Controle niet uitbreiden bij beperkte opdracht
Als in de opdracht duidelijk staat dat je de boeken van de koepel moet controleren, hoef je niet ook die van de afdelingen te doen.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 09/1175
- Datum uitspraak:
- 30 augustus 2011
- Oordeel:
- beroep verworpen
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2011:BR6943
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een AA controleert de boeken van de Bond van Volkstuinders Amsterdam over 2007. Een klager vindt dat hij de controle had moeten uitbreiden tot de 29 afdelingen van de bond. De accountant had niet mogen volstaan met deze beperkte controle omdat voor de afdelingen een wettelijke consolidatieplicht geldt.
De Raad van Tucht ziet niet in waarom de accountant een uitgebreide controle had moeten uitvoeren en de opdracht tot een beperkte controle niet had mogen aanvaarden. De Raad verklaart de klacht ongegrond.
Beroepsgronden
De klager vindt dat de Raad zijn klacht verkeerd heeft beoordeeld.
De accountant vindt dat de klager zijn beroepsschrift onvoldoende heeft gemotiveerd. Daarom moet het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
Oordeel in beroep
De klacht is ontvankelijk, maar niet gegrond.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vindt dat in het beroepsschrift wel degelijk voldoende is aangegeven waartegen de klager in beroep gaat. Volgens vaste jurisprudentie van het College (zie bijvoorbeeld LJN BQ6502) is het voor ontvankelijkheid al voldoende dat uit het beroepsschrift blijkt waarom degene die in beroep komt het niet eens is met de beslissing. En daarover is de klager in dit geval duidelijk genoeg.
Inhoudelijk krijgt de klager echter ongelijk. Omdat in de opdracht van de accountant expliciet is opgenomen dat hij de 29 afdelingen niet zou controleren, valt volgens het College niet in te zien waarom hij de opdracht niet had kunnen aanvaarden. Het College sluit zich volledig aan bij het oordeel van de Raad van Tucht (3 september 2009, kenmerk A 372).
Maatregel
Geen.
Annotatie Hans Blokdijk
Een beroepschrift in het tuchtrecht dient de motieven daarvoor te bevatten. De enkele mededeling dat men in beroep gaat en de gronden daarvoor nog zal indienen, is niet voldoende. Anderzijds is het voldoende indien uit het beroepschrift blijkt waarom men het niet met de tuchtbeslissing eens is. Dat moet ook een niet-juridisch geschoolde klager of betrokkene kunnen aangeven, zodat die eis niet bijzonder zwaar is. Dit is ook in overeenstemming met de beoogde 'laagdrempeligheid' van het tuchtrecht voor accountants.