Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee ondernemers richten samen een nieuwe vennootschap op om een jobbing centre te exploiteren. Een accountantskantoor verzorgt de administratie en aangiften omzetbelasting en stelt de jaarrekening samen. Eén van de twee ondernemers zal de administratie bijhouden en de benodigde gegevens aanleveren.

De accountant van de andere ondernemer wil de financiële gegevens van het jobbing centre. De andere ondernemer krijgt eind 2010 een kopie van de administratie. Er ontbreken nogal wat gegevens. De andere ondernemer vraagt deze herhaaldelijk aan de accountant van het jobbing centre en de zakenpartner.

In maart 2011 stopt de zakenpartner met zijn werkzaamheden voor het jobbing centre en beëindigt de samenwerking met de andere ondernemer. De accountant van het jobbing centre weet nog van niets als hij ongeveer twee maanden later vraagt naar de stand van zaken. Dit schiet bij de andere ondernemer in het verkeerde keelgat. Deze beklaagt zich bij de compliance officer van het kantoor van de accountant en dient later een klacht in tegen de betrokken registeraccountant.

Klacht

De accountant heeft:

• hem aan het lijntje gehouden, samen met de zakenpartner;
• zich partijdig opgesteld door de gevraagde gegevens niet aan te leveren, zodat de klager de zakenpartner niet kon betrappen op oneerlijk handelen.

Oordeel

De klacht is ongegrond.

De Accountantskamer vindt dat de ondernemer zijn klachten niet goed heeft onderbouwd, terwijl de accountant de aantijgingen gemotiveerd heeft weersproken.

Maatregel

Geen.