Tuchtrecht

Bestuursvoorzitter declareert meer dan 25 uur per dag

De bestuursvoorzitter van een accountantskantoor declareert bij zijn klanten en de partners van het kantoor het dubbele van wat een mens fysiek in een jaar aan uren kan maken, terwijl hij bovendien vier maanden per jaar in Azië verblijft. Omdat hij al vaker op de vingers is getikt en daar kennelijk geen lering uit trekt, moet diens inschrijving worden doorgehaald voor de maximale duur.

Accountantskamer

Zaaknummers:
12/226, 12/167 en 10/503 Wtra AK
Datum uitspraak:
31 augustus 2012
Oordeel:
gegrond resp. ongegrond en ongegrond
Maatregel:
doorhaling, termijn: 10 jaar
Status:
12/226 Wtra AK deels vernietigd (CBb 24 september 2013, AWB 12/986), 12/167 en 10/503 Wtra AK definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0306, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0307, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0308, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De Accountantskamer heeft uitspraak gedaan in drie tuchtprocedures tegen de accountant.

12/226 Wtra AK

Een registeraccountant is bestuursvoorzitter van de holding van een groep met achttien dochtervennootschappen, waaronder een accountants/adviseurs-maatschap. In 2007 declareert hij 4.264 uren bij zijn klanten en de vennoten van de groep, in 2008 3.984 uren, in 2009 4.183 en in 2010 4.668. In sommige overzichten komen dagen voor met meer dan 24 gedeclareerde uren. Eén van de vennoten van de accountants/adviseurs-maatschap wil de jaarrekening van de groep en de dochtervennootschappen, waarin de bestuursvoorzitter de gedeclareerde uren verwerkt, niet goedkeuren.

Op 31 mei 2011 bespreken de vennoot en de bestuursvoorzitter de declaraties. Volgens een transcriptie van het gesprek zegt de vennoot dat hij 4.600 uur per jaar ‘rijkelijk veel' vindt. Uitgaande van 52 werkweken van 5 dagen met 8 uur kom je namelijk op een jaartotaal van 2.200 uur.

De bestuursvoorzitter claimt dat elk uur dat hij voor de maatschap schrijft terecht is. De bestuursvoorzitter dreigt de vennoot onder meer uit de maatschap te zetten, dreigt een deurwaarder langs te sturen en dreigt met een kort geding wegens smaad en laster als de vennoot niet vóór 17.00 de volgende dag schriftelijk bevestigt dat hij zijn opmerking over de declaraties intrekt. Ook dreigt hij de vennoot "aan elke boom" te nagelen die er staat.

De vennoot dient een klacht in bij de Accountantskamer.

Die stelt vast dat deze klacht niet op zichzelf staat. Afgezien van de twee andere klachten in deze samenvatting zijn in het verleden nog veertien tuchtzaken tegen de accountant afgedaan. In vier daarvan zijn de klachten in hoger beroep definitief gegrond verklaard:

  • waarschuwing voor het te eigen bate gebruiken van kennis (Raad van Tucht, 19 november 1996);
  • berisping wegens het wekken van de schijn van belangenverstrengeling (Raad van Tucht, 17 februari 1997);
  • een maand schorsing wegens schending van de onafhankelijkheidseis bij het afgeven van een goedkeurende verklaring bij een jaarrekening (Raad van Tucht, 25 juli 2000);
  • geen maatregel, hoewel de accountant ook hier niet onafhankelijk genoeg is opgetreden toen hij een goedkeurende verklaring afgaf bij een jaarrekening (Raad van Tucht, 26 april 2001).

12/167 Wtra AK

Een vennoot van het accountantskantoor spreekt de bestuursvoorzitter aan als bestuurder van de stichting die het stemrecht op de aandelen van het kantoor uitoefent. De drie andere bestuursleden van de stichting hebben de bestuursvoorzitter gemachtigd namens hun persoonlijke bv te stemmen over de vastelling en goedkeuring van de jaarrekening 2008. Op de algemene aandeelhoudersvergadering heeft één van de volmachtgevers, die inmiddels geen vennoot meer was, in persoon tégen gestemd. Kort daarna zijn de jaarstukken over 2008 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

10/503 Wtra AK

Een klant van het accountantskantoor vindt dat de accountant veel te veel heeft gedeclareerd. De accountant wil het declaratiegeschil niet uitpraten en oplossen en staakt zijn werkzaamheden voor de klant. Het declaratiegeschil belandt bij de civiele rechter, die bepaalt dat de klant slechts een deel van de declaraties hoeft te betalen. De klant concludeert dat de rest ten onrechte is gedeclareerd en dient een klacht in.

Klacht

12/226 Wtra AK

De accountant heeft:

  • de jaarrekening van de groep 2009 vastgesteld hoewel de vennoot hem heeft gewezen op de gebreken;
  • de vennoot ernstig bedreigd;
  • een buitensporig, fysiek onmogelijk, aantal bestuursuren doorbelast aan de vennoten.

12/167 Wtra AK

De accountant heeft:

  • een niet juist vastgestelde jaarrekening gepubliceerd;
  • er ondanks herhaalde toezeggingen niet voor gezorgd dat de omissies werden hersteld.

10/503 Wtra AK

De accountant:

  • heeft excessief gedeclareerd;
  • is onprofessioneel geweest door niet te willen praten over het declaratiegeschil;
  • is onzorgvuldig geweest door het opstellen van de jaarstukken te staken totdat de nota was c.q. zou zijn voldaan.

Oordeel

12/226 Wtra AK

De klacht is deels gegrond.

De Accountantskamer vindt de klacht niet-ontvankelijk voor zo ver het de declaraties uit 2007 betreft. De klacht hierover is te laat ingediend.

Omdat de jaarrekening over 2009 ten tijde van de zitting op 4 juni 2012 nog niet was vastgesteld is dit deel van de klacht ongegrond.

De Accountantskamer vindt het taalgebruik en de houding van betrokkene "dermate grof en intimiderend, dat dit zonder meer als niet integer en schadelijk voor het accountantsberoep moet worden bestempeld".

Vast staat dat de voorzitter in 2008 tot en met 2010 van zijn medevennoten en klanten een vergoeding heeft geclaimd voor respectievelijk 3.984, 4.183 en 4.668 uren, terwijl hij "daarnaast ieder jaar voor een periode van circa vier maanden in zijn buitenverblijf in Azië verbleef". De voorzitter heeft veelvuldig werkweken opgegeven van meer dan 100 uur per week en van werkdagen van meer dan 20 uur per dag, tot zelfs meer dan 24 uur per dag. Dat kan naar het oordeel van de Accountantskamer, "afgezet tegen de menselijke behoefte aan periodieke rust én tegen de leeftijd van betrokkene van ruim boven de zestig jaren, niet anders dan als onrealistisch, bewust onjuist en misleidend worden aangemerkt".

