Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een AA stelt sinds boekjaar 2008 de jaarrekeningen samen van een stichting waarin apothekers samenwerken. De accountant verleent ook administratieve diensten aan de stichting.

De stichting is in 1997 opgericht en exploiteert de gemeenschappelijke Dienstenapotheek (die de avond-, nacht- en zondagsdiensten organiseert) en een Steunpunt (dat de medicatie van patiënten buiten inrichtingen bewaakt).

De deelnemende apothekers dragen allen bij aan het startkapitaal van de Dienstenapotheek en het Steunpunt. Tot en met boekjaar 2009 kampt de stichting met exploitatietekorten. Daarom wordt de deelnemende apothekers gevraagd om financieel bij te dragen in de vorm van bevoorschotting. In de boekjaren daarna zijn die financiële bijdragen niet meer nodig, omdat er geen exploitatietekorten meer zijn.

In 2010 spreekt de stichting met de aangesloten apothekers over een wijziging van de rechtsvorm. Eén van de deelnemende apothekers heeft daar bezwaren tegen en dient een klacht in tegen de accountant. Op het moment dat de apotheker de klacht indient zijn de jaarrekeningen over 2008 en volgende nog niet vastgesteld.

Klacht

De accountant heeft:

• verzuimd het bestuur van de stichting te wijzen op het wettelijk verbod om winst uit te keren aan oprichters of bestuursleden, waardoor het niet mogelijk was om jaarrekeningen van de Dienstenapotheek en het Steunpunt op naam van de stichting te zetten;
• meegewerkt aan de wetsovertreding van het bestuur door in de jaarrekening de winst te verhullen die vanaf 2008 is gerealiseerd; door ten onrechte een voorziening dubieuze debiteuren op te nemen sloeg een winst van ruim 10.000 euro om in een verlies van 46.666 euro;
• het standpunt van het stichtingsbestuur ondersteund over de vermeende autonomie tegenover de Dienstenapotheek en het Steunpunt, waardoor de rechten van de klager werden ontkend;
• de klagende apotheker belet een financieel onderbouwde vordering bij de stichting in te dienen door hem inzage te onthouden in de definitieve jaarrekeningen vanaf 2008.

Oordeel

De klacht is op alle onderdelen ongegrond.

Het Burgerlijk Wetboek (artikel 2:285 lid 3) verbiedt een stichting geenszins om winst te maken of een onderneming te drijven. De wet verbiedt alleen het doen van uitkeringen aan oprichters en leden van de organen van de stichting. De accountant had het stichtingsbestuur daarom niet hoeven waarschuwen, terwijl er evenmin een beletsel was om de jaarrekening van de stichting samen te stellen.

De accountant heeft duidelijk gemaakt dat er achterstanden in de debiteuren waren ontstaan en het niet zeker was dat de openstaande bedragen geïncasseerd zouden kunnen worden. Daarom heeft hij in overleg met de penningmeester een voorziening dubieuze debiteuren gevormd. Het is ongebruikelijk om zo'n voorziening op de jaarrekening toe te lichten. De klagende apotheker heeft hiertegen niets in kunnen brengen.

Dat de accountant partij heeft gekozen voor het bestuur is ook effectief weerlegd. De accountant heeft zich conform zijn opdracht puur gericht op het samenstellen van de jaarrekening van de stichting. Hij is op geen enkele manier betrokken bij de reorganisatie die het bestuur van de stichting en het merendeel van de aangesloten apothekers beogen. De stichting wordt hiervoor bijgestaan door andere adviseurs. Overigens is de ondernemingsvorm tot op heden niet gewijzigd.

Dat de accountant de klagende apotheker volledig inzage had moeten verstrekken in de jaarrekeningen vanaf 2008 is onzin. Het bestuur van de stichting heeft de opdracht gegeven om de jaarrekeningen samen te stellen dus de apotheker moet zich wenden tot het bestuur. Overigens is het niet aan de accountant om de jaarrekeningen definitief vast te stellen.

Maatregel

Geen.