Tuchtrecht

Niks mis met overstap naar controlecliënt II

De Raad van Tucht heeft de klacht van SOBI, over de overstap van de bestuursvoorzitter van een accountantskantoor naar een luchthaven terecht ongegrond verklaard.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 10/642
Datum uitspraak:
22 januari 2013
Oordeel:
beroep ongegrond, klacht ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2013:BZ4105

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een big four-kantoor controleert sinds 1988 de jaarrekening van een luchthaven. Op 29 mei 2008 wordt bekend dat de bestuursvoorzitter van de holding van het kantoor op 1 oktober 2008 zal toetreden tot de raad van bestuur van de luchthaven. In een persbericht van 2 juni 2008 zegt het kantoor "erg trots" te zijn op de benoeming.

De voorzitter beëindigt de relatie met het accountantskantoor op 30 september, treedt op 1 oktober 2008 toe tot de raad van bestuur van de luchthaven en wordt op 1 januari 2009 president-directeur. Het accountantskantoor blijft de jaarrekeningen van de luchthaven controleren.

De Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) dient een klacht in tegen de vertrokken bestuursvoorzitter en de controlerend accountant. Beiden hebben het accountantsberoep in diskrediet gebracht door onvoldoende maatregelen te nemen om de onafhankelijkheid van de controlerend accountant tegenover de controlecliënt te waarborgen. De bestuursvoorzitter heeft onvoldoende professionele distantie betracht ten opzichte van de luchthaven en niet de afkoelingsperiode van twee jaar in acht genomen alvorens over te stappen. Verder zou deze zich onderdanig tegenover de luchthaven hebben opgesteld door zichzelf in een persbericht te feliciteren met de benoeming.

De Raad van Tucht Amsterdam (R 673) verklaart de klachten tegen beide registeraccountants ongegrond. Er zijn voldoende maatregelen getroffen om de onafhankelijkheid te waarborgen en de bedreigingen van de professionele beginselen te pareren. De twee hebben geen regels overtreden, hebben geen inbreuk gemaakt op de eer van de stand van het accountantsberoep en het accountantsberoep evenmin in diskrediet gebracht.

Het persbericht getuigt volgens de raad niet van onderdanigheid. Alleen SOBI meent het persbericht zo te moeten lezen dat de bestuursvoorzitter zichzelf feliciteert met de benoeming dan wel wat feliciteren. De bestuursvoorzitter had dus geen aanleiding om zich van het persbericht te distantiëren.

SOBI gaat in beroep tegen de uitspraak.

Beroepsgronden

De Raad van Tucht heeft:

  • onvoldoende onderkend dat de holding alle aandelen in de accountantstak van het kantoor houdt en de bestuursvoorzitter van de holding dus een doorslaggevende, althans overwegende, invloed had op de beloning en het carrièreverloop van de controlerend accountant;
  • onvoldoende onderkend dat er "allerlei formele, juridisch getinte, schijnmanoeuvres" zijn uitgevoerd om de onafhankelijkheid van de controlerend accountant te "garanderen";
  • onvoldoende overwogen dat de onafhankelijkheid van de controlerend accountant voor het oog van de buitenwereld is aangetast door de overstap en ten onrechte nagelaten om te concluderen dat de onafhankelijkheid "in schijn" niet is gerespecteerd;
  • ten onrechte geconcludeerd dat de lezer van het persbericht niet uit het persbericht haalt dat de bestuursvoorzitter zich feliciteert dan wel laat feliciteren met zijn benoeming, terwijl die conclusie bij juiste lezing wel degelijk volgt uit het persbericht.

Oordeel

Het beroep wordt verworpen.

De Raad van Tucht heeft het toepasselijke normatieve kader op de juiste manier uitgelegd en op goede gronden geoordeeld dat de bestuursvoorzitter geen partner was die belast is "met een essentiële taak bij de uitvoering van de controleopdracht van de jaarrekening". De wachttijd van twee jaar is voor hem dus niet van toepassing en uit de onafhankelijkheidsvoorschriften valt geen algemene norm af te leiden dat die afkoelingsperiode bij elke overstap naar een controlecliënt geldt. Het college weegt mee dat de afkoelingsperiode de bewegingsvrijheid van de betrokkenen op de arbeidsmarkt ingrijpend beperkt. Met het oog op de rechtszekerheid en effectiviteit moet zo'n voorschrift nauwkeurig worden omschreven en bij de handhaving dus niet extensief worden uitgelegd.