12/167 Wtra AK

Een deel van de klacht is niet-ontvankelijk omdat er te veel tijd is verstreken. De rest van de klacht is ongegrond. Het gaat deels om het innemen van een civielrechtelijk standpunt en dat is alleen onder bijzondere omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar. Die omstandigheden doen zich hier niet voor. Verder heeft de bestuursvoorzitter geen bemoeienis gehad met het herstel van de omissies omdat een andere vennoot dat had opgepakt.

10/503 Wtra AK

Het declaratiegeschil hoort niet thuis bij de Accountantskamer, maar bij de Raad van Geschillen van het NIVRA dan wel de civiele rechter. Dat de civiele rechter heeft gezegd dat de klant slechts een deel van de declaraties moet betalen, wil niet zeggen dat de accountant dus te veel heeft gedeclareerd. Er is niet komen vast te staan dat de accountant werkzaamheden heeft gedeclareerd die hij niet heeft verricht. Bovendien is de accountant voor het merendeel van de gedeclareerde werkzaamheden niet de verantwoordelijke accountant geweest.

Dat de accountant niet wilde praten over de oplossing van het civielrechtelijke geschil is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Het civielrechtelijke standpunt dat de accountant heeft ingenomen is alleen tuchtrechtelijk verwijtbaar onder bijzondere omstandigheden, die zich in dit geval niet voordoen. Dat de klant zijn jaarstukken niet tijdig heeft kunnen deponeren legt op zichzelf onvoldoende gewicht in de schaal om van dergelijke omstandigheden te spreken.

Maatregel

Uiteraard volgt alleen een maatregel in zaak 12/226. Daarin weegt de Accountantskamer het tuchtrechtelijk verleden van de accountant mee. Want daaruit blijkt dat de accountant de ernst van zijn handelwijze kennelijk niet inziet en dat tuchtrechtelijk toezicht hem niet kan weerhouden van uitglijders. Ook de eerdere schorsing heeft kennelijk onvoldoende invloed gehad, zodat een tijdelijke doorhaling onvoldoende effect zal hebben. Daarom vindt de Accountantskamer een doorhaling passend en geboden. De termijn waarbinnen een verzoek tot herinschrijving niet mogelijk is, bepaalt de kamer op tien jaar.

51 reacties

Monique Stulemeijer, hoofd Regelgeving NBA

Inmiddels is de uitspraak van het CBb op rechtspraak.nl verschenen. Op de NBA-website is onder Klacht- en tuchtrecht op de pagina Status handhaving NBA een verwijzing naar de uitspraak opgenomen.

Arnout van Kempen

Geanonimiseerd is in dit geval wel ietwat humoristisch. De betrokkene is al lang bekend.

Monique Stulemeijer, hoofd Regelgeving NBA

De geanonimiseerde versie van de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven zal in de loop van deze week beschikbaar komen via www.rechtspraak.nl. De vindplaats van de uitspraak zal door de NBA op haar website worden gepubliceerd.

Jan Wietsma

Volgens mij is de uitspraak nog niet gepubliceerd, laten we daar eerst op wachten voordat we conclusies trekken. Daarnaast is het natuurlijk niet aan de NBA om uitspraken van de rechterlijke macht te becommentariëren. En die anonieme reacties, wat moet je er mee.

Arnout van Kempen

En ja, het moet weer anoniem. Jammer. Hoe dan ook, waarom zou de beroepsorganisatie tot taak hebben uitspraken van de rechter te verklaren? Niet dat die verklaring heel ingewikkeld is, hij wordt gewoon gegeven in het persbericht. Bij de tuchtrechter koos de betrokkene er voor, op advies van zijn advocaat, zich niet te verdedigen. Bij het CBB was hij kennelijk tot een iets slimmere benadering gekomen: zichzelf wel verdedigen. En die verdediging sneedt, kennelijk, hout. Daar kunnen we met elkaar vanalles van vinden, zonder de exacte feiten en afwegingen van de rechter te kennen. Maar in beginsel is het geen heel beroerd idee te starten vanuit de gedachte dat Nederlandse rechters hun vak verstaan. En dus dat de verdediging die hier gevoerd is wel eens voldoende reden kan zijn geweest om tot deze uitspraak te komen. Natuurlijk kan het dat hier een rechter heeft zitten snurken, maar het grote verschil tussen tuchtrechter en CBB is zo makkelijk te verklaren uit de bekende gegevens, dat daaruit niet zo makkelijk die conclusie valt te trekken. Dat een accountantskantoor iemand handhaaft die niet veroordeeld is, maar waar wel onaangename dingen over gezegd worden, dat kan raar schijnen, maar NIET veroordeeld worden is niet bepaald een diskwalificatie. Het artikel van de eer van de stand, GBR artikel 5, is inderdaad al vrij lang niets meer waard. Handhaving gaat daar niets aan veranderen. Het punt is vooral dat de GBR al enkele jaren is afgeschaft en vervangen door de VGC. Maar los daar van: de eer van de stand is nog nooit bevorderd door gesunden volksempfinden.

Anoniem

Ik vindt dit zo opmerkelijk dat het onbegrijpelijk is. Nu de uitspraken van de Accountantskamer en de raad van beroep zo ver uiteen liggen vergt dat enige uitleg en die uitleg mis ik. Ik meen dat die uitleg vanuit de beroepsorganisatie moet komen. Ik begrijp het accontantskantoor ook niet dat er een man aan de top kan zitten die zo opereert dat hij zo in het nieuws komt en telkens zo in het nieuws blijft komen daar gewoon kan blijven zitten. Is het artikel van de eer van de stand dan tegenwoordig helemaal niets meer waard? Dan wil ik graag een discussiestuk over verandering van de handhaving van de beroepsregels.

