Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een AA en zijn kantoor stellen sinds enkele jaren de aangifte vennootschapsbelasting op voor een bv, met als bijlage de balans en de winst- en verliesrekening. Op 21 april 2011 stuurt een medewerkster van het kantoor een e-mail aan de klant, waarin deze wordt herinnerd aan het aflopen van de uitsteltermijn voor de aangifte vennootschapsbelasting 2009. "Dan komt er natuurlijk eerst nog wel een 10-dagen briefje, maar dat betekent toch dat we nog maar erg weinig tijd hebben om de aangifte in te dienen en eventueel boetes te voorkomen." Of de klant dus maar even wil aangeven wanneer het kantoor de stukken kan verwachten en meteen een voorschot wil betalen.

Op 3 mei krijgt het kantoor de opdracht om de genoemde aangifte daadwerkelijk te verzorgen.

Op 22 mei levert de klant de stukken voor de aangifte in bij het kantoor.

Op 24 mei krijgt de klant een aanmaning van de Belastingdienst om binnen tien werkdagen aangifte te doen. Op 5 juli volgt een nieuwe aanmaning. De klant stelt het accountantskantoor niet op de hoogte van deze aanmaningen.

Op 21 juni levert het kantoor een kopie van de aangifte vennootschapsbelasting aan bij de klant met een akkoordverklaring die de klant zo spoedig mogelijk ondertekend moet terugsturen, zodat het kantoor de aangifte kan indienen. De klant ondertekent de akkoordverklaring op 18 juli. Het kantoor dient de aangifte in op 21 juli.

De Belastingdienst legt de klant een verzuimboete op wegens het niet tijdig indienen van de aangifte. De klant maakt bezwaar tegen deze boete. De accountant verneemt telefonisch van de Belastingdienst dat de boete is c.q. zal worden geschrapt. Toch dient de klant een klacht in tegen de verantwoordelijke accountant.

Klacht

De accountant heeft:

• niet tijdig de aangifte vennootschapsbelasting 2009 ingediend, zodat de klant werd geconfronteerd met een verzuimboete;
• niet kosteloos willen meewerken aan het oplossen van het probleem en alleen een bezwaarschriftprocedure heeft willen voeren tegen betaling.

Oordeel

De klacht is ongegrond.

De Accountantskamer vindt dat de de klant te traag heeft gereageerd op de verzoeken van het accountantskantoor, dat hem tijdig heeft gewaarschuwd voor het risico van de verzuimboete. Het kantoor was niet op de hoogte van de aanmaningen van de Belastingdienst. Verder wachtte de klant erg lang met het ondertekenen van de aangifte.

De accountant heeft de klant in het e-mailbericht van 21 april 2011 gewaarschuwd en de klant twee maanden later gezegd dat hij de aangifte ondertekend moest retourneren. De zorgplicht van een accountant tegenover de cliënt ging in dit geval niet zover dat de accountant de klant nogmaals zou attenderen op het belang om die aangifte tijdig in te dienen.

De accountant kon ook niet eigenmachtig de aangifte indienen, zoals de klant meent. De klant had dat moeten weten omdat haar contactpersoon een advocaat is, die "ten volle geacht moet worden het belang te kennen van een termijn en van een machtiging om voor een ander te handelen".

De accountant hoefde daarom ook niet kosteloos mee te werken aan de bezwaarprocedure, zodat ook het tweede klachtonderdeel ongegrond is.

Maatregel

Geen.

Annotatie Jan Achten

De Accountantskamer is het met de accountant eens dat voor het inzenden van de belastingaangifte instemming van de cliënt nodig is. De Kamer laat meewegen dat de contactpersoon bij de cliënt zelf advocaat is en dus goed op de hoogte kan zijn.