Het college vindt dat de Raad van Tucht terecht heeft overwogen dat de oud-bestuursvoorzitter door de getroffen maatregelen om de onafhankelijkheid te waarborgen geen invloed had c.q. kon krijgen op de controlewerkzaamheden en de onafhankelijkheidspositie van de controlerend accountant en het accountantskantoor. SOBI heeft de bewering, dat er "allerlei formele, juridisch getinte, schijnmanoeuvres" zijn uitgevoerd om de onafhankelijkheid van de controlerend accountant zogenaamd te garanderen en dat de waarborgen voor de onafhankelijkheid in werkelijkheid onvoldoende zijn, niet deugdelijk onderbouwd.

Het college is het met de Raad van Tucht eens dat de twee accountants ook niet in het algemeen inbreuk hebben gemaakt op de eer van de stand door over te stappen naar de controlecliënt respectievelijk de controleactiviteiten voor die cliënt voort te zetten. Bij een overstap van een prominent persoon uit een grote accountantsorganisatie naar een controlecliënt is er het risico dat bij niet goed geïnformeerde derden de schijn ontstaat dat de overstapper en de controlerend accountant afbreuk doen aan de vereiste onafhankelijkheid. Volgens het college hebben de accountants echter voldoende gedaan om dit risico te pareren.

Bij deze stand van zaken treft de oud-bestuursvoorzitter geen tuchtrechtelijk verwijt dat hij besloten heeft over te stappen naar de luchthaven en de controlerend accountant niet dat hij zijn controleactiviteiten bij de luchthaven heeft voortgezet.

Evenmin tuchtrechtelijk verwijtbaar is dat de bestuursvoorzitter niet onmiddellijk ontslag heeft genomen nadat zijn overstap naar de luchthaven bekend werd gemaakt. Ook al heeft de Raad van Tucht heeft gezegd "dat dat laatste weliswaar wenselijker geweest zou zijn". En ook al heeft de Raad van Tucht ten overvloede overwogen dat nog andere dan de genomen maatregelen "aanbevelenswaardig" waren. "Het enkele feit dat iets altijd nog beter kan, maakt niet dat het gedane als - tuchtrechtelijk verwijtbaar - onvoldoende moet worden gekwalificeerd."

Net als de Raad van Tucht leest het college in het persbericht niet dat de bestuursvoorzitter zich onderdanig heeft gedragen tegenover de controlecliënt.

Al met al hebben de accountants het accountantsberoep inderdaad niet in diskrediet gebracht.

Maatregel

Geen.

Annotatie Hans Blokdijk (bij AWB 10/461 en AWB 10/642)

Het CBb maakt enkele interessante opmerkingen over de Nadere Voorschriften Onafhankelijkheid van de openbaar accountants, aangeduid als: NVO. Een voorschrift als in § 4.3.1, waarin een wachttijd van twee jaar wordt voorgeschreven voor de aanvaarding van een essentiële bestuursfunctie bij een OOB-controlecliënt beperkt de bewegingsvrijheid op de arbeidsmarkt ingrijpend. Dus dient de tuchtrechtelijke handhaving te geschieden naar de letter van het voorschrift en niet op basis van extensieve interpretatie.

Ook wijst het CBb in beide uitspraken op § 2 NVO, waarin staat dat het van essentieel belang is dat het publiek kennis heeft van en inzicht heeft in het beginsel van onafhankelijkheid en de daarvan afgeleide voorschriften. Het NIVRA heeft dus, althans op dit punt, de keuze gemaakt voor regelgeving die uitgaat van de noodzaak dat het publiek over de noodzakelijke kennis beschikt. Dat zal bij menig potentieel klager niet het geval zijn. Het tuchtrecht blijkt toch iets minder 'laagdrempelig' dan wel eens gedacht.

Meer informatie

Zie ook het nieuwsbericht over deze uitspraak.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.