ANP Pers Support en Lodder website

College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt uitspraak Accountantskamer tegen bestuursvoorzitter Lodder vrijdag, 27 september 2013 Den Haag, vrijdag 27 september 2013 – Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft deze week geoordeeld dat onze bestuursvoorzitter drs. A.N. Lodder RA geen verwijtbare handelingen heeft verricht met het schrijven c.q. declareren van zijn uren. De beslissing van de Accountantskamer is hiermee komen te vervallen. Een voormalig vennoot van Lodder & Co legde een intern zakelijk conflict voor aan de Accountantskamer in de vorm van een klacht tegen onze bestuursvoorzitter. Vorig jaar oordeelde de Accountantskamer dat de heer Lodder zou moeten worden doorgehaald als registeraccountant voor de duur van tien jaar. Deze uitspraak was uitsluitend gebaseerd op informatie van de voormalig vennoot, zonder dat de heer Lodder zijn reactie op de klacht naar voren had gebracht. Op advies van de toenmalige advocaat was bij de Accountantskamer geen verweer gevoerd. Een gang van zaken die de heer Lodder achteraf beschouwd betreurt. Bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de heer Lodder wel zijn inhoudelijke reactie gegeven. Het College heeft vervolgens geoordeeld dat de klacht over het schrijven c.q. declareren van uren ongegrond is. Het College heeft de eerdere beslissing van de Accountantskamer vernietigd. Daarnaast zag de klacht op een interne bespreking met deze voormalige vennoot, waarbij harde woorden zijn gevallen. De heer Lodder heeft voor zijn uitingen in het gesprek zijn excuses kenbaar gemaakt. Het College heeft de heer Lodder voor deze uitingen een waarschuwing gegeven waarvan hij goed nota heeft genomen. Het verheugt ons dat de beslissing van de Accountantskamer is komen te vervallen. Wij danken een ieder voor het vertrouwen in onze organisatie en onze voorzitter gesteld.

Berry Wammes

We hebben destijds uitvoerig toegelicht waarom we niet tot een voorlopige voorziening hebben gekozen. Voor de overwegingen verwijs ik graag naar mijn blog van 10 december 2012. http://www.accountant.nl/Accountant/Debat/NBA/Voorlopige+voorziening.aspx Voor een overzicht van de lopende en afgeronde zaken verwijs ik volledigheidshalve naar de NBA-site: http://www.nba.nl/Klacht--en-tuchtrecht/Klacht--en-tuchtrecht-voor-individuele-accountants/Status-handhaving-NBA/

Harry Mock RA

Goed dat Herma van Lith deze zaak weer onder de aandacht brengt. De uitspraak van AWB 12/927 welke in de Accountant van September is besproken vertoont toch veel overeenkomsten met het in deze blog uitvoerig besproken geval. Heeft de NBA na December 2012 nog stappen genomen ? Als er een OMBUDSMAN voor accountants had bestaan, ,zou deze dan het NBA bestuur hebben kunnen overtuigen dat gelijke monnikken gelijke kappen verdienen ?

Herma van Lith

In Accountant van september geeft de heer Achten in zijn annotatie bij AWB 12/927 duidelijk het belang van de voorlopige voorziening weer: "zodat de man niet vrolijk als RA zijn gang kan gaan totdat hij bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven is uitgeprocedeerd" Kan iemand mij uitleggen waarom deze voorziening in bovenstaande casus nog altijd niet getroffen is?

drs. I.Th.M. Nollen FB

In reactie op de vraag van de heer van Kempen, meld ik dat op 6 oktober jl de Voorzitter van het NIVRA gevraagd is de voorlopige voorzienig aan te vragen.

Harry Mock RA

Uit het kantelen in de reacties van de heer Wammes zou afgeleid kunnen worden dat er geen voorlopige voorziening zal wordt getroffen,maar gewacht wordt tot een uitspraak in hoger beroep. . De zinsnede dat iedereen onschuldig is tot aan het einde van het hoger beroep (hetgeen minimaal 2 jaar gaat duren ) is in tegenspraak met de logica van de Wet: Immers, als betrokkene in beroep schuldig wordt bevonden en de uitspraak van de Accountantskamer wordt bevestigd, dan treedt de doorhaling automatisch in werking, En als betrokkene in beroep wordt vrijgesproken wordt de uitspraak van de Accountantskamer en dus ook de doorhaling ,vernietigd Welke rol spelen art 41 en de NBA/NIVRA voorzitter op het moment van de uitspraak in hoger beroep dan nog ? Over welke voorziening hebben we het dan? Het is evident dat de Wetgever juist de overbrugging van de periode tussen AKuitspraak en CBRuitspraak wilde regelen. Er zijn hier diverse slachtoffers aan het woord die dringend verzocht hebben om een voorziening hier en nu dadelijk. Zij hebben recht op een heldere uitspraak van het NBA/NIVRA, gaat er een voorlopige voorziening komen of niet ? En is de Eer van de Stand niet ernstig in discrediet gebracht door deze 25urige declaratiedagen ? Het is een bevestiging van het vooroordeel over de accountants die met dubbel krijt schrijven,U kent de diverse mopjes daarover, maar de zaak is te serieus om deze te ventileren. Wie gaat in de a.s. ledenvergadering daarover vragen stellen ?

Anoniem

Met verbazig heb ik de recente reactie van Dhr. Wammes gelezen en wil ik graag op een aantal punten reageren: - de uitspraak van de accountanstkamer was eind augustus. Dat is inmiddels dus al 4 maanden geleden - Dhr. Wammes geeft aan dat iemand onschuldig is, totdat hij bij het hoogste orgaan schuldig is bevonden. Als dit zo is, waarom bestaat dan de mogelijkheid in de accountantswet voor een voorlopige voorziening? Als deze hier niet relevant is, dan kan dit artikel net zo goed geschrapt worden, want dan zal deze nooit toegepast worden - Dhr. Wammes geeft aan dat er maatschappelijke relevantie noodzakelijk is. De maatschappelijke relevantie is toch ook de eer van de stand? -Het feit dat Dhr. Lodder in zijn perbericht aangeeft dat hij en zijn voltallige raad van bestuur er vanuit gaan dan de uitspraak in hoger beroep ongedaan gemaakt zullen worden, in combinatie met zijn 14 eerdere tuchtrechtzaken, geven aan dat hij daadwerkelijk niets leert - Het feit dat hij nog steeds actief is als bestuursvoorzitter van een accountantsorgantisatie met 9 kantoren in Nederland. De RvB ontkent de feiten, stelt geen intern onderzoek in en bezint zich niet op herstelmaatregelen. Dhr. Lodder krijgt carte blanche van de Raad van Bestuur om door te gaan met zijn kwalijke praktijken. Als dit geen maatschappelijke relevantie is, dan weet ik het niet meer. Wat is dan precies de rol van de toezichthouders? De goede naam van alle goedwillende accountants wordt hiermee ten schande gemaakt.

Paul Stoele

Beste Berry, Van niemand wordt het onmogelijke gevergd, maar even overleggen met betrokkenen moet toch wel mogelijk zijn?

