AA 'ondeskundig' als mediator
Een AA, die optreedt als echtscheidingsmediator, informeert de scheidende echtelieden onvoldoende over de verschillende berekeningsopties voor de partneralimentatie. Dat had hij wel moeten doen en de reacties daarop vastleggen, of de berekeningen moeten voorleggen aan een derde-deskundige. Hij wordt gewaarschuwd.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 11/1708 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 20 juli 2012
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- waarschuwing
- Status:
- bevestigd, CBb 13 februari 2014, AWB 12/889
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0295, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een AA is geregistreerd als NMI-mediator. De zus van een kantoorgenoot gaat scheiden van haar man, een registeraccountant. Het stel vraagt hem als mediator op te treden. Omdat de AA beiden kent, overlegt hij met kantoorgenoten of hij de opdracht wel kan aanvaarden. Het maatschapsoverleg besluit dat het onder de volgende voorwaarden kan:
- het dossier is alleen beschikbaar voor de AA;
- de AA moet telefonisch overleg voeren met een co-mediator;
- de AA mag niet overleggen met de kantoorgenoot annex broer van de scheidende vrouw.
Het overleg met de co-mediator is beperkt gebleven tot de vraag of de AA de onderhavige zaak wel kan aannemen.
Na enkele besprekingen stelt de AA een concept-echtscheidingsconvenant op, dat hij ter beoordeling voorlegt aan een advocaat. In juni 2009 wordt het convenant getekend. Daarin staat onder meer dat de man de vrouw 5.737 euro per maand partneralimentatie betaalt. Dit bedrag is gebaseerd op het toenmalige inkomen van de man, die op dat moment op basis van een contract voor bepaalde tijd een veel hoger inkomen heeft dan in de jaren daarvoor. Als het verzoek om echtscheiding niet bekend blijkt te zijn bij de rechtbank loopt de procedure vertraging op.
De registeraccountant klaagt er bij de Klachtencommissie NIVRA-NOvAA over dat de AA:
- als mediator niet deskundig is opgetreden;
- niet onafhankelijk is opgetreden;
- niet of nauwelijks gehoor heeft gegeven aan het verzoek om informatie over de voortgang van de procedure.
De Klachtencommissie verklaart het eerste deel van de klacht gegrond.
In mei 2011 spreekt de rechtbank de echtscheiding uit. Een maand later stelt de rechtbank de hoogte van de kinder- respectievelijk partneralimentatie vast. De kinderalimentatie valt 120 euro hoger uit, de partneralimentatie bijna drieduizend euro lager.
De accountant brengt zijn werkzaamheden niet in rekening.
De man dient een klacht in bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountant:
- is als mediator niet deskundig opgetreden omdat hij bij de draagkrachtberekening ten onrechte is uitgegaan van het tijdelijk substantieel hogere inkomen van de man en heeft de behoefte van de toenmalige echtgenote niet berekend;
- is in deze kwestie niet onafhankelijk en niet objectief geweest in zijn optreden; daardoor zijn de alimentatiebepalingen, die op zijn dringend advies tot stand zijn gekomen, erg nadelig voor de klager, terwijl diverse aanvullende bepalingen in het voordeel zijn van zijn ex;
- heeft niet of nauwelijks gehoor gegeven aan het verzoek om informatie te verstrekken over de voortgang van de procedure en heeft niet bijgedragen aan een tijdige afwikkeling van die procedure.
Oordeel
De klacht is (deels) gegrond.
De Accountantskamer stelt om te beginnen vast dat een accountant(-administratieconsulent) tuchtrechtelijk kan worden aangesproken op zijn taak als mediator als hij daarbij nalatig is geweest of gehandeld heeft in strijd met de beginselen uit de VGC. De eis van onafhankelijkheid geldt niet bij een mediationopdracht.
Gezien de getroffen waarborgen voor objectiviteit heeft de klager niet aannemelijk kunnen maken dat de nadelige bepalingen uit het echtscheidingsconvenant het gevolg zijn van een vooroordeel, belangentegenstelling of ongepaste beïnvloeding door een derde. Het tweede klachtonderdeel is daarom ongegrond.
Het derde klachtonderdeel ook, omdat niet de accountant maar de advocaat verantwoordelijk was voor de voortgang en tijdige afwikkeling van de echtscheidingsprocedure.
Het eerste onderdeel van de klacht is ongegrond voor zover het de berekening van de alimentatie betreft. De partneralimentatie hoeft niet volgens de TREMA-normen, die de rechterlijke macht heeft ontwikkeld, te worden berekend als partijen daarvan willen afwijken. De accountant hoefde niet per se uit te gaan van het gemiddelde inkomen over de laatste huwelijksjaren. Verder is aannemelijk geworden dat de man tijdens de mediation heeft ingestemd met een hoog bedrag, waardoor de vrouw kon blijven leven zoals zij gewend was.
De accountant is echter wel op een ander punt de mist ingegaan. Hij heeft de partijen destijds onvoldoende geïnformeerd over de verschillende opties om de alimentatie te berekenen. Hij had de uitkomst van zijn berekening moeten vergelijken met een berekening volgens de TREMA-normen. Het is niet aannemelijk dat de accountant beide partijen zo goed heeft voorgelicht dat zij zich terdege bewust waren van de gegevens waarop de alimentatieberekening was gebaseerd. Als de partijen op basis van goede voorlichting zouden hebben ingestemd met de uitkomst van de - voor de vrouw zeer gunstige - berekening, had de accountant een en ander goed moeten vastleggen. Dat laatste is niet gebeurd. Een waarborg was ook geweest dat de accountant zijn berekening ter beoordeling had voorgelegd aan een derde-deskundig. Dat de accountant geen van twee heeft gedaan vindt de Accountantskamer ondeskundig en onzorgvuldig.
Maatregel
Waarschuwing. Bij de keuze van de maatregel houdt de Accountantskamer er rekening mee dat de AA geen rekening heeft gestuurd en dat de klager, die registeraccountant is, zich bij de mediation wel erg passief heeft opgesteld.