Tuchtrecht

Niet nakomen afspraak of belofte niet zonder meer fout

Dat een accountant zich niet strikt houdt aan (betalings)afspraken is op zichzelf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het selectief voldoen van schuldeisers in een faillissement en daarover zwijgen wel.

Accountantskamer

Zaaknummers:
11/354 Wtra AK
Datum uitspraak:
05 maart 2012
Oordeel:
deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond, deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0243

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een AA houdt aandelen in een bv waarvoor hij ook accountancywerkzaamheden verricht. Als in 2006 de samenwerking wordt beëindigd, moet hij de aandelen terug verkopen aan de bv. Hij moet aan goodwill 50 procent vergoeden van de jaaromzet die hij ontleent aan de contacten die hij via de bv heeft verkregen. De AA geeft echter niet netjes op hoe hoog die omzet is. De kortgedingrechter dwingt de accountant om de informatie te verstrekken en mee te werken aan de teruglevering van zijn aandelen in de bv. Omdat hij dit niet doet, verbeurt hij dwangsommen.

De andere participant in de bv heeft de accountant in 2004 en 2005 twee leningen verstrekt. De accountant heeft de eerste lening niet terugbetaald. Deze participant heeft werkzaamheden verricht voor de vennootschap van de accountant. Die werkzaamheden zijn niet betaald.

In 2009 gaat de vennootschap van de accountant failliet. Tijdens het faillissement had de accountant de accountancywerkzaamheden van zijn vennootschap al verkocht aan een ander accountantskantoor, waar hij is gaan werken.

In de civiele procedure dwingen de rechtbank en het gerechtshof de accountant om de participant een geldbedrag te betalen. Dat doet de accountant pas nadat beslag is gelegd.

De bv en de participant dienen een klacht in tegen de accountant.

Klacht

De klacht bestaat uit zeventien onderdelen. Aangezien veel daarvan zijn verjaard, beperken wij ons hier tot de acht onderdelen die (deels) ongegrond zijn verklaard en het ene onderdeel dat gegrond is verklaard.

De accountant heeft:

  • zich niet gehouden aan de afspraken die bij de voorzieningenrechter zijn gemaakt in het kortgeding over de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst;
  • met valse, bedrieglijke en onjuiste informatie geldleningen verkregen van de participant ten behoeve van zijn inmiddels gefailleerde vennootschap;
  • valse en leugenachtige garanties afgegeven over de terugbetaling van leningen aan de vennootschap van de participant;

  • de klagers door zijn handelen en nalaten genoodzaakt diverse dure gerechtelijke procedures tegen hem en zijn vennootschap te voeren;
  • niet voldaan aan de uitspraak van het gerechtshof en pas na de komst van een gerechtsdeurwaarder enkele deelbetalingen gedaan, hetgeen extra kosten met zich meebracht voor de klagers;
  • door zijn ondeskundig en nalatig handelen cliënten van zijn kantoor afgeschrikt, waardoor de omzet in de praktijk structureel daalde, zonder dat de accountant daartegen iets ondernam, zodat een financieel belabberde situatie ontstond;
  • onder ede de aperte onwaarheid verkondigd dat de participant een boekenonderzoek op zijn kantoor heeft uitgevoerd, waaruit zou zijn gebleken dat de onderneming van de accountant financieel gezond was, zodat ook naar het oordeel van de participant een tweede lening van 20.000 euro kon worden verstrekt;
  • de jaarstukken van zijn vennootschap over 2003 en 2004 niet tijdig gepubliceerd;
  • uit de verkoop van zijn vennootschap niet de vorderingen van de klagers voldaan, terwijl hij zelfs in rechte niet heeft kunnen aangeven welke verkoopsom daarmee gemoeid was. Volgens het gerechtshof heeft de accountant hiermee onrechtmatig gehandeld tegenover de klagers.

Oordeel

De klacht is op een groot aantal punten niet-ontvankelijk omdat er te veel tijd is verstreken.