Arnout van Kempen

Overigens, legen Nollen en Uenk als ze beweren dat ze het NBA i.o. expliciet en tijdig hebben gevraagd om de voorlopige voorziening?

Arnout van Kempen

Zelden een dergelijke argumentatie gezien. Dat kan echt beter. Ten eerste het argument van de onschuld. Dat is strafrecht Berry, geen tuchtrecht. Als dat hier zou gelden, bestond die hele voorlopige voorziening niet. Je kan inhoudelijk gelijk hebben, juridisch is het een onzin-argument. Dan de wet bescherming persoonsgegevens. Die gaat over de vastlegging van gegevensbestanden met persoonsgegegevns, en is echt niet de basis voor geheimhoudingsplicht door het NBA i.o. Wederom, je kan inhoudelijk gelijk hebben, juridisch is het een onzinargument. En dat is allemaal zo erg niet, het begint alleen de zorgwekkende indruk te wekken dat gezocht wordt naar argumenten. En dat is jammer, want je kan wel degelijk. Znder enige privacy-schending gewoon antwoord geven op mijn vraag: wanneer maakt het NBA i.o. nou wel gebruik van de mogelijkheid een voorlopige voorziening te vragen? Dat is een heel simpele, niet casus gebonden, vraag naar beleid. Je gaat me niet vertellen dat het NBA i.o. tot op heden verzuimd heeft beleid te formuleren op dit nogal wezenlijk nieuwe recht in de Wtra, neem ik aan. Maar wat je tot nu toe wel vertelt lijkt daar toch opvallend sterk op. Ik kan me niet voorstellen dat het waar is, maar waarom wil je niet dat de buitenwereld weet welk beleid het NBA i.o. op dit punt volgt?

Berry Wammes

Heren,   Ik wil vermelden dat wij pas bij de uitspraak van de Accountantskamer van de kwestie op de hoogte werden gesteld en niet eerder.   Voorts: velen hebben hun oordeel kennelijk al geveld, maar in dit land geldt nog altijd dat iemand onschuldig is tot zijn schuld zo nodig tot in hoogste instantie is bewezen. De beroepsorganisatie past een zorgvuldig proces toe en oordeelt niet louter op basis van krantenberichten. We kennen een laagdrempelig tuchtrecht, dat ook in dit geval heeft gewerkt. Vervolgens is er een meer hoogdrempelige voorlopige voorziening, omgeven met de nodige checks en balances, zoals de afweging dat er sprake moet zijn van - kort gezegd - onomstreden schade voor het beroep. Als dat het geval lijkt te zijn dan heeft de betrokkene op basis van de beleidsregels die het NIVRA hanteert nog altijd het recht gehoord te worden. Ik begrijp de oproepen tot transparantie, maar ook de NBA heeft rekening te houden met privacy-overwegingen, voortvloeiend uit de wet bescherming persoonsgegevens. Dat dwingt tot terughoudendheid in onze communicatie met derden.

Johan Visser

AT:Arnout: als NIVRA c.q.NBA i.o oftewel de voorzitter geen voorlopige voorziening vraagt dan is het antwoord op jouw vraag waar de grens dan wel ligt eenvoudig te beantwoorden. Het ligt Jenseits von Gute und Bose.(Nietzsche) Anders gezegd als het optreden van L. geen voldoende reden vormt voor de voorzitter om in te grijpen dan is alles geoorloofd. Bovendien worden dan de slachtoffers opnieuw in de steek gelaten.En die hebben al genoeg geleden.

Paul Stoele

Slachtoffers behoeven toch zeker niet te wachten tot de NBA is opgericht. De voorzitter van het Koninklijk NIvRA kon en kan toch allang in actie komen in een schrijnende zaak als de onderhavige.

Arnout van Kempen

in deze casus was de NBA i.o. wel op voorhand op de hoogte en was wel gevraagd om die voorlopige voorziening te vragen, begrijp ik uit de reacties. Dat betekent dus, gezien de reactie van Berry, dat het NBA i.o. in dit geval het maatschappelijk belang niet zwaar genoeg vond wegen. Dat roept de nieuwe vraag op: waar ligt ongeveer de grens dan wel?

Bery Wammes

AT:slachtoffer Zoals gezegd zijn er aan dit soort processen formele eisen verbonden die de NBA in acht moet nemen en die de nodige tijd kunnen vergen. Uw conclusies kunnen we niet bevestigen. AT:arnout We zijn niet a tempo op de hoogte van elke tuchtklacht die wordt ingediend, daarnaast vereist een voorlopige voorziening een zwaarwegend maatschappelijk belang. Als daar op voorhand niet evident sprake van is kan het verstandig zijn de uitspraak van de tuchtrechter af te wachten.

een slachtoffer

AT:Berry Wammes Is de conclusie dat de heer Lodder ingeschreven blijft in het accountantsregister terecht? Kennelijk is het verzoek om de eerder vermelde Voorlopige voorziening (om de schorsing direct in te laten gaan) niet ingewilligd door de Accountantskamer?

Hans Dijkstra

Een casus als deze kan natuurlijk ook aanleiding zijn tot een beetje kritische zelfreflectie op punten waar je zelf ook mee te maken hebt. Denk maar eens aan de verleidingen van het uren schrijven: - productief werk tijdens conference calls (dubbele uren schrijven?) - of bellen tijdens 'reistijd' (dubbele uren schrijven?) - een beetje creatief zijn met p x q als je denkt dat het tarief lastig is, maar meer uren wel uit te leggen zijn? - of gewoon meer uren schrijven dan je gemaakt hebt (zeker als je veel slimmer bent dan je uurtarief doet vermoeden); De werkelijkheid is natuurlijk complex, je hebt rekkelijken en preciezen, je hebt fixed fee's, je hebt je eigen stukje spreadsheet waar je verantwoordelijk voor bent, en zo nog veel meer afwegingen bij het schrijven van uren. Maar schrijf je altijd je uren omdat het echt klopt, of ook wel eens omdat je er wel mee weg komt?

Arnout van Kempen

AT:Berry, ik snap je wel, maar mijn punt was iets anders. Ook toen de klacht naar de AK ging had de voorzitter al om een voorziening kunnen vragen en dat heeft hij kennelijk niet gedaan. De reden daarvoor boeit mij.

