Opgebrande accountant langer doorgehaald
Een registeraccountant, die vorig jaar ook werd berispt en wiens inschrijving al voor twee jaar werd doorgehaald, krijgt er nog acht jaar bij omdat hij er nog een groter potje van heeft gemaakt bij een andere klant.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/37 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 17 september 2012
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- doorhaling 8 jaar
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0310
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Vorig jaar is de inschrijving van een registeraccountant met een burn-out voor twee jaar doorgehaald. Onder meer omdat bepaalde posten in de jaarrekeningen die hij samenstelde 'op geen enkele wijze' overeenkwamen met de boekhouding. Ook werd de accountant berispt, onder meer omdat hij gefactureerde bedragen liet overmaken op de rekening van zijn vrouw.
In dezelfde periode heeft hij ook de jaarrekeningen samengesteld van de houdstermaatschappij en de werkmaatschappij van een kinderdagverblijf en haar dga, voor wie hij ook de aangiften inkomstenbelasting verzorgde. De dga heeft een fiscaal adviseur ingeschakeld, die nogal wat fouten heeft ontdekt. De dga dient daarom een klacht in bij de Accountantskamer.
Klacht
A De accountant heeft bij de jaarrekening 2009 van de holding:
I. de goodwill in vijf jaar afgeschreven, terwijl de termijn daarvoor tien jaar is;
II. niet duidelijk aangegeven of er zekerheden zijn gesteld en of er een rekening-courantovereenkomst is, terwijl de rekening-courant onverklaarbaar is gestegen met 38.970 euro;
III. op eigen houtje in de jaarrekening 25.000 euro gedoteerd aan de voorziening groot onderhoud en dus ook opgenomen in de Vpb-aangifte, terwijl dat nooit is afgesproken;
IV. lukraak een pensioenvoorziening van 22.000 euro opgenomen in de jaarrekening, terwijl de dga nooit een pensioenbrief heeft gezien, elke actuariële berekening ontbreekt en de aangifte 2006 op dit punt gecorrigeerd is door de Belastingdienst;
V. een post schuld vennootschapsbelasting opgenomen die al twee achtereenvolgende jaren op 25.924 euro staat, terwijl volgens de jaarrekening in 2009 een verlies van € 36.060 is geleden; de hierop terug te verwachten vennootschapsbelasting heeft hij blijkbaar niet gecorrigeerd;
VI. in de holding huurbaten opgenomen vanuit het kinderdagverblijf, terwijl er nooit huur is betaald, de holding BV1 niet eens een bankrekening heeft en het kinderdagverblijf is gevestigd in een privé-pand van de dga.
B De accountant heeft bij de jaarrekening 2010 van de holding:
I. de rekening-courant verder met 50.805 laten stijgen, terwijl dat niet in orde is (zie A II);
II. de pensioendotatie op exact 9.000 euro gesteld, wat fiscaal onaanvaardbaar is en niet juist (zie ook A IV);
III. de voorziening voor groot onderhoud met nog eens 25.000 euro laten stijgen, terwijl de dga geen plannen voor groot onderhoud heeft, de bv's niet in staat zijn om hieraan geld uit te geven en de dga nooit gevraagd heeft om deze voorziening;
IV. de vennootschapsbelastingschuld ineens laten oplopen naar 31.091 euro, terwijl onduidelijk is waarop dit is gebaseerd.
C De accountant heeft bij de jaarrekening 2009 van het kinderdagverblijf:
een managementfee van 75.000 euro opgevoerd als kostenpost, terwijl de holding geen eigen bankrekening heeft en in de holding slechts 60.000 is verantwoord als omzet, waardoor er naheffingen Vpb en btw dreigen.
D De accountant heeft bij de jaarrekening 2010 van het kinderdagverblijf:
zonder overleg met de dga de managementfee verhoogd naar 90.000 euro.
E De accountant heeft bij de IB-aangiften van de dga over 2009 en 2010:
I. exact 6.000 euro opgegeven als premie lijfrente 2010, terwijl
- 5.515 euro aftrekbaar is volgens de jaarruimte;
- hij in de berekening van de jaarruimte 'nee' heeft geantwoord op de vraag of elders pensioen wordt opgebouwd;
- hij zelf een pensioenvoorziening heeft opgevoerd in de holding, zodat ten onrechte twee maal fiscale aftrek wordt genoten.
II. in box 2 aangegeven dat klaagster geen aanmerkelijk belang heeft, terwijl dit al sinds 2005 wel het geval is;
III. voor 19.500 resp. 22.500 euro aan effecten opgenomen in box 3, terwijl de dga niets van effectenbezit weet, terwijl het opgevoerde bedrag aan giften (600 euro) niet is betaald;
IV. in de aangifte 2009 geen effectenbezit in box 3 heeft opgenomen, maar in de IB-aangifte 2010 wel op 1-1-2010;
V. verzuimd in box 1 de terbeschikkingstelling toe te passen voor het privé-pand waarin het kinderdagverblijf gevestigd is.
Kortom, de accountant heeft uit eigen beweging aftrekposten, managementfees en huur opgevoerd en voorzieningen gevormd, waarvan hij wist dat ze fiscaal niet aanvaardbaar zijn en heeft de in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor de financiële verslaggeving volstrekt genegeerd.
Oordeel
De klacht is op alle onderdelen gegrond. De dga heeft alle verweten feiten voldoende aannemelijk gemaakt. De Accountantskamer concludeert daarom dat de accountant "in hoge mate onzorgvuldig is geweest", in strijd heeft gehandeld met de toepasselijke voorschriften en zich niet heeft gehouden aan de relevante wet- en regelgeving. Daardoor heeft hij het accountantsberoep in diskrediet gebracht en de beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid resp. professioneel gedrag geschonden.
Maatregel
Gezien de definitief geworden berisping en doorhaling voor twee jaar is een doorhaling voor acht jaar nu passend en geboden. De feiten waarvoor de accountant is doorgehaald deden zich voor in de zelfde periode als die van deze zaak. Als beide zaken gelijktijdig zouden zijn behandeld, zou de Accountantskamer een doorhaling voor tien jaar hebben opgelegd.