Accountant Belastingdienst niet in de fout
Een accountant van de Belastingdienst heeft zich bij de afhandeling van een klacht tegen de Belastingdienst aan de regels gehouden. De klachtafhandelaar hoefde de klager niet zelf te horen en de klager niet te laten reageren op zijn bevindingen. De afhandeling van een interne klacht is namelijk geen persoonsgericht onderzoek.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 10/1191
- Datum uitspraak:
- 02 oktober 2012
- Oordeel:
- beroep ongegrond, klacht ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2012:BY1682
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Iemand, vermoedelijk een belastingplichtige, dient een klacht in bij de Belastingdienst. Kennelijk wordt de klacht afgewezen, want de klager wendt zich tot de Nationale ombudsman voor een inhoudelijk oordeel over het geschil. Bovendien dient hij bij de Accountantskamer een klacht in tegen de registeraccountant die als voorzitter van het management team van de Belastingdienst Oost-Brabant in Oss verantwoordelijk is voor de afhandeling van de interne klacht. Volgens de klager heeft de RA in die hoedanigheid onvoldoende hoor en wederhoor gepleegd en daarmee onzorgvuldig gehandeld. De klager wijst verder op een intern stuk, waaruit zou moeten blijken dat ook de Belastingdienst zelf twijfels heeft over de objectiviteit van de klachtafhandeling.
De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond. De accountant hoeft zich namelijk alleen te houden aan de hoor- en wederhoor-voorschriften van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De accountant heeft daardoor de VGC noch andere regels van het NIVRA overtreden. Het Awb-voorschrift dat bij de beslissing documenten en gegevensdragers moeten worden geraadpleegd geldt niet voor interne klachtafhandeling, maar voor de behandeling van het beroep door de rechtbank.
De klager gaat in hoger beroep.
Beroepsgronden
- De accountant heeft wel degelijk de gedrags- en beroepsregels geschonden omdat de klager niet is gehoord door de klachtafhandelaar zelf en niet de gelegenheid heeft gehad om te reageren op diens bevindingen.
- De Accountantskamer heeft het interne stuk van de Belastingdienst genegeerd/niet op juiste waarde geschat.
Oordeel in beroep
Het beroep is ongegrond.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vindt dat accountant zich keurig heeft gehouden aan de eisen die de Awb stelt aan hoor en wederhoor. Het gaat hier niet om een persoonsgericht onderzoek. De klager mag worden gehoord door een ander dan de klachtafhandelaar zelf en het (concept)verslag van dat horen hoeft niet te worden voorgelegd aan de klager.
Over het genegeerde interne stuk van de Belastingdienst zegt het college, dat het een weergave/samenvatting is van wat de klager zelf aan de Belastingdienst heeft geschreven. Dat de Belastingdienst erkent dat er twijfels bestaan aan de objectieve en zorgvuldige behandeling van de klacht is dus niet waar.
Maatregel
Geen.
Annotatie Hans Blokdijk
Voor goed begrip: de zaak betrof een interne klacht binnen een regionale afdeling van de Belastingdienst, waar betrokkene het managementteam voorzat. Hij werkte dus als "accountant in business", en daarom waren alleen de delen A en C van de VGC relevant.
Die interne klacht is ingediend onder de vigeur van de Algemene wet bestuursrecht. Daarin staat dat het bestuursorgaan de klager moet horen, maar een wederhoorverplichting ontbreekt. Het college vervolgt dan met: "Ook uit de VGC volgen dergelijke eisen voor hoor en wederhoor niet." Maar ontoereikende toepassing van hoor en wederhoor leidt menigmaal tot de tuchtrechtelijke conclusie dat geen "deugdelijke grondslag" aanwezig is, hetgeen een inbreuk wordt geacht op het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid, en dus deel A van de VGC.
In het onderhavige geval speelt dit alles terecht geen rol, want de klager proclameert zichzelf door middel van zijn klacht tot lijdend voorwerp van een persoonsgericht onderzoek.