FIOD klaagt met succes over afgifte verklaring
Een AA heeft ten onrechte een samenstellingsverklaring afgegeven bij verschillende jaarrekeningen. De informatie waarover hij beschikte had aanleiding moeten zijn voor nader onderzoek.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 11/2262 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 13 juli 2012
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- waarschuwing
- Status:
- vernietigd, CBb 4 april 2014, AWB 12/857
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0288, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Bij de voorgenomen verkoop van een hotel wordt het hotelpand gewaardeerd op 6,75 miljoen. De waarde van de inventaris komt op een halve ton, het personeel, de lopende overeenkomsten, de naam en de goodwill samen op 2 ton. Ten behoeve van een financiering door de Rabobank stelt de toenmalige accountant prognoses op voor de jaren 2003/2004 en 2004/2005. Deze worden in 2003 aan de bank verstuurd. De bank ziet af van financiering en de koopovereenkomst wordt ontbonden.
Enkele maanden later volgt een nieuwe poging. Volgens de voorlopige koopovereenkomst betaalt de koper 6,2 miljoen voor het hotel. Namens de kopers vraagt een firmant van een accountantsadvieskantoor aan de verkoper de koopovereenkomst aan te passen overeenkomstig een advies dat de firmant heeft uitgebracht over de prijzen voor de verschillende onderdelen. In dat advies gaat de firmant - geen accountant - uit van 4,7 miljoen voor de onroerende zaken, 7,5 ton voor de roerende zaken en 7,5 ton voor de goodwill.
De firmant vraagt namens de kopers een financiering aan bij de Rabobank. Daarbij voegt hij onder meer de concept-jaarrekening over 2002. Volgens die jaarrekening bedraagt de aanschafwaarde van de inventaris 31.613 en de boekwaarde na afschrijving 3.996 euro.
Uit een notariële leveringsakte van 25 september 2003 blijkt dat de kopers 4,5 miljoen hebben betaald voor de registergoederen, een half miljoen voor de inventaris en 1,2 miljoen voor de goodwill. De accountant van het accountantsadvieskantoor verwerkt deze bedragen in de jaarrekeningen over 2003 tot en met 2007.
In 2006 voert de Belastingdienst een controle uit. In verband daarmee laten de kopers de registergoederen twee maal taxeren. In september 2008 besluit de Belastingdienst de accountant te horen als verdachte. Ook de andere firmant en de firma worden aangemerkt als verdachte.
De Belastingdienst/FIOD dient op 2 november 2011 een klacht in tegen de accountant bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountant heeft:
- onzorgvuldig en niet overeenkomstig de vakvoorschriften gehandeld door een samenstellingsverklaring af te geven bij de jaarrekeningen over 2003 tot en met 2007, terwijl hij wist dat de daarin opgenomen waarden van de inventaris en goodwill willekeurig en veel te hoog waren;
- onvoldoende werkzaamheden verricht om tot een deugdelijke grondslag voor deze verklaringen te komen.
Oordeel
De klacht is gegrond.
De Accountantskamer vindt de klacht niet-ontvankelijk voor zo ver het de jaarrekening over 2003 en de daarbij afgegeven samenstellingsverklaring betreft. De klacht hierover is te laat ingediend.
Dat de accountant van niets wist, gaat er bij de Accountantskamer niet in. In de - veel lagere - waarden van de inventaris en goodwill die in de jaarrekening 2002 stonden, had de accountant aanleiding moeten zien om nader onderzoek te doen en inlichtingen in te winnen bij de directie om de juistheid van de koopprijzen te verifiëren. In plaats daarvan heeft hij in de jaren daarna bij ieder boekjaar voortgebouwd op de veel te hoge waarden die in de jaarrekening van 2003 stonden, zonder vast te leggen wat voor overwegingen hij daarvoor had. Daardoor heeft de accountant de regels voor het samenstellen van de jaarrekening niet volledig nageleefd.
Maatregel
Waarschuwing. De Accountantskamer wijst nog op een onherroepelijke berisping die de accountant eerder is opgelegd wegens niet-integer gedrag. Maar omdat dit gedrag dateert van vóór 1998 houdt de kamer daarmee geen rekening in deze zaak.