Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een ondernemer houdt via zijn bv alle aandelen van een bv (dochter) die op haar beurt alle aandelen houdt van twee andere bv's (kleindochters). Eén van de kleindochters exploiteert een cadeaubonnensysteem voor drogisterijen.

Een registeraccountant levert alleen geconsolideerde jaarrekeningen voor de dochter en de kleindochters, die volgens het Burgerlijk Wetboek ook enkelvoudige jaarrekeningen behoeven. In de jaarrekeningen verwerkt de accountant omzetbelasting over de uitgifte van cadeaubonnen. Later blijkt hierover geen btw verschuldigd te zijn.

De ondernemer dient een klacht in.

Klacht

De accountant:

• heeft ten onrechte alleen een geconsolideerde jaarrekening geleverd voor de dochter en kleindochters, terwijl deze volgens het Burgerlijk Wetboek ook een enkelvoudige jaarrekening moeten hebben;
• heeft niet meegewerkt aan een adequate overdracht van de dossiers aan de nieuwe accountant;
• was zo onprofessioneel en ondeskundig dat hij niet wist dat je over de kosten voor de verwerking van cadeaubonnen geen btw moet berekenen, maar dat wel jarenlang heeft gedaan en onvoldoende heeft meegewerkt aan een oplossing van dit probleem.

Oordeel

De klacht is deels gegrond.

De Accountantskamer bepaalt eerst dat de klacht over de repeterende fout met de btw ontvankelijk is, ook al is de termijn voor een klacht verstreken als je naar het begin van de fout kijkt.

De Accountantskamer maakt korte metten met het verweer dat de klant zelf alleen om een geconsolideerde jaarrekening heeft gevraagd. De accountant had de ondernemer moeten adviseren de wet te volgen. Maar in het dossier is een schriftelijk advies van die strekking niet te vinden. Daarom houdt de kamer het erop dat de accountant zo ondeskundig, onzorgvuldig en onprofessioneel is geweest dat hij geen enkelvoudige jaarrekeningen heeft opgemaakt en de ondernemer er niet op heeft gewezen dat de wet dit voorschrijft.

De klacht over het niet meewerken aan de overdracht van de dossiers is te vaag.

De klacht over de btw vindt de Accountantskamer niet duidelijk onderbouwd. De aangeklaagde accountant is geen belastingadviseur en heeft niet geadviseerd over de btw. Voor het belastingadvies had de ondernemer een ander kantoor ingeschakeld. Dat de accountant de netto omzet achteraf onjuist heeft gedefinieerd, valt hem niet te verwijten omdat de Belastingdienst pas later duidelijk heeft gemaakt dat de btw op een andere manier moest worden verwerkt.

De Accountantskamer merkt daarbij op dat het in bijzondere gevallen als deze wel voor de hand ligt dat een accountant die de jaarrekening samenstelt zich afvraagt of de btw-berekening al of niet juist is. In dit geval mocht de accountant er op grond van een eerder gehouden fiscaal onderzoek echter op vertrouwen dat de btw terecht in rekening werd gebracht. De Belastingdienst heeft het opgewekte vertrouwen nadien tegenover het bedrijf gehonoreerd door af te zien van een naheffing.

Maatregel

Waarschuwing.