Professioneel-kritische instelling onvoldoende
Een registeraccountant neemt op verzoek van zijn opdrachtgever een extra pensioenvoorziening op in de jaarrekening zonder nader te onderzoeken of dat wel noodzakelijk is. Dat getuigt van een onvoldoende professioneel-kritische instelling, vindt ook het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het college legt een zwaardere maatregel op dan de Accountantskamer, omdat de accountant ook niet objectief genoeg was.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 10/529
- Datum uitspraak:
- 09 oktober 2012
- Oordeel:
- beroep gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2012:BY0046
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
KPN verzelfstandigt in 1999 een bedrijfsonderdeel. De aandelen worden via een management buy-out overgenomen door een bv, die ook de voorwaarden uit de lopende KPN-cao overneemt. Er komt een nieuwe pensioenregeling, waarvoor een overeenkomst wordt afgesloten met Delta Lloyd.
Omdat er drie maanden te lang pensioenpremie is afgedragen aan KPN heeft de nieuwe eigenaar een vordering op het telecombedrijf. De controlerend accountant van de bv zet deze op de balans 1999, net als de vordering die Delta Lloyd heeft op de bv omdat nog geen premies zijn afgedragen. De registeraccountant geeft een goedkeurende verklaring af bij de jaarrekeningen 1999 en de jaren 2000 tot en met 2004.
Een aandeelhouder van de bv verkoopt zijn aandelen aan een beheersmaatschappij. Daarvoor is een due diligence-onderzoek uitgevoerd, waarin wordt getwijfeld aan de dekking van de pensioenen. Na uitvoerige discussie besluiten de aandeelhouder en de beheersmaatschappij de opgestelde jaarrekening 2005 als definitief te beschouwen en op de basis van deze jaarrekening de aandelentransactie aan te gaan.
Uit twee rapportages, die de beheersmaatschappij heeft laten opmaken, komt naar voren dat het waarschijnlijk tot zeer waarschijnlijk is dat er een claim wordt neergelegd vanwege de VUT- en pensioenregeling binnen de onderneming. De beheersmaatschappij vindt daarom dat alsnog een pensioenvoorziening moet worden opgenomen in de jaarrekening. In een gerechtelijke procedure eist de beheersmaatschappij hiervoor 2,3 ton van de aandeelhouder.
De accountant, die ook de jaarrekeningen van de bv goedkeurde, concludeert dat op grond van deze rapportages nadere controle-informatie nodig is. Hij laat echter na die informatie te vergaren en neemt op verzoek van de beheersmaatschappij toch een extra pensioenvoorziening op in de jaarrekening. De oud-aandeelhouder betwist de noodzaak daarvan. De rechtbank 's-Gravenhage ziet die noodzaak ook niet. De oud-aandeelhouder dient daarop een klacht in tegen de accountant, die zijn oren te veel zou hebben laten hangen naar de directie van de beheersmaatschappij en te weinig onderzoek zou hebben gedaan.
De Accountantskamer vindt dat de accountant contact had moeten opnemen met de oud-aandeelhouder om meer toereikende controle-informatie te verkrijgen over de juistheid en de volledigheid van de rapportages die de beheersmaatschappij hem had aangereikt. De accountant wist dat de twee partijen in een gerechtelijke procedure waren verwikkeld en dat de beheersmaatschappij er belang bij had dat een extra pensioenvoorziening in de jaarrekening 2005 zou worden opgenomen om zo de vordering in de procedure te onderbouwen. De accountant heeft zich ten aanzien van de aangereikte informatie onvoldoende professioneel-kritisch getoond, waardoor hij onvoldoende deskundig en zorgvuldig te werk is gegaan. De Accountantskamer legt de accountant daarom een waarschuwing op.
De accountant gaat hiertegen in beroep.
Beroepsgronden
De Accountantskamer heeft ten onrechte geoordeeld dat de accountant zich onvoldoende professioneel-kritisch heeft opgesteld.
Oordeel in beroep
Het beroep wordt verworpen.
Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven is duidelijk dat de accountant het uiteindelijk niet nodig vond de onderzoeksbevindingen over het bestaan van de pensioentoezegging nader te onderzoeken. In die zin heeft hij de plicht om met een professioneel-kritische instelling controle-informatie te verkrijgen "niet juist verstaan".
Het college gaat een stap verder dan de Accountantskamer door ook te concluderen dat de accountant zich onvoldoende onafhankelijk heeft opgesteld tegenover de beheersmaatschappij en daarom bovendien niet-objectief is geweest.
Maatregel
Het college legt een zwaardere maatregel dan de Accountantskamer: een berisping. De reden daarvoor is dat de accountant op de zitting bij het college heeft verklaard dat hij zich ervan bewust was dat de opname van een extra pensioenvoorziening nadelig was voor de klagende aandeelhouder en dat hij die opzet laakbaar vond. De verklaring dat hij de opname gezien de twee rapportages niet kon voorkomen, vindt het college niet overtuigend. De accountant heeft namelijk niet de vaststelling door de Accountantskamer bestreden dat hij aanvankelijk op grond van de rapportages wel had ingezien dat nadere controle-informatie nodig was. Hij had dus uitdrukkelijk nadere informatie moeten vragen over de pensioentoezegging.
Annotatie Jan Achten
Het CBb neemt ook nog eens het gebrek aan objectiviteit in aanmerking en verbindt daaraan een zwaardere sanctie. Dat laatste is opmerkelijk want komt bijna niet voor als alleen de betrokkene in beroep gaat. Tot 2007 gold artikel 424 Wetboek strafvordering dat in deze gevallen strafverzwaring wel mogelijk maakte, maar alleen bij unaniem besluit van de rechters in de zaak. Artikel 424 is geëlimineerd, om twee redenen: hoe rechters onderling denken is niet bekend (in Nederland kennen we het geheim van de raadkamer) en het artikel zou beklaagden aanmoedigen lichtzinnig in beroep te gaan. In specifieke wetgeving komt overigens nog wel een equivalent van artikel 424 voor en de praktijk van afgelopen jaren was dat rechters zeer terughoudend waren in sanctieverzwaring als alleen beklaagde in beroep ging. We hebben hier derhalve met een zeldzaam fenomeen te maken en de conclusie is gewettigd dat betrokkene het echt te bont had gemaakt om er met een waarschuwing vanaf te mogen komen.