Tuchtrecht

Deurwaarder beklaagt BFT accountant opnieuw vergeefs

Gedragingen van toezichthoudende accountants die in overeenstemming zijn met de Wet RA en de VGC kunnen geen aanleiding geven tot een gegronde tuchtklacht. Bovendien moeten klachten over de toezichthouder zo mogelijk worden aangevoerd bij de behandeling van de tuchtklacht die deze heeft ingediend tegen de klager.

Accountantskamer

Zaaknummers:
12/958 Wtra AK
Datum uitspraak:
20 december 2012
Oordeel:
niet-ontvankelijk
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0337

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een gerechtsdeurwaarder heeft volgens het Bureau Financieel Toezicht, dat belast is met het preventief financieel toezicht op gerechtsdeurwaarders, een negatieve bewaringspositie. Het BFT stelt verder vast dat de gerechtsdeurwaarder herhaaldelijk zijn financiële en administratieve verplichtingen niet nakomt.

Namens het bureau dienen drie registeraccountants een klacht in bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders bij de rechtbank Amsterdam. In december 2010 ontzet deze tuchtrechter de deurwaarder uit zijn ambt. Het Gerechtshof Amsterdam bekrachtigt deze beslissing in januari 2011.

De voormalig gerechtsdeurwaarder dient drie gelijkluidende klachten in tegen de drie BFT-accountants bij de Accountantskamer. Die verklaart de klachten ongegrond. De BFT-accountants hebben op een zorgvuldige wijze hun toezichthoudende taak uitgeoefend en daarbij niet in strijd gehandeld met bepalingen uit de Verordening Gedragscode.

De ontzette gerechtsdeurwaarder is tegen dit oordeel in beroep gegaan, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven had hierover eind 2012 nog geen uitspraak gedaan. De gerechtsdeurwaarder dient ook opnieuw een klacht in tegen één van de BFT-accountants. De klacht betreft nu niet zozeer het optreden in de tuchtprocedure, als wel de houding die de toezichthouder heeft ingenomen tegenover de waarnemer die benoemd was op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder.

Klacht

De accountant heeft:

I. onvoldoende toezicht gehouden nadat de waarnemend gerechtsdeurwaarder was benoemd;

II. zich door het voeren van de klachtprocedures tegen klager bevooroordeeld opgesteld en opzettelijk geen inhoudelijk onderzoek gedaan naar wat klager hem rapporteerde over het ‘wanbeheer' van de waarnemer;

III. evident met twee maten gemeten door geen boekenonderzoek bij de waarnemer te verrichten en de klachten over het beheer van de derdengelden niet te onderzoeken, terwijl hij bij klager boekenonderzoek heeft verricht en naar aanleiding daarvan een tuchtklacht heeft ingediend;

IV. ten onrechte geen objectieve rapportage van bevindingen opgesteld over de waarneming, terwijl uit een verslag van een gesprek tussen de accountant en de waarnemer blijkt dat de accountant geen enkele intentie had om de opmerkingen van de klager serieus te onderzoeken en het op de weg van de accountant had gelegen klager om commentaar te vragen op wat de waarnemer vertelde.

Oordeel

De klacht is niet-ontvankelijk. Gedragingen van toezichthoudende accountants die in overeenstemming zijn met de Wet RA en de VGC kunnen geen aanleiding geven tot een gegronde tuchtklacht. Bovendien had de deurwaarder de klachten al in de eerdere procedure aan de orde kunnen en moeten stellen.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.