Onjuiste vermogensverklaring onder druk
Een registeraccountant heeft bij het beoordelen van financiële informatie onvoldoende onderzoek gedaan en daardoor ten onrechte verklaard dat een onderneming risicodragend kapitaal had. Hij heeft zich onder druk laten zetten door de opdrachtgever.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/482 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 07 december 2012
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- waarschuwing
- Status:
- bevestigd, CBb 23 april 2015, AWB 13/29
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0332, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
De huisaccountant van een prille bezorgservice voor bouwmarkten adviseert de directeur van dit bedrijf over factoring. De directeur vraagt een factoringmaatschappij vervolgens om op te treden als investeerder waarbij zij een pandrecht krijgt op de debiteuren van het bedrijf. De factoringmaatschappij blijkt daartoe bereid op basis van de informatie die de accountant-administratieconsulent verstrekt. Die informatie bestaat onder meer uit twee kolommenbalansen.
De factoringmaatschappij leent verschillende bedragen aan de bezorgservice. Zo maakt de maatschappij in juni 2010 nog een bedrag van 95 mille over. Daarbij wordt een pandrecht gevestigd op de vorderingen van de bezorgservice die zijn vermeld op een pandlijst uit april 2010. In juli en augustus krijgt de financier nieuwe pandlijsten.
De ondernemer heeft een vergunning voor het beroepsgoederenvervoer nodig voor negentien vrachtauto's. Met het oog op de aanvraag geeft de accountant een verklaring af op basis van een balans. In de verklaring schrijft de accountant onder meer dat hem op grond van zijn werkzaamheden niets is gebleken waaruit hij zou moeten concluderen dat in het bedrijf "niet tenminste een risicodragend kapitaal van € 99.000 aanwezig is".
Op 12 augustus 2010 gaat het bedrijf failliet. De factoringmaatschappij geeft een registeraccountant de opdracht te onderzoeken of de verstrekte informatie over de bezorgservice wel in orde was. Op basis van diens rapport stelt de factoringmaatschappij de accountant aansprakelijk voor de geleden schade. De verzekeraar van de accountant wijst de aansprakelijkheid begin 2012 van de hand. De factoringmaatschappij dient een klacht in bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountant heeft:
- de klager misleid door hem te zeggen dat A gedurende de eerste drie maanden van 2010 een eigen vermogen had opgebouwd van ongeveer 1 ton, terwijl dit eigen vermogen volgens de bevindingen van de onderzoeker niet aanwezig was;
- de resultaten zoals weergegeven in de kolommenbalansen bevestigd, terwijl deze resultaten volgens de bevindingen de onderzoeker niet juist zijn;
- tussentijdse cijfers tot en met april 2010 en tot en met mei 2010 gepresenteerd, waarvan hij wist dat deze gebruikt zouden worden voor het onderbouwen van een financieringsaanvraag bij ING, terwijl die cijfers gelet op de bevindingen van de onderzoeker onjuist zijn;
- vorderingen respectievelijk een vordering opgenomen op de pandlijsten van juni en augustus 2010 die volgens de bevindingen van de onderzoeker al vóór de datum van de pandlijsten (gedeeltelijk) waren (respectievelijk was) voldaan.
Oordeel
De klacht is deels gegrond.
De accountant erkent in zijn verweer dat het bedrijf hem onder enige druk heeft gezet om met de vermogensverklaring te komen. Zonder de verklaring zouden de vrachtwagens niet meer mogen rijden en dat zou tot het faillissement van het bedrijf hebben geleid. Hij weerspreekt de bevindingen van de registeraccountant niet. Daardoor gaat de Accountantskamer ervan uit dat zijn verklaring over de aanwezigheid van tenminste 99 mille aan risicodragend kapitaal niet correct is. Die conclusie zou de accountant volgens de Accountantskamer ook hebben getrokken als hij "voldoende (kritisch) eigen onderzoek" had gedaan. De accountant is daarom tekortgeschoten bij het verrichten van de werkzaamheden die nodig zijn voor het afgeven van een op assurance gerichte verklaring.
Dat de accountant de kolommenbalansen heeft bevestigd, heeft de factoringmaatschappij niet aannemelijk gemaakt.
Ook de klacht over de tussentijdse cijfers is ongegrond. De cijfers zijn afkomstig uit de financiële administratie van het bedrijf. Volgens de Accountantskamer schrijven de geldende gedrags- en beroepsregels een accountant, die de financiële administratie van een bedrijf inricht en uitvoert, niet voor dat hij moet onderzoeken of de verstrekte gegevens juist en volledig zijn. Dat de tussentijdse cijfers onjuist waren, kan de accountant dan ook niet worden verweten. Of de accountant heeft geweten dat de cijfers zouden worden gebruikt om een financiering bij ING Bank aan te vragen, kan daarom in het midden blijven.
Ook kan de accountant niet verantwoordelijk worden gehouden voor de pandlijsten, omdat de factoringmaatschappij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij die heeft opgesteld. Omdat de accountant niet hoeft in te staan voor de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens is ook dit onderdeel van de klacht ongegrond.
Maatregel
Omdat er geen nadeel is voortgevloeid uit de verstrekte vermogensverklaring en omdat de accountant niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld is, volstaat de Accountantskamer met een waarschuwing.