikel 22 lid 2 van de Wet tuchtrechtspraak accountants een ruime toepassing van het tuchtrecht beoogt als een accountant strafrechtelijk is veroordeeld voor een feit dat de werkzaamheden raakte die een accountant heeft uitgevoerd.

De handelingen van vóór 1 januari 2007 zijn inderdaad schadelijk voor de eer van de stand der registeraccountants; die van latere datum zijn in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en professioneel gedrag. Een redelijk en goed geïnformeerde derde die over alle relevante informatie beschikt, zal de handelingen van de accountant opvatten als schadelijk voor de goede naam van het accountantsberoep. Dat mag alleen al blijken uit het vonnis van de rechtbank, die overweegt dat de registeraccountant zijn voorbeeldfunctie niet heeft vervuld en met zijn handelen het blazoen van de beroepsgroep heeft bevlekt.

Maatregel

De accountant heeft het vertrouwen in de registeraccountants "op zeer ernstige wijze" geschaad en is al meermalen tuchtrechtelijk veroordeeld. De accountant heeft laten blijken dit vertrouwen zo onwaardig te zijn dat alleen een doorhaling in aanmerking komt. De termijn waarbinnen de accountant niet mag vragen om herinschrijving bepaalt de kamer op tien jaar.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.