Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee accountants-administratieconsulenten besturen een accountantskantoor. In 2005 krijgen zij een onvoldoende van de periodieke toetsers, omdat de acceptatie en continuering van opdrachten en de documentatie van werkzaamheden niet op orde zijn. De AA krijgt twee jaar de tijd om het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing aan te passen. 

In maart 2006 overlijdt een AA die werkzaam is op het kantoor. Zijn erfgenamen besluiten de praktijk voort te zetten als administratiekantoor in een aparte bv. Daarvoor moeten de statuten nog worden gewijzigd. 

In 2007 krijgt het accountantskantoor de aankondiging dat de praktijk zal worden onderworpen aan een hertoetsing. 

Een woordvoerder van het Nationaal Instituut voor Belasting- en Bedrijfsadviseurs (NIBA) laat de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA's weten dat de aparte bv niet onder de accountancywetgeving zou vallen en dus niet getoetst zou moeten worden. In afwachting van de statutenwijziging schort de raad de hertoetsing op. De raad heeft de aangepaste statuten nooit ontvangen. 

De assurancepraktijk en het administratiekantoor worden ondergebracht in aparte bv's. 

Na enkele (deels geslaagde) uitstelpogingen wordt de accountantspraktijk in 2009 hertoetst. De hertoetsers signaleren diverse tekortkomingen. Eén van de bestuurders en één van de erfgenamen van de overleden AA laten weten het in grote lijnen eens zijn met de inhoud van het toetsingsverslag. Zij zijn in overleg met een adviseur een verbetertraject aan het opzetten. In december 2009 dienen de twee een verbeterplan in bij de raad, die dat plan in maart 2010 goedkeurt. 

Vervolgens is een aanvullende hertoetsing nodig, die in september 2010 wordt uitgevoerd. De toetsers komen tot het oordeel dat de praktijk niet voldoet aan de geldende normen. Er volgt een klacht tegen de twee bestuurders van het kantoor. 

Klacht

De accountants hebben geen: 

• adequate regeling getroffen om de naleving van de geheimhoudingsplicht door derden te waarborgen;
• adequate regeling voor de waarneming van de accountantspraktijk;
• intern stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de eisen, gezien de tekortkomingen in de acceptatie en continuering van opdrachten en de uitvoering en documentatie van werkzaamheden.

Daarbij heeft de accountant uit 12/427 Wtra AK van 2007 tot en met 2009 geen enkel PE-punt behaald. 

Oordeel

De klacht is gegrond. 

De Accountantskamer vindt de situatie waarin de praktijk verkeert 'zeer zorgelijk' en onderstreept het belang van de overtreden voorschriften uit de VCG, de NVAK-aav, de NVAK-ass en de NV COS voor de kwaliteit van de beroepsuitoefening. De kamer ziet geen verzachtende omstandigheden, ook al omdat het kantoor nog altijd geen stelsel van kwaliteitsbeheersing heeft dat voldoet aan de normen. 

De andere accountant is bovendien zijn PE-verplichtingen niet nagekomen door ‘in het geheel geen punten' te halen. 

Maatregel

Doorhaling. De termijn waarbinnen de accountants niet mogen vragen om herinschrijving bepaalt de kamer op twee resp. één jaar. De Accountskamer heeft nog een tijdelijke doorhaling overwogen, maar wil de mogelijkheid uitsluiten dat de inschrijving van de accountants herleeft zonder dat de situatie verbeterd is.