Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant gaat werkzaamheden uitvoeren voor een ondernemer en verstuurt in december 2007 een opdrachtbevestiging. De ondernemer stuurt deze niet ondertekend terug. De accountant gaat niettemin aan de slag en laat de klant twee keer een voorschot betalen.

De accountant vraagt de ondernemer herhaaldelijk om nadere informatie. Als die informatie uitblijft, geeft de accountant in maart 2008 de opdracht terug, zonder opgaaf van redenen.

De ondernemer protesteert tegen de opzegging, maar de accountant reageert daar niet op. Dan dient de ondernemer een klacht in bij de Raad van Tucht. De raad verklaart de klacht gegrond en legt de accountant een schriftelijke berisping op. De accountant gaat in beroep.

Beroepsgronden

• Er is geen sprake van een opdracht, omdat de opdrachtbevestiging niet ondertekend is geretourneerd.
• Volgens de algemene voorwaarden van het kantoor kan de accountant de overeenkomst eenzijdig opzeggen zonder opgaaf van redenen.
• Omdat de klant ondanks de vele herhaalde verzoeken geen nadere informatie verstrekte, was opzegging zonder nadere redengeving gerechtvaardigd.
• De klant had na de opzegging extra kosten kunnen voorkomen als de opvolgend accountant contact had opgenomen met zijn voorganger.

Oordeel in beroep

Het beroep is ongegrond.

Er is volgens het college wel degelijk sprake van een opdracht. De accountant heeft zijn werkzaamheden immers voortgezet nadat de bevestiging van de opdracht uitbleef. Bovendien heeft hij daarvoor (voorschot)nota's verstuurd, die de klant ook heeft betaald.

Ook al is de opzegging in overeenstemming met de algemene voorwaarden - de rauwelijkse opzegging zonder opgaaf van redenen is toch niet netjes en niet in overeenstemming met de VGC.

Verder vindt het college dat de accountant de klant op zijn minst had moeten waarschuwen dat hij de opdracht zou opzeggen als de gevraagde informatie uitbleef en een redelijke termijn moeten geven om alsnog aan het verzoek te voldoen.

Verder vindt het college dat de accountant behoorlijk had moeten reageren op de protestbrtief van de klant en moeten aangeven waarom hij er de brui aan gaf.

Het argument dat de extra kosten van de opvolger vermeden hadden kunnen worden als die contact had opgenomen met zijn voorganger wuift het college weg. De accountant gaat hiermee namelijk voorbij aan zijn eigen laakbare gedrag.

Het college deelt ook het oordeel van de raad over de gebrekkige verantwoording van de bestede tijd en de tekortschietende specificatie van de declaratie. Volgens de opdrachtbevestiging moet de accountant de klant inzicht geven in de werkelijk bestede tijd en gespecificeerde facturen verstrekken.

Al met al vindt het college dat de Raad van Tucht de klacht terecht gegrond heeft verklaard.

Maatregel

Schriftelijke berisping.

Annotatie Hans Blokdijk

In het 'oude' tuchtrecht voor AA's heeft de tuchtrechter enkele malen uitgesproken dat de niet gemotiveerde opzegging van een opdracht met onmiddellijke ingang en zonder overleg in beginsel onzorgvuldig is. In het onderhavige geval gebruikt de tuchtrechter hiervoor de term 'rauwelijks', die duidelijk als een sterke vorm van afkeuring is bedoeld.

Ook maakt het College van Beroep voor het bedrijfsleven duidelijk dat 'algemene voorwaarden', ook al zijn zij tussen partijen overeengekomen, niet afdoen aan de gedrags- en beroepsregels die zijn vastgelegd in de VGC. Het kan zinvol zijn die 'algemene voorwaarden' hierop nog eens na te lezen!