Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Bij de periodieke toetsing in oktober 2008 blijkt dat de praktijk van een AA niet voldoet aan de eisen. In november 2011 is het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing nog altijd onvoldoende. Zo blijkt niet dat de accountant de identiteit van zijn cliënten heeft vastgesteld en cliëntenonderzoeken heeft gedaan. Bij alle cliënten lijken de werkprogramma's hetzelfde. In één dossier is er sprake van een continuïteitsprobleem zonder dat de accountant dit heeft onderkend. In drie dossiers zijn sommige posten uit de balans en resultatenrekening onvoldoende onderbouwd. In twee dossiers zijn uittreksels van de Kamer van Koophandel gedateerd, terwijl in andere dossiers de besprekingsverslagen of andere vastleggingen ontbreken. Ook blijkt niet uit alle dossiers welke werkzaamheden de accountant heeft uitgevoerd.

De voorzitter van de NOvAA/NBA dient een klacht in.

Klacht

De accountant heeft zijn interne stelsel van kwaliteitsbeheersing niet op orde.

Oordeel

De klacht is gegrond.

De accountant verweert zich met het argument dat hij alle klanten persoonlijk kent en weet wat er bij hen gaande is. Na de hertoetsing heeft hij een aantal fouten hersteld en is hij bezig de praktijk te verbeteren met behulp van een extern adviseur. Maar dat neemt volgens de Accountantskamer niet weg dat hij in strijd heeft gehandeld met artikel 10 NVCOS 4410.

Daarbij komt dat de accountant bij een vennootschap onder firma en een stichting rapportages heeft uitgebracht waarin hij zegt dat de jaarstukken zijn opgesteld overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Die titel is in beginsel niet van toepassing op deze ondernemingsvormen en er blijkt nergens uit dat de accountant hierover afwijkende afspraken heeft gemaakt met de cliënt.

In alle getoetste dossiers zijn in de conceptjaarrekeningen samenstellingsverklaringen opgenomen, terwijl daarmee het risico ontstaat dat de conceptjaarrekening ten onrechte wordt gezien als een definitieve jaarrekening die hun accountant heeft samengesteld. Dat druist in tegen artikel 6 van de NVCOS 4410.

Het argument van de accountant dat de vragenlijsten van de toetsing niet zijn toegesneden op mkb-opdrachten veegt de Accountantskamer van tafel. In de vragenlijsten die de accountant heeft ingevuld zijn vragen opgenomen waaruit de aard en grootte van de praktijk van de getoetste accountant kunnen blijken. De toetsers hadden daar dus wel degelijk een algemene indruk van en uit niets blijkt dat de toetsers onvoldoende rekening hebben gehouden met het soort praktijk van de AA.

Maatregel

De Accountantskamer vindt een berisping passend en geboden. Daarbij is rekening gehouden met "de forse inspanningen" die de accountant nu doet om zijn stelsel van kwaliteitsbeheersing te verbeteren met behulp van een extern adviseur. Wel beveelt de Accountantskamer de NBA aan om de vinger aan de pols te houden en de accountantspraktijk eerder dan gebruikelijk te onderwerpen aan een hertoetsing.