Berry Wammes

AT: Arnout Ter verduidelijking: een aangeklaagde accountant heeft zes weken de tijd om in beroep te gaan tegen een uitspraak van de Accountantskamer. Een verzoek tot voorlopige voorziening heeft alleen zin als dat beroep daadwerkelijk wordt ingediend. In het andere geval wordt immers de tuchtmaatregel gewoon toegepast. Het kan dus zes weken duren voor de beroepsorganisatie duidelijkheid heeft over de keuze: maatregel toepassen of voorlopige voorziening aanvragen.

Cees van Dijk RA

Naar aanleiding van de teksten die ik naderhand heb gelezen begrijp ik voorzichtig dat het NIVRA voornemens is om haar plicht te doen. Ik hoop echter wel dat het NIVRA dan ook zich verantwoordelijk voelt om dan ook de teugels verder aan te halen. Lodder en Hermsen RA hebben sedert 1994 gefraudeerde jaarrekeningen van de maatschap Lodder geproduceerd. Ik heb persoonlijk de vastgestelde jaarrekening 1994 - rond eind 1995- geaccodeerd en de maatschap heeft deze vastgesteld. Jaren later heeft Lodder/Hermsen een nieuwe jaarrekening 1994 gemaakt die sterk afweek van de vorige 1994 jaarrrekening. Als dit in 1995 was gebeurd zou ik toen al zijn opgestapt. Deze nieuwe jaarrekening 1994 was de reden van mijn opstappen. Van andere latere maatschapsleden heb ik begrepen dat deze zelfde werkwijze over de jaarrekeningen na dit jaar zijn uitgevoerd. Aan de orde is dus dat over 1994 tot en met nu onjuiste jaarrekeningen zijn gefabriceerd welke niet overeenstemden met de gemaakte afspraken. Voor mij is dat voor de jaarrekeningen 1994 tot en met 1997 nu in hoger beroep vastgesteld. Hier ligt de angel die het NIVRA dient recht te zetten daar onze wetgeving niet toereikend is. Hopelijk is onze beroepsorganisatie in staat om door te tasten en tevens alle daar nog werkende RA's aan te sporen mee te werken.

Arnout van Kempen

Artikel 41 wtra ziet natuurlijk niet alleen op beroepsgevallen, maar wel degelijk ook op klachten bij de AK. Uit de teksten hieronder valt te lezen dat aan het NIVRA gevraagd is daar gebruik van te maken, en dat is dus niet gebeurd. Het is mooi te lezen dat het NIVRA binnenkort tekst en uitleg gaat geven, ook over de formele kanten van de zaak, maar vooral op de inhoudelijke afwegingen mag ik hopen. Transparantie helpt het beroep verder, mooi dat dat gaat gebeuren.

Berry Wammes

Collega's, Dank voor de aansporingen maar wij deze uitspraak uiteraard al in beeld. Daarbij is er tussentijds contact geweest met de heer Nollen die we hebben uitgelegd dat het vragen van een voorlopige voorziening slechts zinvol is wanneer er beroep wordt aangetekend. Dat is thans het geval en daarom is er een advies naar het bestuur gegaan dat inmiddels door het bestuur is geaccordeerd. Aan dit soort processen zitten een aantal formele vereisten waar we aan behoren te voldoen. We zullen zo spoedig mogelijk nader berichten.

Cees Van Dijk RA

AT: harry Mock Beste Harry nummer niet voorhanden maar uitspraak was in 2000 en is ook in de accountant gepubliceerd. Commetaar was waarom ik geen hoger beroep had aangetekend tegen de beslissing. De reden was dat de RVT ook oordeelde dat ik geen lid was van de maatschap daar de akte pas werd getekend na mijn vertrek en ik dus geen deel kon uitmaken van die maatschap. De weledele herenrechters dachten daar natuurlijk weer anders over. Maar de daaruitvoorvloeiende concurentiebedingen van Lodder heb ik kunnen weerleggen en zijn nu geregeld in het hoger beroep. Dit na 13 jaar procederen. Dit als inleiding voor het volgende: Ik dacht altijd dat ik in een gecivileerd land leefde waar rechten en plichten door wetten werden geregeld. Ik denk daar nu anders over, ik denk nu dat ik in een bananenrepubliek woon en werk waar geen recht gesproken wordt en waar witte boordencriminelen vrij spel hebben. Hier zijn nog wel enkele andere voorbeelden voor te noemen bv de schipholcase. Het is toch onvoorstelbaar dat LODDER dit nu al 20 jaar zo kan doen. De eerste maand schorsing kreeg hij via mijn klacht. Daarna heeft de FIOD hem nageplozen en volgens zeggen werd een 100% fraude en bedrog case om zeep geholpen door een onbeholpen officier van justitie.Ik ruik hier een mogelijkheid van ambtelijke omkoping! Het NIVRA is al jaren op de hoogte alsmede de AFM en de RVT en nog steeds kan deze man zijn gang gaan. Hij heeft bijna 30 families ( oud vennoten en derden) hun huwelijksleven ontnomen, de vrouwen konden niet meer tegen de processen dan wel tegen het feit dat LODDER hen keer op keer als getuige liet oproepen in processen waarbij zij zelfs als onwillige getuigen van hun bed af zijn gelicht om voor rechtbanken te verschijnen, die daar natuurlijk weer aan meewerkten,alleen om LODDER zijn debiteuren te laten uitkleden. Het lijkt of onze gerechterlijke macht niet in staat is om witte boordencriminelen te stoppen en af te straffen en dat de eigen beroepsorganisaties zoals NIVRA/SRA en AFM niet handelen dan wel handelsonbekwaam genoemd kunnen worden.De nieuwe vergunning werd door de AFM zomaar zonder enige resricktie afgegeven!! Hopelijk leest ook Minister Opstelten dit bericht en stelt hij zowel binnen Justitie als binnen de belastingdienstonderzoek in naar deze gang van zaken en deelt hij ons mede hoe wij deze man strafrechtelijk aangepakt krijgen. Niet zeggen dat wij gewoon aangifte moeten doen bij de Politie daar deze op geen enkele wijze geoutilleerd zijn om een dergelijke aangifte op te nemen, het onbreekt hen gewoon aan kennisnivo om een dergelijke aangifte op te nemen. Bij mijn advocaat staat 7 meter dossier intussen. Ook wil ik nog aan de orde stellen de avocaat van Lodder te weten Norbert Haas van Kienhuis Hoving, deze advocaat heeft op voorhand zijn verontschuldigingen aangeboden aan een aantal van ons voor de komende processen maar ondanks dat hij ook onze advocaat was procedeert hij tegen ons waarbi jhij in verschillende cases verschillende standpunten inneemt . Ik heb hem tot de hoogste RVB gedaagd en kreeg ongelijk bij de rechtstraak voor advocaten. Het blijft voor mij onbegrijpelijk dat deze man door zijn maatschap kan worden gehandhaafd daar de grote schadeclaims eraan gaan komen. Na een telefoontje van mij aan zijn maatschap zou ik direct worden teruggebeld. Het zal U van zon maatschap niet verwonderen dat dit nog steeds niet is gebeurd. Ik laat het hier voorlopig maar bij maar een ieder kan bij mij terecht voor vragen en antwoorden.

