Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent werkt vier dagen in de week in loondienst op een accountantskantoor en houdt daarnaast nog een eigen praktijk aan. In die praktijk worden bij de periodieke preventieve toetsing verschillende tekortkomingen vastgesteld. De accountant dient vervolgens geen verbeterplan in en reageert niet op allerlei aanmaningen van de Raad van Toezicht op de beroepsuitoefening van de NOvAA.

In de brief die de AA uiteindelijk stuurt in maart 2012 schrijft hij dat hij bezig is enige wijzigingen in de organisatie van de praktijk door te voeren en dat hij inmiddels een beroepsaansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten. De Raad ziet in deze mededeling geen verbeterplan en dient na enkele vergeefse sommaties een klacht in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft nagelaten:

a. een verbeterplan in te dienen;

b. voor de waarneming van zijn accountantspraktijk een adequate regeling te treffen, omdat een voorziening voor het geval van overlijden ontbreekt;

c. voor zijn accountantspraktijk (tijdig) een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.

Oordeel

De klacht is op alle onderdelen gegrond.

Ook al had de accountant in zijn eigen praktijk ten tijde van de rechtszitting nog maar één cliënt, hij had toch een verbeterplan moeten indienen en adequaat moeten reageren op de bevindingen en signalen van zijn beroepsorganisatie.

De accountant heeft eind november 2012 een op 7 november 2012 ondertekende waarnemingsovereenkomst toegezonden aan de Accountantskamer waarin een voorziening is opgenomen voor het geval hij overlijdt. Omdat die voorziening in ieder geval ontbrak in eerdere waarnemingsovereenkomsten is de klacht op dit punt gegrond.

De beroepsaansprakelijkheidsverzekering is weliswaar ingegaan op 1 mei 2011, maar dat houdt in dat hij zo'n verzekering nog niet had tijdens de toetsing.

Maatregel

De Accountantskamer vindt een doorhaling passend en geboden. De termijn waarbinnen de accountant niet mag vragen om herinschrijving bepaalt de kamer op twee maanden. De Accountantskamer houdt er rekening mee dat de accountant zich nadrukkelijk wenst te beraden of hij zijn praktijk wel wil voortzetten nu hij voor één cliënt veel kosten moet maken. Mocht de accountant zich opnieuw willen inschrijven dan kan de beroepsorganisatie kijken of hij inmiddels een verbeterplan heeft opgesteld en verbeteringen in zijn praktijk heeft doorgevoerd.