Tuchtrecht

Bestuursvoorzitter declareert meer dan 25 uur per dag

De bestuursvoorzitter van een accountantskantoor declareert bij zijn klanten en de partners van het kantoor het dubbele van wat een mens fysiek in een jaar aan uren kan maken, terwijl hij bovendien vier maanden per jaar in Azië verblijft. Omdat hij al vaker op de vingers is getikt en daar kennelijk geen lering uit trekt, moet diens inschrijving worden doorgehaald voor de maximale duur.

Accountantskamer

Zaaknummers:
12/226, 12/167 en 10/503 Wtra AK
Datum uitspraak:
31 augustus 2012
Oordeel:
gegrond resp. ongegrond en ongegrond
Maatregel:
doorhaling, termijn: 10 jaar
Status:
12/226 Wtra AK deels vernietigd (CBb 24 september 2013, AWB 12/986), 12/167 en 10/503 Wtra AK definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0306, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0307, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0308, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De Accountantskamer heeft uitspraak gedaan in drie tuchtprocedures tegen de accountant.

12/226 Wtra AK

Een registeraccountant is bestuursvoorzitter van de holding van een groep met achttien dochtervennootschappen, waaronder een accountants/adviseurs-maatschap. In 2007 declareert hij 4.264 uren bij zijn klanten en de vennoten van de groep, in 2008 3.984 uren, in 2009 4.183 en in 2010 4.668. In sommige overzichten komen dagen voor met meer dan 24 gedeclareerde uren. Eén van de vennoten van de accountants/adviseurs-maatschap wil de jaarrekening van de groep en de dochtervennootschappen, waarin de bestuursvoorzitter de gedeclareerde uren verwerkt, niet goedkeuren.

Op 31 mei 2011 bespreken de vennoot en de bestuursvoorzitter de declaraties. Volgens een transcriptie van het gesprek zegt de vennoot dat hij 4.600 uur per jaar ‘rijkelijk veel' vindt. Uitgaande van 52 werkweken van 5 dagen met 8 uur kom je namelijk op een jaartotaal van 2.200 uur.

De bestuursvoorzitter claimt dat elk uur dat hij voor de maatschap schrijft terecht is. De bestuursvoorzitter dreigt de vennoot onder meer uit de maatschap te zetten, dreigt een deurwaarder langs te sturen en dreigt met een kort geding wegens smaad en laster als de vennoot niet vóór 17.00 de volgende dag schriftelijk bevestigt dat hij zijn opmerking over de declaraties intrekt. Ook dreigt hij de vennoot "aan elke boom" te nagelen die er staat.

De vennoot dient een klacht in bij de Accountantskamer.

Die stelt vast dat deze klacht niet op zichzelf staat. Afgezien van de twee andere klachten in deze samenvatting zijn in het verleden nog veertien tuchtzaken tegen de accountant afgedaan. In vier daarvan zijn de klachten in hoger beroep definitief gegrond verklaard:

  • waarschuwing voor het te eigen bate gebruiken van kennis (Raad van Tucht, 19 november 1996);
  • berisping wegens het wekken van de schijn van belangenverstrengeling (Raad van Tucht, 17 februari 1997);
  • een maand schorsing wegens schending van de onafhankelijkheidseis bij het afgeven van een goedkeurende verklaring bij een jaarrekening (Raad van Tucht, 25 juli 2000);
  • geen maatregel, hoewel de accountant ook hier niet onafhankelijk genoeg is opgetreden toen hij een goedkeurende verklaring afgaf bij een jaarrekening (Raad van Tucht, 26 april 2001).

12/167 Wtra AK

Een vennoot van het accountantskantoor spreekt de bestuursvoorzitter aan als bestuurder van de stichting die het stemrecht op de aandelen van het kantoor uitoefent. De drie andere bestuursleden van de stichting hebben de bestuursvoorzitter gemachtigd namens hun persoonlijke bv te stemmen over de vastelling en goedkeuring van de jaarrekening 2008. Op de algemene aandeelhoudersvergadering heeft één van de volmachtgevers, die inmiddels geen vennoot meer was, in persoon tégen gestemd. Kort daarna zijn de jaarstukken over 2008 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

10/503 Wtra AK

Een klant van het accountantskantoor vindt dat de accountant veel te veel heeft gedeclareerd. De accountant wil het declaratiegeschil niet uitpraten en oplossen en staakt zijn werkzaamheden voor de klant. Het declaratiegeschil belandt bij de civiele rechter, die bepaalt dat de klant slechts een deel van de declaraties hoeft te betalen. De klant concludeert dat de rest ten onrechte is gedeclareerd en dient een klacht in.

