Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Wegens uitbreiding van haar werkzaamheden richt een bv een dochter-bv op die op haar beurt de moeder wordt van vier dochter-bv's. De werkzaamheden worden uitgevoerd door de medewerker van een kantoor, dat is overgenomen door een ander accountantskantoor.

Het nieuwe accountantskantoor dringt er herhaaldelijk bij de grootmoeder-bv op aan de openstaande facturen te betalen. De grootmoeder bv zegt toe zeven mille over te maken. Het nieuwe accountantskantoor begint dan met het samenstellen van de jaarrekeningen van de moeder en haar vier dochters.

Omdat de betaling van de facturen uitblijft, legt het accountantskantoor het werk stil. Het kantoor zal de concept-jaarstukken uitbrengen zodra er betaald is. De grootmoeder-bv sommeert de concepten vrij te geven en beklaagt zich over het uitblijven van de jaarrekening van het voorafgaande jaar.

Het accountantskantoor zal de jaarrekening van het voorafgaande jaar overhandigen zodra het verschuldigde bedrag is overgemaakt. Het kantoor heeft de jaarrekening wel ingediend bij de Kamer van Koophandel en toegestuurd aan de accountant die optreedt als contactpersoon van de grootmoeder-bv.

Klacht

De directeur van de grootmoeder-bv klaagt erover dat de accountant die het accountantskantoor vertegenwoordigt:

• verzuimd heeft vooraf met hem het nut en de noodzaak te bespreken van de werkzaamheden die het kantoor heeft verricht voor zover deze afwijken van wat eerder was overeengekomen
• verzuimd heeft correcties op de financiële administratie aan de opdrachtgever door te geven
• jaarrekeningen heeft samengesteld voor (verlengde) boekjaren die nog niet waren afgesloten
• gedreigd heeft een jaarrekening niet tijdig op te leveren om betaling af te dwingen

Oordeel

De Accountantskamer stelt vast dat een accountant niet verplicht is de opdracht schriftelijk te bevestigen, maar voegt eraan toe dat dit wel raadzaam is.

Voor zover het afwijken van de afspraken resulteert in - volgens klager - te hoge declaraties, verwijst de Accountskamer naar de Raad voor Geschillen c.q. de burgerlijke rechter. Bij de tuchtrechter klagen over declaraties kan namelijk alleen als de accountants bij het declareren onzorgvuldig en onprofessioneel te werk is gegaan. De klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

De accountant heeft er namelijk op gewezen dat hij steeds heeft aangegeven dat het genoemde bedrag slechts een indicatie c.q. verwachting was. Dat de accountant ten onrechte Mehrwertsteuer-werkzaamheden heeft verricht voor meerdere dochtervennootschappen is evenmin aannemelijk geworden. Temeer omdat de grootmoeder-bv heeft toegelaten dat het kantoor de werkzaamheden verrichtte.

Ook de klacht over de niet doorgegeven correcties is ongegrond. Daarover had de opdrachtgever eerder aan de bel moeten trekken.

De rest van de klacht treft hetzelfde lot. De klager heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat de accountant de jaarrekeningen zonder overleg heeft samengesteld dan wel overbodige werkzaamheden heeft verricht. Volgens de Accountantskamer had de accountant op enkele punten weliswaar voor een simpele oplossing kunnen kiezen, maar hij heeft zich niet verwijtbaar gedragen.

Ook het opschorten van de werkzaamheden om betaling van de openstaande facturen af te dwingen, vindt de Accountantskamer door de beugel kunnen. Dit is toegestaan, tenzij het in strijd komt met de beginselen van de integriteit en professionaliteit. Daarvan is in dit geval geen sprake.

Maatregel

Geen.