Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een AA verricht van 2007 tot medio 2009 voor een freelance bewindvoerder/schuldsaneerder fiscale werkzaamheden bij diens relaties, stelt boedelbeschrijvingen op en stelt de rekening en verantwoording op ten behoeve van de rechtbank. Verder treedt de accountant op als interimmanager c.q. kantoormanager en adviseur in het bedrijf van de bewindvoerder/schuldsaneerder. Deze samenwerking komt er volgens de bewindvoerder/schuldsaneerder dat hij zelf de werkzaamheden in de front office uitvoert en dat de accountant de back office voor zijn rekening neemt. De accountant zet een personeels-salarisadministratie op die de aangiften loonheffing genereert. Verder verzorgt hij in april 2009 de aangiften inkomstenbelasting 2006 en 2007. 

De accountant werkt verscheidene uren per week op het kantoor van de bewindvoerder/schuldsaneerder, maar stopt daar eind juli 2009 abrupt mee. Hij heeft, in de woorden van de bewindvoerder/schuldsaneerder, "het mes in het varken laten steken". De accountant geeft daarvoor als reden dat hij het vertrouwen in zijn opdrachtgever heeft verloren, omdat hij steeds te laat betaald kreeg en de opdrachtgever steeds aan het betalen moest herinneren. 

Na een boekenonderzoek legt de belastinginspecteur de bewindvoerder/saneerder forse naheffingen op over de jaren 2006 tot en met 2009, inclusief een vergrijpboete. De bewindvoerder/saneerder dient een klacht in bij de Accountantskamer. 

Klacht

De accountant: 

• is niet tijdig begonnen met werkzaamheden die aan een bepaalde termijn zijn gebonden, zoals boedelbeschrijvingen alsmede rekeningen en verantwoordingen ten behoeve van de rechtbank;
• heeft over de jaren 2006 tot en met 2009 geen betrouwbare jaarrekeningen opgemaakt, de aangiften inkomstenbelasting niet tijdig en niet juist gedaan, geen goede ondersteuning verleend bij de aangiften omzetbelasting en de opbrengsten en bedrijfsresultaten onvoldoende laten blijken uit de boekhouding;
• heeft zijn facturen bovenmatig laten oplopen en deze buiten de kantoorboekhouding van klager gehouden.

Oordeel

De klacht is voor een deel niet-ontvankelijk omdat deze op verschillende punten onduidelijk is. De bewindvoerder/schuldsaneerder heeft pas op de zitting enige duidelijkheid verschaft. Maar omdat de accountant zich daartegen dan niet meer kan verdedigen, komen de onduidelijke klachtonderdelen niet meer in aanmerking voor behandeling. Verder is de klacht niet-ontvankelijk voor zover deze de werkzaamheden betreft die de accountant voor 6 maart 2009 heeft uitgevoerd c.q. achterwege gelaten. 

De accountant weerlegt gemotiveerd dat hij geen betrouwbare jaarrekeningen heeft opgemaakt, de opbrengsten en bedrijfsresultaten onvoldoende uit de boekhouding heeft laten blijken en dat hij zijn eigen facturen buiten de kantoorboekhouding van de opdrachtgever heeft gehouden. De bewindvoerder/schuldsaneerder deed de financiële administratie namelijk zelf, al voordat de accountant voor hem ging werken. Dit blijkt onder meer uit de aangiften omzetbelasting die de bewindvoerder/schuldsaneerder zelf deed en de aanschaf van boekhoudprogramma Reeleezee, dat bedoeld is voor de ondernemer die zijn eigen administratie bijhoudt. 

De Accountantskamer velt geen oordeel over declaratiegeschillen en doet dat dus ook niet over de facturen die te hoog zouden zijn opgelopen. 

De bewindvoerder/schuldsaneerder heeft op de zitting verklaard dat hij de aangiften omzetbelasting in 2007 en 2008 zelf onjuist heeft gedaan. Dus ook op dit punt is de klacht ongegrond. 

De accountant heeft op de zitting gezegd dat hij zijn opdrachtgever in april 2009 heeft helpen voorkomen dat deze boetes zou krijgen wegens overschrijding van de indieningstermijn. Daarom heeft de accountant toen de aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2006 en 2007 gedaan. Omdat hij niet kon beschikken over alle benodigde stukken heeft hij die aangifte bewust onvolledig gedaan, met instemming van de opdrachtgever. Die instemming mag geen excuus zijn, vindt de Accountantskamer. Een accountant mag zich namelijk niet verschuilen achter zijn cliënt, die de consequenties van een onvolledige aangifte mogelijk niet volledig overziet. De accountant heeft daarom zijn zorgplicht tegenover de cliënt veronachtzaamt en daarmee ondeskundig en onzorgvuldig gehandeld. Bovendien is het overtreden van de wet- en regelgeving niet integer en onprofessioneel. 

Maatregel

Omdat het doen van onjuiste aangifte ernstig is en de accountant tijdens de zitting onvoldoende heeft laten blijken dat hij inziet hoe laakbaar dat is, vindt de Accountantskamer een doorhaling passend en geboden. De termijn waarbinnen een verzoek tot herinschrijving niet mogelijk is, bepaalt de kamer op twee maanden.