Ex van AA mag niet nogmaals klagen
Een gescheiden vrouw klaagt met haar nieuwe man bij de Raad van Tucht vergeefs haar ex-man aan en de registeraccountant die een deskundigenrapport opstelde voor een civiele procedure. Ook in hoger beroep vangt het stel bot. De twee proberen het opnieuw, maar dan bij de Accountantskamer. Die zegt dat het om dezelfde feiten gaat en dat de klachten te laat zijn ingediend.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/1028 en 11/2542 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 24 september 2012
- Oordeel:
- niet-ontvankelijk
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0314, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0313
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
In een scheidingsprocedure stelt een registeraccountant een deskundigenrapport op over de waarde van de aandelen van de vennootschappen van de man. De vrouw en haar nieuwe man dienen een klacht in tegen de rapporteur èn tegen de ex-van de vrouw, die accountant-administratieconsulent is.
De rapporteur zou te weinig onderzoek hebben gedaan en de AA zou hem niet, onvoldoende dan wel onjuist hebben geïnformeerd. De Raad van Tucht verklaart de klachten tegen de rapporteur en de AA ongegrond. In beroep verklaart het College van Beroep voor het bedrijfsleven de klachten deels niet-ontvankelijk en voor de rest ongegrond. Het nieuwe stel dient vervolgens een klacht in bij de Accountantskamer tegen zowel de rapporteur (11/2542) als de AA (12/1028).
Klacht
De AA heeft geweigerd correcte en volledige informatie te verschaffen zodat de waarde van de aandelen niet goed kon worden vastgesteld.
De rapporteur heeft een oordeel geveld over de waarde van de aandelen van de vennootschappen van de man, zonder dat daarvoor voldoende werkzaamheden uit te voeren resp. zonder de verstrekte jaarrekening over 1994 kritisch te controleren en zonder aanvullende informatie te vragen.
Oordeel
De klachten zijn niet-ontvankelijk.
De Accountantskamer constateert dat klacht zowel de Raad van Tucht als het College van Beroep voor het bedrijfsleven zich al over beide zaken heeft uitgelaten. Het is niet verenigbaar met de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure dat de klager dan nogmaals een klacht indient over hetzelfde feitencomplex.
Dat de tuchtrechter volgens de klagers een te terughoudende toetsingsmaatstaf heeft gehanteerd, verandert daar - als dit al juist is - niets aan. Want ook in die situatie prevaleert het belang van de accountant om niet twee keer te worden geconfronteerd met een klacht over dezelfde gedraging.
Dat de AA volgens klagers opnieuw zijn wettelijke verplichting om informatie te verstrekken niet is nagekomen, is geen nieuw feit. Het verwijt blijft namelijk dat hij die verplichting niet is nagekomen.
Ook zijn de klagers te laat met hun klachten.
In de zaak tegen de rapporteur gaat de Accountantskamer nog in op de bewering dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven de beroepszaak had moeten doorverwijzen naar de Accountantskamer. In het wetsartikel waarop de klagers zich beroepen (artikel 52, eerste lid Wtra) staat alleen dat de zaken die de Raden van Tucht niet voor 1 mei 2010 hebben afgehandeld verder moet worden afgehandeld door de Accountantskamer. Deze bepaling geldt dus niet voor de zaken die bij het college in hoger beroep aanhangig zijn gemaakt.
Maatregel
Geen.