Dossiervorming rond caféruzie niet op orde
Twee vrienden willen een café overnemen en vormen een vennootschap onder firma. De ene firmant draait op voor de oude schulden van de andere. De schoonvader van de gedupeerde klaagt zonder succes. De dossiervorming is weliswaar niet op orde. Maar daarover heeft schoonpa nu juist niet geklaagd.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 11/2271, 11/2272 en 11/2273 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 18 juni 2012
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0270, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0271, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0274
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Vriend D en vriend E willen een café nieuw leven inblazen. D exploiteert al een ander café. En tot 2006 exploiteerde hij ook een horeca-onderneming met zijn echtgenote, van wie hij in juli 2006 is gescheiden. Hij heeft nog zakelijke schulden uit deze onderneming.
De boedel van de twee ex-echtelieden is nog niet verdeeld als de vrienden dat café willen overnemen. De accountant van E adviseert de twee vrienden daarom dat de exploitatie van het café inclusief de activa en passiva bij de boedelverdeling worden toegedeeld aan D. Op die manier kan D de aanwezige onroerende zaken overnemen zonder overdrachtsbelasting te betalen. Daarna zullen deze zaken samen met de exploitatie van het andere café van D economisch worden ingebracht in de vennootschap onder firma die de twee vrienden zullen gaan vormen.
Nadat D niet in staat blijkt de afgesproken 30.000 euro in te brengen, worden de financieringsafspraken op voorstel van de accountant aangepast.
Als de vennootschap onder firma later de nota van het accountantskantoor niet betaalt en de incassoprocedure hierover verliest, laat het kantoor beslag leggen op de woning van vriend E en zijn echtgenote. Het echtpaar protesteert daartegen bij het accountantskantoor. De partijen worden het niet eens over de afwikkeling van de klacht en de betaling van de nota's. De adviseur van de familie van E eist niet alleen dat het accountantskantoor het dossier direct en volledig ter inzage geeft. Hij wil ook een bedrag van 60 mille om de lopende kosten te kunnen betalen en de schade zoveel mogelijk te kunnen beperken. De adviseur dreigt met een klacht bij de Accountantskamer en een verzoek aan de Autoriteit Financiële Markten om een onderzoek in te stellen als het kantoor niet voor 1 oktober 2011 voldoet aan het verzoek.
Op 1 november dient de schoonvader van D drie identieke klachten in tegen de compliance officer en twee andere AA's van het accountantskantoor.
Klacht
De accountants hebben:
- E en zijn echtgenote misleid, geïntimideerd en bedreigd;
- er ten onrechte op aangedrongen dat de vrienden kozen voor een vennootschap onder firma;
- er op aangedrongen dat E 'een behoorlijk bedrag' zou steken in de firma;
- erop aangedrongen dat E zou instaan voor oude schulden van D;
- actief bemiddeld in de verstrekken financieringen;
- erop aangedrongen dat E en zijn vrouw een hypotheek op hun huis namen voor (naar later bleek) oude schulden van D;
- wisten dat D bedrijfsopbrengsten op zijn privérekening stortte;
- zich beijverd om een mooi onderpand te krijgen in samenspraak met de bank, die helemaal geen geld heeft verstrekt maar alleen oude schulden van D heeft afgelost;
- E laten tekenen voor extra geld, terwijl het steeds ging om oude schulden van D;
- vanaf 2009 de aangiften btw niet verzorgd;
- vreemde stukken verstrekt toen E en zijn echtgenote vroegen naar jaarverslagen en andere stukken;
- nota's gestuurd, waarvan de nieuwe boekhouder betwijfelde of zij werkelijk voor de firma of D waren bestemd.
Oordeel
De klachten zijn alle drie ongegrond.
De compliance officer was alleen betrokken bij de afhandeling van de klacht die werd ingediend bij het kantoor. En over de afhandeling van de klacht wordt in de tuchtklacht niet gerept (11/2271 Wtra).
De twee andere accountants zijn niet geheel brandschoon (11/2272 Wtra en 11/2273 Wtra). Zij hebben geen van de besprekingen met de twee vrienden vastgelegd, terwijl zij op zijn minst de belangrijkste afspraken die tijdens de besprekingen zijn gemaakt hadden moeten vastleggen om zich later te kunnen verantwoorden. Datzelfde geldt voor de gegeven adviezen, waarbij de vastlegging overigens ook misverstanden en/of conflicten had kunnen voorkomen. Omdat hierover niet is geklaagd, levert het ontbreken van die vastlegging geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt op.
Dat de accountants niet objectief hebben gehandeld omdat D een cliënt bij hen was, heeft de klager onvoldoende aangetoond.
Al met al zijn alle klachtonderdelen over misleiding, intimidatie en bedreiging van E en zijn echtgenote ongegrond.
Maatregel
Geen.