Doorhaling voor zes maanden na belastingfraude
Een registeraccountant is veroordeeld tot een werkstraf wegens belastingfraude, voldeed eerder niet aan zijn PE-verplichtingen en weigert daarna zijn medewerking aan het periodiek kwaliteitsonderzoek. Zijn inschrijving wordt tijdelijk doorgehaald èn definitief voor zes maanden.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/936 en 12/316 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 20 juli 2012
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- tijdelijke doorhaling resp. doorhaling 6 maanden
- Status:
- bevestigd, CBb 23 mei 2013, AWB 12/927 en 12/923
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0289, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0294, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant wordt in december 2011 wegens belastingfraude veroordeeld tot een werkstraf van tweehonderd uur en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden. De strafrechter gunt hem een herkansing, maar het NIVRA niet, althans niet als registeraccountant. Om te voorkomen dat de accountant het maatschappelijk vertrouwen in het beroep opnieuw beschadigt en de RA-titel blijft gebruiken, verzoekt de voorzitter van het Koninklijk NIVRA van de inschrijving van de accountant tijdelijk door te halen "bij wijze van voorlopige voorziening". (12/936 Wtra AK)
De voorzitter klaagt er in de tweede zaak (12/316 Wtra AK) over de accountant niet meewerkt met de periodieke kwaliteitstoetsing.
Oordeel
Het verzoek en de klacht zijn gegrond.
12/936 Wtra AK
De Accountantskamer kan op verzoek van de NIVRA- of NOvAA-voorzitter de inschrijving van een accountant alvast tijdelijk doorhalen totdat de tuchtrechtuitspraak over het gedrag van de accountant onherroepelijk is. Het gaat hier om een ordemaatregel voor het geval er ernstige bezwaren tegen een accountant zijn gerezen en het gezien de bescherming van het openbaar belang nodig is de accountant met onmiddellijke ingang op non-actief te stellen. Volgens de Memorie van Antwoord bij de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) is dit een instrument om onmiddellijk te kunnen optreden bij ernstige excessen die geen uitstel dulden. Het kan dus alleen worden ingezet in uitzonderlijke situaties.
De Accountantskamer ziet in de strafrechtelijke veroordeling door de rechtbank Amsterdam voldoende grond voor het oordeel dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de accountant iets heeft gedaan dat in strijd is met de eer van de stand der registeraccountants respectievelijk met de beginselen van integriteit en professioneel gedrag.
Uit het strafrechtelijk onderzoek komt namelijk naar voren dat de accountant bewust verklaringen heeft afgelegd en informatie verstrekt die niet overeenstemmen met de waarheid. Hij heeft de rechter-commissaris en het OM geantedateerde suppletieaangiften en een achteraf herziene administratie gepresenteerd om aan te tonen dat er geen sprake was van frauduleuze opzet. In zijn strafmaatverweer heeft de accountant aangevoerd dat hij was uitgeschreven uit het handelsregister, terwijl later het tegendeel gebleken is.
Daarbij komt dat de accountant al eerder is berispt en beboet (voor in totaal € 3.650) omdat hij niet heeft voldaan aan zijn PE-verplichtingen, zodat gevreesd moet worden dat hij onvoldoende deskundig zijn vak uitoefent. Deze vrees wordt versterkt door de uitspraak die de Accountantskamer doet in de tweede zaak.
12/316 Wtra AK
De accountant zegt niet mee te werken aan het periodieke kwaliteitsonderzoek omdat hij bezig is zijn praktijk af te bouwen. Hij heeft een tijdelijke vrijstelling gekregen en moest daarna een vragenlijst invullen, maar heeft dat nagelaten. Toen de onderzoekers in mei 2011 willen langskomen, zegde hij de afspraak af wegens verhuizing en beëindiging van zijn kantoor in de zomer van 2011. Eind juli heeft het College Kwaliteitsonderzoek vastgesteld dat de praktijk niet is beëindigd. Het college liet nog per brief weten van plan te zijn een tuchtklacht in te dienen en de accountant heeft daarop niet gereageerd.
De Accountantskamer stelt op de zitting vast dat de accountant zijn medewerking heeft geweigerd en niet de waarheid heeft gesproken over zijn uitschrijving uit het handelsregister. Hij is zelfs nog altijd als openbaar accountant ingeschreven in het accountantsregister. Volgens de accountant sloeg de registratie in het handelsregister uitsluitend op het consultancy-onderdeel van zijn praktijk. Hij zegt toe zijn registratie in het accountantsregister aan te passen in 'accountant in business'. Op de zitting bij de Accountantskamer erkent hij ook dat hij nog samenstellingsverklaringen heeft afgegeven. Omdat de praktijk dus niet geëindigd was, had de accountant volgens de Accountantskamer zijn medewerking moeten verlenen aan het kwaliteitsonderzoek.
Maatregel
Een tijdelijke doorhaling met onmiddellijke ingang in de eerste zaak, een definitieve doorhaling voor zes maanden in de tweede zaak.