drs. J.W. van der Weele

Lodder & Co. is een SRA kantoor! Waarom horen wij vanuit deze organisatie niets?Op de site is te lezen: Als uw accountantskantoor lid is en dus het SRA-keurmerk draagt, bent u ervan verzekerd dat uw accountant kwaliteit levert. Waarom neemt de SRA geen stelling in deze dan? Een ander belangrijk punt is, dat nu de mede-vennoten op de hoogte zijn van de frauduleuze praktijken van haar bestuursvoorzitter en men hiertegen geen actie onderneemt, men medeplichtigwordt en ook van strafbare feiten kan worden beschuldigd. Het is raadzaam om afstand te nemen door deze oplichter zo snel mogelijk uit zijn functie te zetten. Op naar Thailand en nooit meer terugkomen!

Arnout van Kempen

Cursisten, accountants dus, van de PKI cursus, leg ik vaak een casus voor waar niet alleen kritisch denken en waarnemen aan de orde is , maar ook een juridisch wat lastige, maar moreel vrij heldere situatie. De vraag die ik curisten dan voorleg is: wat doe jij, als accountant, als vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer, als iemand die volgens de VGC het algemeen belang dient? verschuil je je achter teksten als "pleibaar standpunt" of beroep je je op regels die je geweten ontlasten? Of durf je werkelijk een standpunt in te nemen en daar consequenties aan te verbinden? Durf je te doen waartoe je beroep je eigenlijk verplicht, en waartoe je beroepsorganisatie je oproept? Zelf verantwoordelijkheid nemen, een moreel standpunt innemen en daar naar handelen, en net via regels afwachten tot een ander voor jou oordeelt. Ik probeer, feitelijk namens het NBA, dáárover te praten in de PKI cursus met accountants. En dat doe ik vanuit de zekerheid dat het NBA dat ook echt zo ziet. Dat het NBA ten volle begrijpt dat het afelopen moet zijn in dit beroep met het wegduiken, het afschuiven van verantwoordelijkheid. Dat in dit beroep persoonlijke en collectieve integriteit vereist is, dat het maatschappelijk verkeer en klanten daar behoefte aan hebben en daar recht op hebben. Veel accountants uiten enige (tot veel) weerstand tegen de verplichting een PKI-training te moeten volgen. Vaak ervaart men het vooraf als een zinloze exercitie voor de buhne, en over de pre-learning filmpjes hoor ik opvallend vaak als commentaar: ja, die voorzitter van het NIVRA, die kan het mooi vertellen in zijn filmpje, maar wat doet hij zelf? Persoonlijk zou ik het best aardig vinden als het NIVRA enige toelichting zou willen geven bij deze specifieke casus, zodat mijn collega PKI-docenten en ik dan uitleg kunnen geven. Deze casus leent zich zo te zien uitstekend als illustratie bij wat we nu precies onder professioneel-kritisch handelen moeten verstaan. Niet over het handelen van "betrokkene", dat levert niet bepaald een spannend gesprek op vrees ik. Nee, over de keuzes die het NIVRA zelf maakt in deze casus. Dáár valt naar mijn gevoel een uitermate boeiend en genuanceerd gesprek over te voeren. En ik zeg dat niet met cynisme. Het gevoelen in de reacties is duidelijk: de voorzitter had allang een voorlopige schorsing moeten aanvragen, en nu dit kennelijk niet is gebeurd moet het als de donder alsnog gebeuren. Maar als ik nu lees dat de voorzitter enkele weken geleden al expliciet verzocht is gebruik te maken van artikel 41 wtra, dan moet ik concluderen dat er goede redenen zijn om aan dat verzoek geen gehoor te geven. Wat zouden die goede redenen kunnen zijn? In het kader van de PKI-cursussen zou ik daar heel graag iets meer over horen. Zou het NIVRA hierin, vanuit educatieve doelen dus, wat openheid in willen geven?

drs I.Th.M. Nollen FB en J. Uenk AA

In reactie op de inmiddels geplaatste berichten en het persbericht van Lodder & Co het volgende. 1. Met betrekking tot het niet tijdig kunnen verweren tegen de klacht merken wij op dat de heer Lodder bij de Accountantskamer 3 keer uitstel heeft gevraagd en gekregen om schriftelijk verweer in te dienen. Vervolgens heeft hij via zijn advocaat 2 weken voor de zitting te kennen gegeven aan de griffier van de Accountantskamer dat men afzag van schriftelijk verweer en mondeling pleidooi zou houden. De heer Lodder heeft vervolgens de keuze gemaakt om niet ter zitting te verschijnen. 2. Het NBA (Nivra) is volledig op de hoogte en beschikt over de stukken. Wij hebben de voorzitter van het Nivra enige weken geleden verzocht de voorlopige voorziening aan te vragen waarover in de berichten wordt gesproken. 3. Ons is bekend dat In oktober 2011 aangifte is gedaan bij het Openbaar Ministerie, het Functioneel Parket te Zwolle. De aangifte betreft het uiten van bedreigingen en het excessief schrijven van uren en declareren (naar klanten en maatschapsleden). Deze zaken zijn ook ingebracht bij de klacht bij de Accountantskamer. De aangifte betrof daarnaast valsheid in geschrifte en oplichting. Het Openbaar Ministerie heeft geconstateerd dat er inderdaad zaken niet juist zijn, maar besloten, vanwege vnl. capaciteitsgebrek en gebrek aan andere aangiften, niet over te gaan tot vervolging. Tegen deze beslissing is een artikel 12 procedure aanhangig gemaakt bij het Gerechtshof te Den Haag. Het Hof is verzocht te beslissen dat het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek alsnog instelt. Medio december (vertraging daargelaten) is een advies van de Advocaat Generaal te verwachten. 4. Wij zijn verbaasd nu te moeten lezen dat de heer Lodder blijkbaar nog steeds (of weer) bestuursvoorzitter is.

