Niet verantwoordelijk voor fout in FD
Als een accountant de pers te woord staat, is het verstandig dat hij zich goed voorbereidt en vraagt de tekst van het artikel voor publicatie in te mogen zien.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 11/1615 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 05 maart 2012
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- bevestigd, CBb 20 februari 2014, AWB 12/385
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0245, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een partner van een accountantskantoor raakt door een hernia volledig arbeidsongeschikt. In 2009 bepaalt de Rechtbank Utrecht dat de maatschapsovereenkomst in 2004 is geëindigd. In het vonnis wordt een memo aan de raad van bestuur van het kantoor weergegeven. Op grond van een onderzoek naar de urenverantwoording en facturering door de partner wordt in het memo geconcludeerd dat de 'geschreven' productie van de partner wezenlijk afwijkt van diens 'gefactureerde' productie. Ook twijfelt de raad van bestuur aan de zakelijkheid van bepaalde onkosten die wel waren geboekt op, maar niet waren gefactureerd aan zogenoemde 'fake'-klanten.
Op 22 mei 2009 publiceert Het Financieele Dagblad een artikel onder de kop dat het kantoor de partner bedrog verwijt. De bestuursvoorzitter van het kantoor zegt in het artikel dat de facturen die ten onrechte de deur uit zijn gegaan, zijn rechtgezet. "Geen enkele klant heeft betaald voor werk dat niet is verricht." Ook is er volgens de bestuursvoorzitter geen winstdeel teruggevorderd bij de partner, omdat de winstuitkering losstaat van de omzet. Het kantoor heeft ervan afgezien de betwiste onkosten terug te vorderen, omdat je volgens de bestuursvoorzitter "dan eindeloos in debat raakt over de vraag wat zakelijk is en wat privé".
De partner laat zijn advocaat om opheldering vragen: kunt u met onderliggende stukken documenteren welke facturen ten onrechte aan klanten zijn toegestuurd? En op welke manier zijn die facturen dan rechtgezet?
Op 8 juli 2011 verschijnt in Het Financieele Dagblad een artikel naar aanleiding van de benoeming van de bestuursvoorzitter tot topman van het accountantskantoor. In het stuk wordt de lezer herinnerd aan de rechtszaak "tegen één van zijn partners die zijn omzet zou hebben opgeklopt en valse facturen de deur uit zou hebben gedaan".
De partner dient een klacht in bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountant heeft:
- als bestuursvoorzitter in strijd met de waarheid onjuiste informatie verschaft aan een journalist over een vonnis dat de Rechtbank Utrecht op 15 april 2009 heeft gewezen;
- niet gereageerd op verzoeken/sommaties om te documenteren welke facturen de partner ten onrechte zou hebben verstuurd aan klanten en nader te onderbouwen hoe die facturen rechtgezet zouden zijn.
Oordeel
De klacht is ongegrond.
De bestuursvoorzitter zegt dat de journalist zijn woorden verkeerd heeft weergegeven. Het memo, dat in het vonnis wordt geciteerd, laat de mogelijkheid open dat sommige facturen zonder goede grond zijn verzonden. In het interview heeft de bestuursvoorzitter tegenover de journalisten alleen willen beklemtonen dat geen enkele klant heeft betaald voor werk dat niet is verricht en dat er dus geen onjuiste facturen de deur uit zijn gegaan. De journalist heeft daarvan gemaakt dat ten onrechte verzonden facturen rechtgezet zouden zijn. Deze onjuistheid of onjuiste suggestie komt voor rekening van de journalist, die de tekst van het artikel niet vooraf heeft voorgelegd. Bij gebrek aan onjuiste facturen viel er niets te documenteren of onderbouwen.
Gezien dit verweer vindt de Accountantskamer dat de partner niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bestuursvoorzitter onjuiste persberichten heeft verspreid en heeft gesuggereerd dat klager valse facturen zou hebben verstuurd. Ook heeft de partner niet aangetoond dat de bestuursvoorzitter heeft nagelaten de geuite beschuldigingen te onderbouwen.
De Accountantskamer zegt dat het in het algemeen voor accountants "is aan te bevelen goed voorbereid te zijn op het te woord staan van journalisten". In dit geval was het verstandiger geweest als de bestuursvoorzitter had gevraagd om de tekst voor publicatie in te mogen zien. Dan wel na publicatie zou hebben aangedrongen op rectificatie van tenminste de zinsnede dat de facturen die ten onrechte de deur zijn uitgegaan zijn rechtgezet.
Maatregel
Geen.