Tuchtrecht

Optreden in privé-sfeer niet snel verwijtbaar

Het optreden van een accountant die puur in de privé-sfeer handelt, is pas tuchtrechtelijk verwijtbaar als de gedragingen het accountantsberoep schaden. Het enkele feit dat de accountant niet integer, niet objectief, ondeskundig of onzorgvuldig heeft gehandeld, is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar.

Accountantskamer

Zaaknummers:
11/1321 Wtra AK
Datum uitspraak:
05 december 2011
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0212

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant heeft privé samen met één van haar broers een volmacht gekregen van haar moeder om haar in alle opzichten te vertegenwoordigen. De voorwaarden daarbij zijn onder meer dat:

  • de gevolmachtigden tot hoogstens 10.000 euro zelfstandig transacties kunnen verrichten;
  • schenkingen alleen mogen worden gedaan aan de zes kinderen tegelijk en alle zes daarbij evenveel ontvangen;
  • het woonhuis van de moeder alleen mag worden verkocht en geleverd als ten minste vier van de zes kinderen het daarmee eens zijn;
  • gevolmachtigden met zichzelf als wederpartij kunnen handelen.

In 2007 verstrekt de moeder een lening aan de accountant c.q. haar dochter. De dochter betaalt hierover rente, haar andere broers en zussen zijn hiervan op de hoogte.

In 2009 geven de gevolmachtigden een andere broer desgevraagd inzage in de financiële stukken van zijn moeder. Zij geven een antwoord op diens vragen. Enige tijd later dringt deze broer aan op een accountantscontrole van de financiële stukken. De gevolmachtigden wijzen het verzoek af omdat zij die controle niet relevant vinden en vermoeden dat het onmogelijk is een goedkeurende verklaring te verstrekken over privé-bescheiden.

Eind 2009 besluiten de kinderen erfbelasting te besparen door hun moeder geld te laten schenken aan de kleinkinderen, waarbij elk gezin evenveel geld krijgt.

In het najaar 2010 wordt de moeder opgenomen in een verzorgingstehuis. Haar woning wordt leeggemaakt met het oog op de voorgenomen verkoop. Alle kinderen zijn hierbij aanwezig. De administratie wordt opgeruimd. De accountant houdt de oude belastingaangiften en de administratie vanaf 2007 in haar bezit.

In oktober 2010 wordt de woning verkocht. De kinderen willen vanuit de opbrengst weer een schenking doen aan de kleinkinderen, zoals zij dat het jaar daarvoor ook hebben gedaan. Eén van de zussen protesteert ertegen dat gezinnen met drie kleinkinderen per kleinkind minder ontvangen dan gezinnen met twee kleinkinderen. Daarop besluiten de kinderen een schenking te doen aan de kinderen in plaats van aan de kleinkinderen.

Eind november 2010 overlijdt de moeder. De kinderen wijzen de accountant en de broer die eerder om opheldering vroeg aan om samen de successie-aangiften en aangifte inkomstenbelasting te doen. Twee afspraken om hieraan te werken, worden afgezegd. De broer eist dan bij zijn zus, de accountant, de administratie van de moeder sinds 2005 op. In maart 2011 laat de broer de juwelen en de administratie van de moeder verzegelen. Daarop trekken de andere broers en zusters de machtiging van de broer en de accountant in om de erfenis af te handelen.

Drie maanden later dient de broer een klacht in tegen zijn zus, de accountant.

Klacht

De accountant heeft:

  • de administratie voor de moeder niet of niet goed bijgehouden;
  • zonder duidelijke onderbouwing bedragen opgenomen en betalingen gedaan tot een bedrag van 17.000 euro;
  • van zeker vier rekeningen op verschillende tijdstippen schenkingen aan kinderen en kleinkinderen gedaan, terwijl een overzicht ontbreekt van wie wat wanneer heeft ontvangen, maar wel duidelijk is dat gezinnen met twee kleinkinderen in 2009 bedrag van 2.700 euro per kleinkind hebben ontvangen en gezinnen met drie kleinkinderen 1.800 euro per kleinkind, terwijl de moeder wilde dat alle kleinkinderen hetzelfde bedrag zouden krijgen;
  • een lening aangegaan van 5.000 euro zonder een overeenkomst;
  • 2.395 euro heeft betaald om een lening contant af te lossen, maar daarvoor geen bewijs heeft overlegd;
  • bijna 6.500 euro heeft betaald aan onder anderen broers en zussen zonder enig bewijs;
  • Voor vele tienduizenden euro's transacties heeft verricht via een internetbankrekening zonder dat daarvan afschriften zijn;
  • sinds 2006 geen jaarstukken van de pensioen-bv van de ouders gedeponeerd.

Oordeel

De klacht is ongegrond.

De Accountantskamer wijst op eerdere uitspraken van zichzelf en de Raad van Discipline. Daarin staat dat een accountant die privé handelt in de familiesfeer zich professioneel moet gedragen en de goede naam van het accountantsberoep niet mag schaden. Wil het optreden van de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn dan moet er sprake zijn van een kennelijke/evidente schending. Het enkele feit dat de accountant niet integer, niet objectief, ondeskundig of onzorgvuldig heeft gehandeld, is voor tuchtrechtelijke verwijtbaarheid niet voldoende.

De Accountantskamer vindt dat de accountant niet verplicht was om meer aan de administratie te doen dan een privépersoon zou hebben gemoeten. De kamer vindt dat de accountant recht heeft gedaan aan de voorwaarden in de volmacht dat alle kinderen tegelijkertijd evenveel zouden krijgen. Daarmee zijn de eerste zeven onderdelen van de klacht alvast ongegrond.

Verder blijkt uit niets dat de accountant verantwoordelijk was voor het deponeren van de jaarstukken van de pensioen-bv.

De Accountantskamer voegt ten overvloede aan zijn oordeel toe dat geen enkel onderdeel van de klacht tot tuchtrechtelijke verwijtbaarheid zou hebben geleid als de klagende broer de feiten wel aannemelijk had gemaakt. De verweten gedragingen kunnen de goede naam van het accountantsberoep geen schade toebrengen.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.