Dimitri vd Berghe

Werkelijk verbijsterend wat bij dit kantoor al jaren aan de gang lijkt te zijn. We moeten het hoger beroep van de bestuursvoorzitter natuurlijk wel afwachten, want hij schijnt zich nog niet verdedigd te kunnen hebben (vertragingstactiek...?). De voorzitter van de Nivra/NBA zal deze zaak nauwlettend moeten blijven volgen in het belang van de beroepsgroep. Hier moet worden opgetreden, dit is niet te tolereren. Deze rotte appel met tak en wortels zo snel mogelijk verwijderen uit onze beroepsgroep.

Harry Mock RA

AT:Arnout van Kempen Geheel mee eens, als dit niet een geval voor art 41 Wtra is ,wat dan wel. Hoger beroep is een verworvenheid van de democratie, maar de CRB loopt voortdurend twee jaar achter, hetgeen in actuele zaken veel te lang is om nog effectief te zijn. Een openbare aanklager zou uitkomst gebracht hebben, nu ligt de bal bij de NBA voorziiter. AT:Cees van Dijk RA Uw ervaring met de oude RvT die de feiten afdeed als ""ïntern conflict"" verdient nadere bestudering, kunt U het jurisprudentienummer geven ? Het financieel benadelen van medepartners komt helaas nog steeds voor ( zie de verkoop van Doxis )en zou met een beroep op deze jurisprudentie ongestraft kunnen blijven. Ook hier had een openbare aanklager duidelijk kunnen maken dat dergelijk gedrag bij accountants niet te toleren valt en klachtwaardig is. Het betreffende kantoor heeft naar mijn weten geen klacht ingediend, ook hier ligt een taak voor de NBA voorzitter.

Arnout van Kempen

We kunnen in ieder geval met elkaar constateren dat de naam van betrokkene inmiddels geegzaam bekend is. Iedereen die vanaf nu zaken met hem doet en niet ia google even bekeken heeft wie hij is, draagt vanaf nu zelf minstens enige verantwoordelijkheid voor eventuele schade als gevolg van het door de tuchtrechter vastgestelde gedrag. Dat gezegd hebbende, de wet stelt in artikel 41 wtra: 'De accountantskamer is bij wijze van voorlopige voorziening bevoegd de inschrijving van de betrokkene tijdelijk door te halen, op verzoek van: ... de voorzitter van het NIVRA, ingeval jegens de betrokkene een ernstig vermoeden is gerezen van handelen of nalaten als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants en daardoor zwaarwegende openbare belangen in het geding zijn.' Of dit verzoek gedaan zal worden hangt af van de voorzitter van het NIVRA. Ik ben benieuwd of de voorzitter van dit recht gebruik gaat maken, gegeven het feit dat betrokkene bepaald al eerder in beeld was, en de voorzitter tot op heden van dit recht geen gebruik heeft gemaakt. Het doet me meteen mijmeren over de vraag of een soort "aanklager voor het accountantsberoep" daarin iets meer voortvarendheid had laten zien. Overigens bepaald artikel 41 wtra ook dat een dergelijke voorlopige voorziening mogelijk is indien tegen betrokkene een strafrechterlijke zaak loopt die de beroepsuitoefening raakt. In dat verband verbaast het me in alle eerlijkheid dat kennelijk, ondanks de door de tuchtrechter vastgestelde gedragingen, niemand aangifte heeft gedaan van valsheid in geschrifte, oplichting oid. En als wel aanifte is gedaan, dit kennelijk niet tot vervolging heeft geleid. En als wel vervolging is ingesteld, kennelijk niemand op het idee is gekomen artikel 41 wtra in te roepen. Al met al mis ik in deze casus een voortvarend optreden en daarmee gepaard gaande communicatie richting het publiek, om te laten zien dat dit beroep zich bewust is van haar taak het publiek te beschermen.

Erik

http://www.lodder.com/nieuws/nieuws-single-item/artikel/lodder-in-beroep-tegen-accountantskamer-inzake-intern-conflict/

Johan Visser

Gegeven de schandelijke reactie van betrokkene die Accountancynieuws vandaag op haar website meldt ondersteun ik van harte de oproep van collega Stoele dat de voorzitter van de NBA bij de Accountantskamer een voorlopige voorziening aanvraagt. Zo niet dan gaat deze man hangende het ingestelde beroep gewoon door met zijn infame praktijken.

Sameer van Alfen

Ik heb vanmorgen een stuk over deze uitspraak geschreven in De Telegraaf. Een van de personen hieronder heeft zich bij mij gemeld als gedupeerde. Alleen hij heeft per abuis geen telefoonnummer achtergelaten. Bij deze de oproep om nog een keer te reageren via svalfen at telegraaf.nl Ook andere tips over accountants zijn via deze weg welkom.

Paul Stoele

Tenzij de voorzitter van het NIvRA bereid is om bij de Accountantskamer om een voorlopige voorziening te vragen, kan betrokkene nog jaren zijn gang gaan. Een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven zal, immers, nog enkele jaren op zich laten wachten.

dirk-Jan den Haan

Ach wat heet gerechtiheid in deze? Ik ken deze mijnheer al jaren. Toen wij nog client bij hem waren en wij dit bedrijf ( deze mijnheer) advies vroegen tot ontbinding van de vennootschap, kwamen wij uiteindelijk tot de conclusie dat wij facturen soms drie keer betaalden. Bovendien was het bedrijf ( deze mijnheer) uitstekend op de hoogte vanhet feit hoe je chaos kon scheppen in een bedrijf met als primeur het uitspelen van vennoten die elkaar niet meer vertrouwden. Onterecht bleek later in een vennootschapsprocedure. Het accountantsbedrijf had echter een probaat voordeel; zij konden bljven declareren.Ofschoon de rechter ons best wel goed begreep, moest hij uiteindelijkbij gebrek aan bewij( wij konden onvoldoende bewijs leveren) zich ten voordele van verdachte uitspreken. Echter bij eentweede gelegenheid kregen wij het voordeel van de twijfel en zagen toch nog iets terug van ons geld. Gewoon jaarrekeningen niet gemaakt en afspraken verzonnen. Natuurlijk dan ga je naar dubbele werktijden. Goed datde agenda is een keer door de juiste accountant is uitgeplozen van deze abjecte persoonlijkheid met zijn excessief declaratiegedrag Hulde aan die accountant die het door had. En ja, de naam van het bedrijf is voorgoed besmet!

Webredactie

Aan inhoudelijke kritiek, discussie en uitwisseling van argumenten worden in beginsel geen grenzen gesteld, mits deze passen binnen het brede aandachtsgebied van deze site. Wel verzoekt de webredactie deelnemers in de reacties te letten op woordkeus en toonhoogte. Om deze reden is een reactie verwijderd.

