Waarschuwing na niet-versturen opdrachtbevestiging
Een registeraccountant heeft geen opdrachtbevestiging gestuurd en zich niet gerealiseerd dat hij zijn werkzaamheden had moeten uitoefenen in overeenstemming met NVCOS 4400. Daarom wordt hij gewaarschuwd.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/322 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 12 oktober 2012
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- waarschuwing
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0317
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Vijf aandeelhouders zijn samen eigenaar van een vastgoedproject dat voortvloeit uit een nalatenschap. H1 bezit 50% van de aandelen in deze project-bv (hierna: de bv) en is daarvan de bestuurder. De overige aandeelhouders, H2 t/m H5 hebben ieder 12,5% van de aandelen in deze bv. Als er ruzie ontstaat, stelt H4 de bv, H1 en H2 aansprakelijk voor 3 miljoen euro.
H4 baseert de claim mede op een schriftelijke analyse van de jaarrekening 2008 van de bv die een registeraccountant hem heeft toegestuurd. De jaarrekening is samengesteld door accountant-administratieconsulent M.
Klacht
De accountant heeft :
a. geen opdrachtbevestiging naar de bv en de AA gezonden;
b. de opdrachtbevestiging eenzijdig gewijzigd;
c. zijn opdracht buiten het gezichtsveld van de AA gehouden;
d. vóór het schrijven van het conceptrapport [van 15 juni 2011, begrijpt de Accountantskamer] geen hoor en wederhoor toegepast met H1 en de AA;
e. dat conceptrapport niet naar H1 gezonden;
f. vóór het uitbrengen van het definitieve rapport [van 21 juni 2011, begrijpt de Accountantskamer] wederom geen hoor en wederhoor met H1 en de AA toegepast, terwijl de opzet van het defintieve rapport compleet anders is dan die van het concept;
g. dit definitieve rapport ten onrechte tot definitief bestempeld, wat het bij gebrek aan hoor en wederhoor met H1 niet kan zijn;
h. het conceptrapport één dag te laat geleverd;
i. het definitieve rapport "dus ook" te laat geleverd;
j. een concept aangeleverd dat geen rapport is, maar slechts een vragenlijst;
k. toegestaan dat H4 voorschreef wat in het rapport moest komen;
l. naar aanleiding van aanzegging van dwangsommen een nieuw rapport het licht doen zien en daarbij opnieuw geen hoor en wederhoor toegepast;
m. de doelomschrijving van het rapport diverse keren eenzijdig gewijzigd en ook daarbij geen hoor en wederhoor toegepast;
n. na de e-mailwisseling met mr. E de doelomschrijving van het rapport veranderd om het verbeuren van dwangsommen te voorkomen en een proces te entameren;
o. geen enkele zorg betracht in het nakomen van termijnen;
p. herhaalde malen contacten gehad met H4 omtrent de rapportage(s);
q. geen uitleg gegeven over welke aan de taxatie van "F" gerelateerde stukken hij heeft beschikt;
r. hoor en wederhoor bewust en stelselmatig uit de weg ontlopen;
s. geen wederhoor toegepast bij de rapportage van 14 september 2010.
Verder heeft de Accountantskamer nog als klachten ontdekt dat de accountant:
- hoor en wederhoor met H1 en de AA had moeten toepassen alvorens zijn brief van 21 december 2009 te versturen;
- zich niet heeft gehouden aan het bepaalde in NVCOS 4400 omdat in de bevestiging van de opdracht informatie ontbreekt;
- ondanks het vonnis van de voorzieningenrechter van 31 mei 2011, contact over zijn rapportages heeft gehad met H4 dan wel diens raadsman;
- in zijn rapportage van 21 juni 2011 zeer ernstige beschuldigingen geuit aan het adres van de directie de bv en aan H1 zonder hierover hoor en wederhoor te plegen met H1 en de AA.
Oordeel
Op de klachtonderdelen a en 2 na is de klacht ongegrond. Vooral omdat deze klachten niet aannemelijk zijn gemaakt en deels omdat de klachtonderdelen geen zelfstandige betekenis hebben naast de onderdelen waarin vergelijkbare klachten worden geuit.
Zo zijn de klachten over hoor en wederhoor ongegrond, omdat hoor en wederhoor niet nodig zijn bij een brief, waarin een accountant verslag doet van financiële analyses die hij heeft gemaakt in opdracht van een cliënt, terwijl die analyses schetsmatig van aard zijn en daarbij alle nodige voorbehouden zijn gemaakt.
Dat de accountant het conceptrapport alleen heeft voorgelegd aan de AA is weliswaar niet voldoende. De voorzieningenrechter in de procedure van de aandeelhouders had namelijk bepaald dat de accountant het conceptrapport ook moest voorleggen aan H1. De Accountantskamer vindt deze omissie tuchtrechtelijk echter niet relevant, omdat toezending niet noodzakelijk was om het rapport zorgvuldig op te stellen.
Het definitieve rapport wijkt inderdaad af van het conceptrapport, maar volgens de Accountantskamer betreft dat alleen de vorm en niet de inhoud. Daarom hoefde de accountant de tekst niet opnieuw voor te leggen aan de AA en H1.
Ongegrond is ook de klacht dat de accountant, ondanks het vonnis van de voorzieningenrechter contact over zijn rapportages heeft gehad met H4 dan wel de raadsman van H4. In het vonnis staat dat de accountant geen documenten in het kader van het boekenonderzoek ter beschikking mag stellen of ter inzage mag geven aan H4 en/of H3 dan wel enige andere derde. Contact met H4 over de rapportages wordt daarin niet verboden. Overigens hebben de klagers niet aannemelijk gemaakt dat beiden inderdaad contact hebben gehad.
Dat de accountant de opleveringstermijnen met één dag heeft overschreden, vindt de Accountantskamer geen tuchtrechtelijk relevante gebeurtenis.
Niet toesturen opdrachtbevestiging (Klachtonderdelen a en 2)
In paragraaf 9 van NVCOS 4400 ("Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie") staat (vetgedrukt): "De accountant dient er zeker van te zijn dat er met de vertegenwoordigers van de entiteit en, in het algemeen, met de belanghebbenden die een exemplaar van het rapport met de feitelijke bevindingen zullen ontvangen, duidelijk overeenstemming bestaat over de overeengekomen werkzaamheden en de voorwaarden van de opdracht".
De accountant heeft echter geen opdrachtbevestiging gestuurd naar de bv en de AA, terwijl het voor de hand had gelegen om dat wel te doen om zeker te stellen dat er overeenstemming bestond over de werkzaamheden en de voorwaarden van de opdracht. Kennelijk heeft de accountant niet gerealiseerd dat hij zijn werkzaamheden had moeten uitoefenen in overeenstemming met NVCOS 4400. Hij had namelijk in de opdrachtbevestiging en in het rapport zelf duidelijk moeten laten uitkomen dat de informatie die hij zou opdoen met de overeengekomen werkzaamheden de basis zou vormen voor een rapport van feitelijke bevindingen, waaruit de gebruikers zelf hun conclusies moeten trekken.
Verder ontbreken in de opdrachtbevestiging:
- een aanduiding van de financiële informatie waarop de overeengekomen specifieke werkzaamheden zullen worden uitgevoerd;
- een aanduiding van de werkwijze, de aard, de tijdfasering en de omvang van de uit te voeren specifieke werkzaamheden;
- een concrete aanduiding van de verwachte vorm van het rapport van feitelijke bevindingen.
Maatregel
Waarschuwing.