Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een verzekeringsmaatschappij verkoopt een deel van haar portefeuille aan een andere verzekeraar. Als er een geschil ontstaat over de waarde van de portefeuille brengt de externe registeraccountant van de koper daarover een rapport uit.

Aanvankelijk schrijft de accountant dat de waarde van de portefeuille wordt beïnvloed door een 40 procent lagere productie omdat de maatschappij haar cliënten heeft geadviseerd over te stappen naar een derde verzekeraar.

Na een klacht corrigeert de accountant deze mededeling. De oorzaak en omvang van de productieverlaging laat hij nu in het midden.

Niettemin dient de verkopende verzekeringsmaatschappij een klacht in bij de Raad van Tucht. De Raad van Tucht waarschuwt de accountant schriftelijk, omdat de oorspronkelijke passage een deugdelijke grondslag miste.

Beroepsgronden

Raad van Tucht heeft ten onrechte de Gedrags- en beroepsregels 1994 toegepast in plaats van de Verordening gedragscode (VGC).

Er was wel degelijk een deugdelijke grondslag voor de oorspronkelijke passage. Als extern accountant van de koper heeft de betrokken accountant de lagere productie zelf vastgesteld.

De gewraakte passage is later aangepast, dus waar heeft de klager het nog over?

De opgelegde maatregel is te zwaar.

Oordeel in beroep

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verwerpt het beroep.

De Raad van Tucht had het gedrag van de accountant inderdaad moeten toetsen aan de VGC. Maar inhoudelijk maakt dat niets uit, omdat ook de VGC een deugdelijke grondslag voorschrijft.

Dat de accountant zelf de lagere productie heeft vastgesteld, kan het college niet uit het dossier opmaken, omdat stukken hierover ontbreken.

Een deugdelijke grondslag ontbrak ook voor de mededeling dat de verzekeraar de lagere productie zelf heeft veroorzaakt.

Dat een accountant zijn mededelingen later aanpast, doet niets af aan de mogelijkheid om hem aan te spreken op zijn oorspronkelijke mededelingen.

Maatregel

Gezien het gebrek aan deugdelijke grondslag is een schriftelijke waarschuwing 'stellig niet' te zwaar.

Annotatie Hans Blokdijk

Deze uitspraak markeert de definitieve terugkeer van de 'deugdelijke grondslag' in het tuchtrecht. Bij de invoering van de VGC is een amendement om de 'deugdelijke grondslag' met zoveel woorden in de tekst op te nemen zonder discussie afgestemd.

Tekstueel gezien richt het voorschrift van VGC A-130.1 zich op de werkwijze (zorgvuldig en in overeenstemming met de beroepsvoorschriften), niet op het resultaat (deugdelijke grondslag). Maar het college heeft nu geoordeeld dat de VGC op dit punt dezelfde strekking heeft als indertijd de GBA.

In het verleden is wel geoordeeld dat de tijdige correctie van een fout niet leidde tot een tuchtrechtelijk verwijt. In dit geval geschiedde de correctie niet tijdig, want pas nadat het rapport met de onjuiste mededeling ter kennis van klaagster, niet zijnde de opdrachtgever, was gekomen. De sanctie is dus logisch.