Fons Otten

Het lijkt me dat hier strafrechterlijke vervolging wegens valsheid in geschrifte op zijn plaats is. Ik ben blij dat er tegenwoordig duidelijk uitgelegd wordt wat er fout zit bij een "beroepsgenoot". De tijd van onder het vloerkleed schuiven lijkt voorbij.

Jan Wietsma

Er is inmiddels beroep aangetekend begrijp ik uit de mededeling op de website van Accountancynieuws

Cees van Dijk RA

Terechte schorsing had al in 1999/2000 moetengebeuren in verband met mijn ingediende klacht bij de raad van tucht over het indienen van onjuiste jaarrekeningen van de maatschap. De raad van Tucht zag dat echter als een interne gelegenheid. Ook toen was er al sprake van meer dan 4000 declarabele en gedeclareerde uren per jaar. De klacht werd door die RVT terzijde geschoven. Hopelijk komt hij er nu in hoger beroep niet meer zo vanaf. Dan nog te bedenken de zeer kwalijke rol die de advocaat van deze accountant al jaren speelt en blijkbaar nog steeds deel uitmaakt van de maatschap Kienhuis Hoving. Zal wel goed zijn voor de omzet van dit kantoor want de betreffende accountant procedeert wel in circa 35 zaken met ex maten en clienten de afgelopen jaren en samen dollen en frusteren zij de rechtspraak al jaren.Standpunten in de ene zaak staan lijnrecht tegenover feiten uit andere zaken. Hopelijk komt daar nu een keer een eind aan. Ik procedeer al sinds 1999 met hem en zijn kwalijke advocaat en het einde lijkt nog lang niet in zicht. Lang leve de rechtsgang in Nederland.

Rob Groot

Dit hoort strafrechtelijk een vervolg te krijgen. Uren schrijven die niet gemaakt zijn is simpelweg fraude. De man is blijkbaar geinspireerd door de film de Firm, waarin een advocaten kantoor zich structureel te buiten ging aan dergelijke praktijken. Betrokken klanten hebben recht hebben op compensatie. Het initiatief hiervoor zou van zijn (ex) collega vennoten moeten uitgaan. Anders zijn zij medeplichtig door het aannemen en onderling verdelen van frauduleus verkregen gelden. Ben benieuwd hoe dit verder afloopt................ Dit is echt funest voor het imago van de beroepsgroep als dit groot in media komt.

Arjan

AT: Arnout: terechte toelichting! Wellicht weet jij ook hoe het zit met de opmerkingen over “naming and shaming”? Zeker in dit soort gevallen waar de maximale straf wordt opgelegd en waar de kans vrij groot is om betrokkene in het zakelijk verkeer – al dan niet als RA - tegen te komen lijkt ook mij bekendmaking van naam en toenaam wenselijk. Onder het oude tuchtrecht (vóór 2009) had de tuchtrechter de mogelijkheid om een maatregel te verzwaren door de naam van betrokkene bekend te maken maar in de beschrijving van het huidige tuchtrecht op de NBA site zag ik deze optie zo gauw niet terugkomen? Wat het overigens niet onmogelijk maakt de gegevens van betrokkene te achterhalen, op Accountancynieuws wordt deze uitspraak reeds op 31 augustus vermeld en wordt betrokkene uit Doetinchem met naam en toenaam genoemd.

Rinus Leemans

Wat een schurk deze meneer! Voor dit soort types moet publieke worden gewaarschuwd.

Arnout van Kempen

AT:Ton Hoogduin Ik denk dat hier sprake is van een misverstand. De betrokken (voormalig) accountant krijgt geen schorsing van tien jaar, maar wordt uitgeschreven en kan zich de komende tien jaar in ieder geval niet opnieuw laten inschrijven. In de praktijk zal dit, ook gezien de leeftijd van de betreffende (voormalig) accountant, doorhaling voor het leven zijn. Onder het oude tuchtrecht kon een doorgehaalde accountant in theorie een dag later zich bij het NIVRA melden met een verzoek opnieuw ingeschreven te worden. Het was dan aan het bestuur om daarop, binnen de wet, te beslissen. Onder de wtra zal de tuchtrechter bij een doorhaling altijd ook een termijn bepalen waarbinnen van herinschrijving geen sprake kan zijn. De uitspraak die in deze zaak gedaan is, is dus de zwaarst mogelijke sanctie die de tuchtrechter tot zijn beschikking heeft. De uitspraak is letterlijk: legt ter zake aan betrokkene op de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de accountant in het register als bedoeld in artikel 1, onder j. Wtra, welke doorhaling ingaat op de tweede dag volgend op de dag waarop deze beslissing onherroepelijk is geworden èn de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd; bepaalt de termijn waarbinnen betrokkene niet opnieuw in het register kan worden ingeschreven op 10 (tien) jaren;

Ton Hoogduin

Waarom voor 10 jaar schorsen. Deze man mag toch nooit meer in dit beroep werkzaam zijn. Voor het leven schorsen, maar niet alleen als accountant, maar eveneens voor alle andere beschermde titels. Laat die maar van zijn AOW gaan "genieten" in Azië.

Ronald Bobbe

Ongelofelijk verhaal...! Wat een schurk. Bijplussen in uren tot in het absurde. Dat die idioot dat zelf niet snapt. Tip aan de benadeelde ex-partners en alle klanten die veel te hoge rekeningen hebben gehad: het declareren van niet gemaakte uren (zeker als het er zó duimendik bovenop ligt) is valsheid in geschrifte; het bewust sturen van een onjuiste factuur. Alle niet gemaakte uren terugvorderen, met wettelijke rente en een dikke boete van de rechter. Volledig uitkleden die gast...

Johan Visser

Eindelijk gerechtigheid !!! Deze meneer heeft nog veel meer op zijn kerfstok dan hier vermeld. Zoals het niet uitbetalen van een groot aantal ex-maten ook al lag er een arbitraal bindend advies en was er contractueel vastgelegd dat het arbitrale vonnis bindend zou zijn. Jammer dat het alllemaal zo lang geduurd heeft.Dat had vele oprechte Accountants en Fiscalisten een hoop narigheid bespaard Nb; zelf heb ik nooit zaken met deze roofridder gedaan want werd al in 1995 door een volstrekt oprechte AA gewaarschuwd. Mijn opmerkingen komen dus niet voort uit een persoonlijke wrok maar puur uit het besef dat misdadigers onder het juk van de wet door moeten zoals de grote Solzjenitsyn ooit schreef.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.