Waarschuwing voor suggestieve rapportage
Een accountant moet duidelijk zijn over de uitkomsten van zijn werkzaamheden en niet ten onrechte suggereren dat een deel van de onderzochte posten niet is verantwoord.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 10/438
- Datum uitspraak:
- 22 november 2011
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- waarschuwing
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2011:BU5234
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een AA onderzoekt hoe een fractie uit de Amsterdamse gemeenteraad in 2004 een voorschot op de subsidie voor fractieondersteuning heeft besteed. In zijn rapportage maakt de accountant een onderscheid tussen bestedingen conform de bekende voorwaarden en bestedingen die niet aan de voorwaarden voldoen. In de laatste categorie valt een bedrag van € 4.950, dat als voorschot is verstrekt, maar niet is uitgegeven om personele, materiële en andere kosten voor de werkzaamheden van de fractie te bestrijden.
Het bedrag is in 2005 terugbetaald. De fractie vindt dat de accountant ten onrechte suggereert dat de fractie het genoemde subsidiebedrag heeft uitgegeven maar niet heeft verantwoord. De Raad van Tucht Amsterdam verklaart de klacht van de fractie gegrond en legt een berisping op.
Beroepsgronden
De accountant vindt het oordeel van de Raad van Tucht onterecht. Omdat de fractie de uitgaven ter grootte van € 4.950 niet heeft kunnen onderbouwen met betaalbewijzen, kon hij volgens de regels niet anders.
Oordeel in beroep
Het beroep is deels gegrond.
Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de accountant er terecht melding van gemaakt dat de fractie het genoemde bedrag niet heeft gebruikt om personele, materiële en andere kosten in verband met de werkzaamheden van de fractie te bestrijden. Hoewel de accountant op verzoek van de fractie heeft toegevoegd dat dit bedrag in 2005 is terugbetaald en dat de opdrachtgever zou moeten afzien van terugvordering, kan de splitsing in bestedingen die wel en niet aan de subsidievoorwaarden voldoen volgens het college inderdaad de indruk wekken dat de opgevoerde kosten niet volledig zouden zijn verantwoord. Zonder toelichting geven de mededelingen een onjuist beeld van de uitkomsten van de werkzaamheden van de accountant.
Het college is het echter eens met de accountant dat de rapportage niet heeft geleid tot een negatief oordeel van de bestuursrechter over de latere subsidieverlening en terugvordering door de gemeente. Volgens het college kun je niet uit de uitspraak van de rechtbank afleiden dat de rechtbank zich in zijn oordeel mede heeft laten leiden door de rapportage van de accountant. De Raad van Tucht heeft dus ten onrechte geoordeeld dat de fout van de accountant de rechtbank heeft beïnvloed.
Het college vernietigt het oordeel van de Raad van Tucht.
Maatregel
Het college vindt de berisping te zwaar en een schriftelijke waarschuwing meer passend en geboden.
Annotatie Hans Blokdijk
Dit geval is voor een buitenstaander moeilijk te begrijpen. Een gemeente geeft aan een stichting een voorschot op de subsidie voor de kosten van de ondersteuning van een raadsfractie. De stichting betaalt hieruit een voorschot aan haar voorzitter, die dit in het daaropvolgende jaar terugbetaalt, kennelijk aan de stichting. De accountant rapporteert dit, maar voegt daaraan toe dat hij de opdrachtgever, kennelijk de gemeente, in overweging geeft om 'daarom af te zien van terugvordering'. Dit laatste is voor een buitenstaander onbegrijpelijk: de stichting zou dit bedrag toch aan de gemeente terug moeten (en kunnen) betalen. Maar daarover wordt de accountant geen verwijt gemaakt.
Al met al blijft ook onduidelijk waarom de stichting überhaupt een klacht heeft ingediend.