Vergeefse klacht over deskundigenrapport voor rechter
De tuchtprocedure is niet bedoeld voor een nieuwe poging om het deskundigenrapport ten behoeve van een gerechtelijke procedure onderuit te halen. Volgens vaste jurisprudentie mist een rapport niet per se een deugdelijke grondslag zonder hoor en wederhoor.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 09/27
- Datum uitspraak:
- 29 maart 2011
- Oordeel:
- verworpen
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2011:BQ0808
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een RA stelt in opdracht van de rechtbank een deskundigenrapport op. Het rapport gaat over de berekening van het loon voor een andere RA nadat diens opdracht voortijdig is beëindigd. De door de rechtbank benoemde accountant heeft volgens de andere RA zijn werk niet goed gedaan.
De Raad van Tucht heeft de klacht ongegrond verklaard.
Beroepsgronden
De andere RA vindt dat de Raad van Tucht zijn beslissing niet goed heeft gemotiveerd en de overwegingen van de rechtbank domweg heeft overgenomen.
De door de rechtbank benoemde accountant had geen deugdelijke grondslag voor zijn rapport en heeft de hoogte van het loon op ondeskundige wijze vastgesteld.
De door de rechtbank benoemde accountant heeft geen hoor en wederhoor toegepast en daardoor niet gehandeld conform de Gedragsrichtlijn persoonsgerichte accountantsonderzoeken.
Oordeel in beroep
Het College verwerpt het beroep op alle punten.
Ten eerste heeft de Raad van Tucht gemotiveerd aangegeven waarom hij niet afwijkt van het oordeel van de rechtbank.
Ten tweede heeft de rechtbank de bezwaren van de klager over het rapport al weggewuifd en de conclusies van de benoemde accountant geheel overgenomen. De uitspraak van de rechtbank is definitief. Daarbij komt dat een tuchtrechtelijke procedure niet bedoeld is om de kwaliteit van een deskundigenrapport opnieuw tegen het licht te houden. Daarin gaat het om een oordeel aan de hand van de gedragsregels.
Ten derde heeft de door de rechtbank benoemde accountant wel degelijk hoor en wederhoor toegepast, ook al is er geen sprake geweest van een persoonsgericht accountantsonderzoek. Overigens wijst het College op zijn "vaste jurisprudentie", waaruit volgt "dat het uitblijven van hoor en wederhoor niet per definitie tot de conclusie behoeft te leiden dat een deugdelijke grondslag ontbreekt".
Maatregel
Geen.
Annotatie Hans Blokdijk
Klagers hebben gesteld dat betrokkene reeds in zijn conceptrapport een deugdelijke grondslag had moeten hebben. Deze klacht is vermoedelijk gebaseerd op de uitspraak JT 2010-19 van de Raad van Tucht, in een niet goed vergelijkbaar geval. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven stelt die eis niet als het concept in (weder)hoor aan partijen wordt voorgelegd.
Dat lijkt terecht, want hoor en wederhoor dienen nu juist om een deugdelijke grondslag te verkrijgen.