Tuchtrecht

Berisping na nalaten hoor en wederhoor te zwaar

Een accountant moet er rekening mee houden dat het rapport van zijn persoonsgericht onderzoek toch aan derden wordt verstrekt, ook al bedingt hij van niet. Daarom moet hij hoor en wederhoor plegen. Maar om nu een berisping op te leggen als de accountant dat nalaat, vindt het College van Beroep voor het bedrijfsleven wat overdreven.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 10/843
Datum uitspraak:
24 juli 2012
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2012:BX5634

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De curator in het faillissement van Kesate Keukens Sanitair Tegels BV vraagt een registeraccountant om "de afwikkeling van Kesate offertes in de financiële administratie van Kesate of KST" te beoordelen. In 2009 brengt de accountant hem verslag uit in een intern memo, waarin de accountant de kwalificatie 'opmerkelijk' gebruikt. De curator brengt het memo in een civiele procedure in.

KST is samen met de holding van een dga eigenaar van Kesate. De holding, de dga en KST dienen een klacht in. De accountant heeft nagelaten de dga te horen en hem diens visie te laten geven. De Accountantskamer verklaart de klacht gegrond en legt een berisping op. De accountant gaat hiertegen in beroep.

Beroepsgronden

De Accountantskamer heeft ten onrechte:

  • aangenomen dat de Gedragsrichtlijn inzake persoonsgerichte accountantsonderzoeken van toepassing is;
  • een verkeerde betekenis gegeven aan de kwalificatie 'opmerkelijk' en geconcludeerd dat de accountant in het memo een eenzijdig en negatief beeld heeft geschetst;
  • gemeend dat de accountant er rekening mee had moeten houden dat het rapport gebruikt zou worden in een civiele procedure, terwijl de accountant daarvoor geen toestemming had gegeven.

Oordeel in beroep

Het beroep is gegrond voor wat betreft de opgelegde maatregel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vindt dat de Accountantskamer terecht heeft gezegd dat er sprake was van een persoonsgericht onderzoek. KST en zijn dga waren namelijk direct betrokken bij de afwikkeling van de door Kesate uitgebrachte offertes in de financiële administratie van Kesate of KST.

De accountant had al bij het aanvaarden van de opdracht kunnen voorzien dat zijn onderzoek onvermijdelijk de positie en het functioneren van KST en zijn dga zou raken. In ieder geval had hem dat tijdens het onderzoek duidelijk moeten worden, ook al beweert de accountant dat het onderzoek vooral gericht was op de bestuurder van Kesate.

Verder heeft de Accountantskamer terecht vastgesteld dat de accountant zich niet heeft beperkt tot een weergave van zijn feitelijke bevindingen. De kwalificatie 'opmerkelijk' is op zich zelf weliswaar neutraal, maar heeft in de context wel degelijk een negatief getinte betekenis. Het verweer dat de accountant de zienswijze van de klagende dga heeft weergegeven, snijdt geen hout. De accountant heeft die zienswijze namelijk overgenomen uit een schrijven van de advocaat van de dga. De weergave daarvan kan niet worden aangemerkt als het bieden van wederhoor.

Volgens de gedragsrichtlijn mag de accountant pas iets zeggen over het functioneren, handelen of nalaten van een onderzocht persoon nadat deze de gelegenheid heeft gehad tot wederhoor. De dga heeft echter geen gelegenheid gekregen om op wat voor manier dan ook te reageren op de onderzoeksbevindingen, noch om zijn kant van het verhaal over KST en de afwikkeling van offertes naar voren te brengen.

Het maakt niet uit dat de accountant in de opdrachtbevestiging heeft bedongen dat het rapport zonder zijn toestemming niet mocht worden verstrekt aan derden en dat het rapport uitsluitend voor de curator was bedoeld. Zo'n beding is volgens de gedragsrichtlijn verplicht en ontslaat de accountant niet van de verplichting om de betrokken dga te horen.

Maatregel

Hoewel het college het inhoudelijke oordeel van de Accountantskamer onderschrijft, ziet het onvoldoende reden voor een berisping. "Alle omstandigheden van dit geval in aanmerking nemende is het College van oordeel dat het opleggen van de tuchtrechtelijke maatregel van waarschuwing passend en geboden is."

Annotatie Hans Blokdijk

De accountant heeft miskend dat niet uit de tekst van de opdrachtbevestiging volgt of een onderzoek persoonsgericht is, maar uit de kans dat de positie van een persoon bij het onderzoek in het geding raakt. Daardoor heeft accountant ten onrechte geen wederhoor toegepast. Dat hij reeds in zijn opdrachtbevestiging beperkingen had verbonden aan de verspreiding van zijn rapport is irrelevant geacht. Terecht, omdat wederhoor dient om een deugdelijke grondslag te verkrijgen en de zwaarte van die eis niet varieert met de grootte van de kring waarbinnen een accountantsmededeling wordt verspreid.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.