Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een cliënt van een registeraccountant dient een klacht in bij de Raad van Tucht. In de klacht staat niets over een mogelijke overtreding van de voorschriften van Standaard 4400. Daar begint de advocaat van de klager pas over tijdens de zitting. De Raad van Tucht vindt de klacht over het niet-naleven van deze norm wel gegrond en legt de accountant een waarschuwing op.

Beroepsgronden

De klager is pas op de zitting met het verwijt over Standaard 4400 gekomen. Door daar toch een oordeel over te vellen, is de Raad van Tucht buiten de klacht getreden. De Raad heeft niet gemotiveerd waarom de accountant deze voorschriften zou hebben overtreden. Bovendien heeft de accountant niet de gelegenheid gehad zich tegen dit nieuwe verwijt te verweren.

Oordeel in beroep

Het beroep is gegrond.

Volgens het College blijkt uit de processtukken noch uit het proces-verbaal van de zitting dat de klacht ging over schending van Standaard 4400. Die standaard is weliswaar ter sprake gekomen tijdens de zitting van de Raad van Tucht. Maar daarmee wilde de advocaat van de klager alleen de klacht onderbouwen. De opmerking vormde geen uitbreiding met een zelfstandig klachtonderdelen. Volgens de vaste jurisprudentie van het College is zo'n uitbreiding op het laatste moment ook niet toegestaan.

De Raad van Tucht heeft echter wel degelijk overwogen of de accountant de voorschriften van deze standaard heeft nageleefd. Daarmee heeft de Raad er wel een zelfstandig klachtonderdeel van gemaakt, is daarmee buiten de klacht getreden en heeft de klacht op dit punt ten onrechte gegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep gegrond en de klacht alsnog geheel ongegrond.

Maatregel

Geen.