Tuchtrecht

Hoor en wederhoor bij voortgangsrapportage

Na het onderzoek van een forensisch accountant klaagt een sleutelfiguur over gebrek aan hoor en wederhoor ten aanzien van een voortgangsrapportage. Die klacht wordt ook in beroep ongegrond verklaard, omdat de klager wel is gehoord voor het definitieve rapport en daarin ook inzage heeft gehad.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 09/1027
Datum uitspraak:
10 juli 2012
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2012:BX3432

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een forensisch registeraccountant stelt een onderzoek in en probeert daarvoor een medewerker te horen. Die houdt de boot echter herhaaldelijk af. Later blijkt het lastig om de medewerker te spreken omdat deze in voorarrest zit.

De medewerker klaagt bij de Raad van Tucht over een gebrek aan hoor en wederhoor. De raad verklaart de klacht ongegrond. De medewerker gaat in beroep.

Beroepsgronden

  • de Raad van Tucht is niet onafhankelijk en niet objectief geweest, omdat de raad is gehuisvest in het advocatenkantoor waaraan de raadsman van de accountant is verbonden. Ook de secretaris van de raad is aan dat kantoor verbonden;
  • de Raad van Tucht heeft een deel van de feiten en argumenten uit de klacht buiten beschouwing gelaten;
  • het hoor en wederhoor is onvoldoende geweest en niet alle stukken konden worden ingezien.

Oordeel in beroep

Het beroep is ongegrond.

De huisvesting heeft geen invloed op het oordeel van de raad en de secretaris heeft met dat oordeel inhoudelijk geen bemoeienis gehad. Omdat het College van Beroep voor het bedrijfsleven alle feiten en argumenten in beroep volledig beoordeelt, wordt het recht van de klager op een onafhankelijk en onpartijdig oordeel niet geschaad.

De Raad van Tucht kan zich in zijn oordeel bij de weergave van feiten en argumenten beperken tot die feiten en argumenten die de raad relevant vindt.

De accountant heeft zich verweerd door erop te wijzen dat de klacht een tussenrapportage betreft. Ook heeft de accountant aannemelijk gemaakt dat hij zich bij de tussenrapportage heeft gebaseerd op gegevens uit de administratie van zijn opdrachtgever, op open bronnen en op geprotocolleerde interviews.

Verder neemt het college van de accountant aan dat hij de klager niet meer heeft kunnen spreken. Aanvankelijk niet omdat de klager verzoeken daartoe herhaaldelijk afwees. Later omdat de klager in voorarrest zat.

Het college vindt het oordeel van de Raad van Tucht terecht, omdat de klager wel is gehoord voor het definitieve rapport, waarin hij ook inzage heeft gehad.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.