Klacht

12/226 Wtra AK

De accountant heeft:

  • de jaarrekening van de groep 2009 vastgesteld hoewel de vennoot hem heeft gewezen op de gebreken;
  • de vennoot ernstig bedreigd;
  • een buitensporig, fysiek onmogelijk, aantal bestuursuren doorbelast aan de vennoten.

12/167 Wtra AK

De accountant heeft:

  • een niet juist vastgestelde jaarrekening gepubliceerd;
  • er ondanks herhaalde toezeggingen niet voor gezorgd dat de omissies werden hersteld.

10/503 Wtra AK

De accountant:

  • heeft excessief gedeclareerd;
  • is onprofessioneel geweest door niet te willen praten over het declaratiegeschil;
  • is onzorgvuldig geweest door het opstellen van de jaarstukken te staken totdat de nota was c.q. zou zijn voldaan.

Oordeel

12/226 Wtra AK

De klacht is deels gegrond.

De Accountantskamer vindt de klacht niet-ontvankelijk voor zo ver het de declaraties uit 2007 betreft. De klacht hierover is te laat ingediend.

Omdat de jaarrekening over 2009 ten tijde van de zitting op 4 juni 2012 nog niet was vastgesteld is dit deel van de klacht ongegrond.

De Accountantskamer vindt het taalgebruik en de houding van betrokkene "dermate grof en intimiderend, dat dit zonder meer als niet integer en schadelijk voor het accountantsberoep moet worden bestempeld".

Vast staat dat de voorzitter in 2008 tot en met 2010 van zijn medevennoten en klanten een vergoeding heeft geclaimd voor respectievelijk 3.984, 4.183 en 4.668 uren, terwijl hij "daarnaast ieder jaar voor een periode van circa vier maanden in zijn buitenverblijf in Azië verbleef". De voorzitter heeft veelvuldig werkweken opgegeven van meer dan 100 uur per week en van werkdagen van meer dan 20 uur per dag, tot zelfs meer dan 24 uur per dag. Dat kan naar het oordeel van de Accountantskamer, "afgezet tegen de menselijke behoefte aan periodieke rust én tegen de leeftijd van betrokkene van ruim boven de zestig jaren, niet anders dan als onrealistisch, bewust onjuist en misleidend worden aangemerkt".

12/167 Wtra AK

Een deel van de klacht is niet-ontvankelijk omdat er te veel tijd is verstreken. De rest van de klacht is ongegrond. Het gaat deels om het innemen van een civielrechtelijk standpunt en dat is alleen onder bijzondere omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar. Die omstandigheden doen zich hier niet voor. Verder heeft de bestuursvoorzitter geen bemoeienis gehad met het herstel van de omissies omdat een andere vennoot dat had opgepakt.

10/503 Wtra AK

Het declaratiegeschil hoort niet thuis bij de Accountantskamer, maar bij de Raad van Geschillen van het NIVRA dan wel de civiele rechter. Dat de civiele rechter heeft gezegd dat de klant slechts een deel van de declaraties moet betalen, wil niet zeggen dat de accountant dus te veel heeft gedeclareerd. Er is niet komen vast te staan dat de accountant werkzaamheden heeft gedeclareerd die hij niet heeft verricht. Bovendien is de accountant voor het merendeel van de gedeclareerde werkzaamheden niet de verantwoordelijke accountant geweest.

Dat de accountant niet wilde praten over de oplossing van het civielrechtelijke geschil is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Het civielrechtelijke standpunt dat de accountant heeft ingenomen is alleen tuchtrechtelijk verwijtbaar onder bijzondere omstandigheden, die zich in dit geval niet voordoen. Dat de klant zijn jaarstukken niet tijdig heeft kunnen deponeren legt op zichzelf onvoldoende gewicht in de schaal om van dergelijke omstandigheden te spreken.

Maatregel

Uiteraard volgt alleen een maatregel in zaak 12/226. Daarin weegt de Accountantskamer het tuchtrechtelijk verleden van de accountant mee. Want daaruit blijkt dat de accountant de ernst van zijn handelwijze kennelijk niet inziet en dat tuchtrechtelijk toezicht hem niet kan weerhouden van uitglijders. Ook de eerdere schorsing heeft kennelijk onvoldoende invloed gehad, zodat een tijdelijke doorhaling onvoldoende effect zal hebben. Daarom vindt de Accountantskamer een doorhaling passend en geboden. De termijn waarbinnen een verzoek tot herinschrijving niet mogelijk is, bepaalt de kamer op tien jaar.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.