De klacht dat de accountant zich niet heeft gehouden aan de betalingsafspraken die zijn gemaakt bij de voorzieningenrechter is onvoldoende onderbouwd. Mogelijk had het op de weg van de accountant gelegen om sneller te reageren. Maar 'het enkele niet strikt naleven van de gemaakte afspraken is onvoldoende om hem daarvan in tuchtrechtelijke zin een verwijt te maken.'

Ook de klacht over de lening die hij in 2005 met valse informatie zou hebben gekregen is ongegrond. (De klacht over de lening in 2004 is te laat ingediend en dus niet-ontvankelijk.)

De klachtonderdelen over de leugenachtige betalingsgaranties en betalingsbeloften zijn onvoldoende onderbouwd. 'Nog afgezien van de vraag of het enkel niet-nakomen van een betalingsbelofte als doeltreffend tuchtrechtelijk verwijt kan gelden.'

De klacht over de noodzaak om te procederen is eveneens ongegrond. Het is de accountant in beginsel toegestaan om de middelen te gebruiken die het civiele procesrecht biedt. Van bijzondere omstandigheden waaronder dit beginsel niet geldt, is in dit geval geen sprake. Het is namelijk niet de accountant die de klagers heeft aangesproken in rechte, maar andersom. En dan staat het de accountant vrij om te verschijnen en verweer te voeren.

Het enkele niet voldoen aan een betalingsregeling leidt niet zonder meer tot een geslaagd tuchtrechtelijk verwijt. In dit geval zijn er geen bijkomende laakbare feiten en/of omstandigheden die dat anders maken. Voorzover dit klachtonderdeel niet is verjaard, is het ongegrond.

De klacht dat de accountant meineed gepleegd zou hebben bij het gerechtshof strandt eveneens. Uit het proces-verbaal van de eerste rechtszitting blijkt dat de accountant geen verklaring heeft afgelegd met deze strekking. Uit het proces-verbaal van de tweede rechtszitting blijkt dat er wel al onderzoek is gedaan en dat de klagers inzage hebben gehad in financiële bescheiden van de accountant. Daardoor besefte de klagers dat zij onvoldoende informatie hebben gekregen. Maar daarom kan de accountant nog niet worden verweten dat hij aperte leugens heeft verteld. 'Hoogstens dat hij een ontwijkend of eufemistisch taalgebruik heeft gehanteerd.' Maar daarvan valt de accountant geen tuchtrechtelijk relevant verwijt te maken.

De accountant heeft gesteld dat hij de jaarrekening 2004 heeft gedeponeerd op 31 januari 2006. De klagers hebben dit niet weersproken dus de klacht is ongegrond.

Wel gegrond is de klacht over het onrechtmatig handelen door de opbrengst van de verkoop te verzwijgen en de klagers daaruit niet te voldoen. Op grond van het bindende vonnis van het gerechtshof staat vast dat de accountant de verkoopopbrengst selectief ten goede heeft laten komen aan bepaalde schuldeisers. In de tuchtprocedure kan de Accountantskamer daarover niet anders oordelen. De Accountantskamer vindt dat de accountant in de tuchtprocedure beter en preciezer had moeten aangeven hoe de verkoop van zijn onderneming zijn beslag had gekregen, welke verkoopsom hij heeft ontvangen, welke schuldeisers voor welke bedragen zijn terugbetaald en met welke gelden hij zich weer heeft kunnen inkopen in het accountantskantoor waar hij nadien werkzaamheden verricht. 'Nu hij ter zake geen duidelijkheid heeft verschaft, terwijl hij er zich terdege van bewust had moeten zijn dat die vragen in deze procedure onverminderd aan de orde zouden komen, moet het er voor gehouden worden dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met het beginsel dat vereist dat de accountant-administratieconsulent in zijn beroepsmatige en zakelijke betrekkingen eerlijk en oprecht optreedt.'

Maatregel

Berisping.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.