BW en beroepsregels genegeerd
Een accountant-administratieconsulent lijkt het niet van belang te vinden dat hij de wetgeving en verordeningen naleeft. De Accountantskamer vindt een tijdelijke doorhaling daarom te licht.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/2336 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 30 september 2013
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- doorhaling met niet-herinschrijvingstermijn van 6 maanden en 1.300 euro boete, niet uitgevoerd
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2013:44
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Als de praktijk van een accountant-administratieconsulent wordt getoetst, blijken er verschillende onvolkomenheden te bestaan. Verbeteringen blijven uit. De voorzitter van de NOvAA dient een klacht in tegen de accountant.
Klacht
De accountant heeft:
a. onvoldoende PE-punten behaald, althans onvoldoende PE-punten geregistreerd;
b. gehandeld in strijd met het beginsel van objectiviteit, omdat hij zich onvoldoende bewust is geweest van de bedreiging die uitgaat van zowel gelden van cliënten administreren en beheren als accountantswerkzaamheden uitvoeren;
c. in zijn praktijk geen intern stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daarvoor gestelde normen.
Oordeel
De klacht is grotendeels gegrond.
De accountant heeft onvoldoende PE-punten behaald en de behaalde punten niet op de juiste wijze geregistreerd. De opgevoerde cursus op het gebied van bedrijfssoftware en automatisering zou onder bijzondere omstandigheden kunnen gelden als PE-waardige activiteit. Maar dan moet de accountant wel een toelichting geven en die ontbreekt in dit geval.
De accountant is dga van een holding die zeggenschap heeft over een vastgoedbeheer-bv. Deze bv administreert en beheert gelden van cliënten voor wie de accountantspraktijk ook werkzaamheden uitvoert. De voorzitter van de NOvAA ziet hierin bedreigingen van de objectiviteit.
De accountant voert echter aan dat - voor zover het accountantskantoor al werkzaamheden verricht voor cliënten van de vastgoedbeheer-bv - die werkzaamheden beperkt blijven tot het verzorgen van de aangifte IB door de fiscaal medewerker van het kantoor. De accountant zelf is er niet bij betrokken, zodat er sprake is van een strikt functionele en persoonlijke scheiding.
Gezien dit verweer meent de Accountantskamer dat de NOvAA-voorzitter niet aannemelijk heeft gemaakt dat de accountant heeft nagelaten de functiescheiding en objectiviteit te waarborgen. De accountant heeft echter verzuimd de bedreiging en de daartegen getroffen maatregelen vast te leggen, zodat klachtonderdeel b deels gegrond is.
Het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing schiet inderdaad tekort op het punt van:
- acceptatie en continuering van cliëntrelaties en opdrachten;
- uitvoering en documentatie van werkzaamheden;
- rapportering.
De accountant heeft niets vastgelegd over de voorwaarden waaronder hij opdrachten heeft geaccepteerd en gecontinueerd. De accountant heeft nagelaten de toetsers alsnog stukken te geven toen zij omissies in de dossiers constateerden. Verder heeft de accountant in twee samengestelde jaarstukken ten onrechte verwezen naar titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Die titel is namelijk niet van toepassing op eenmanszaken. De Accountantskamer vindt dit een essentiële fout.
Maatregel
Er zijn geen verzachtende omstandigheden voor het niet-naleven van de verordeningen en nadere voorschriften. Ook bij de behandeling van de zaak had het kantoor nog geen voldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing. De accountant vindt het stelsel daarentegen wel voldoende en wekt daarmee niet de indruk de regels van de beroepsgroep belangrijk te vinden. Gezien het tekort aan herhaalde PE-punten twijfelt de Accountantskamer ook aan de deskundigheid van de accountant.
De kamer vindt een doorhaling passend en geboden. Een tijdelijke doorhaling volstaat niet, omdat de inschrijving van de accountant zou kunnen herleven zonder dat het stelsel op orde is. De Accountantskamer bepaalt de termijn waarbinnen de accountant zich niet kan herinschrijven op zes maanden. Verder krijgt de accountant de standaardboete van 50 euro per gemist PE-punt, dat in dit geval neerkomt op een boete van 1.300 euro.
Naschrift
De accountant is tegen deze uitspraak in beroep gegaan, maar hangende de procedure overleden. Zijn advocaat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven laten weten dat hij het hoger beroep intrekt, voor zover dat nodig is. Het college heeft het lopende dossier gesloten.
De voorzitter van de Accountantskamer heeft daarna besloten dat de opgelegde maatregelen niet ten uitvoer zullen worden gelegd en niet zullen worden opgenomen in het register.