Onafhankelijkheid niet verplicht bij advies
Bij non-assurance-opdrachten is onafhankelijkheid op zichzelf geen vereiste meer. Zolang de beroepsprincipes maar niet in gevaar komen. Zo is het toegestaan bij een pensioenadviseur van het eigen kantoor de pensioeninformatie op te vragen over een voormalig werknemer van een opdrachtgever, in opdracht van de ex-echtgenote van die werknemer.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 11/17 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 17 juni 2011
- Oordeel:
- ongegrond c.q. niet-ontvankelijk
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0177
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
De adjunct-directeur van een bedrijf is getrouwd met de dochter van de algemeen directeur. In 2003 verlaat hij het bedrijf na negen jaar.
Na zijn vertrek praat de adjunct-directeur met de accountant van zijn oude werkgever over het opzetten van een nieuwe onderneming. De boekhouding van deze onderneming wordt verzorgd door een bedrijf dat zich bedient van de aanduiding "Accounting". Na de bespreking meldt de AA bij de NOvAA dat de boekhouder die aanduiding wellicht onrechtmatig gebruikt.
Vijf jaar na het vertrek vraagt de AA bij een pensioenadviseur van zijn kantoor pensioeninformatie op over de oud-adjunct. Dat doet hij in opdracht van de ex-echtgenote van de adjunct.
Het kantoor van de AA heeft tweemaal gesproken met de advocaat van de oud-werkgever van de vertrokken adjunct. De gesprekken gingen over de beëindiging van de arbeidsrelatie met de adjunct en werden gehouden om diens ex-echtgenote te kunnen adviseren. Het kantoor heeft hiervoor twee facturen ontvangen van de advocaat en de kosten vervolgens in rekening gebracht aan de onderneming waar de adjunct werkte.
Klacht
De ex-adjunct klaagt erover dat de accountant:
- heeft meegewerkt aan fraude door de nota's van de advocaat ten laste te brengen van zijn voormalige werkgever
- gezien de zakelijke en persoonlijke betrekkingen die de adjunct en de accountant ooit hadden geen werkzaamheden had mogen verrichten voor zijn ex-echtgenote
- zijn ex-echtgenote niet een naamloos rapport had mogen geven dat zij kon gebruiken in de echtscheidingsprocedure
Oordeel
Volgens de Verordening gedragscode moet een AA integer, objectief, deskundig, zorgvuldig en professioneel optreden en de geheimhouding respecteren. Wanneer hij bedreigingen voor de naleving van deze principes signaleert, treft hij waarborgen om die bedreigingen weg te nemen dan wel terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau. Anders dan de gedrags- en beroepsregels destijds voorschreven, is onafhankelijkheid volgens de VGC geen direct vereiste.
De contacten van de klager met de AA zijn minstens vijf jaar oud. Dat de AA van allerlei privézaken van de klager op de hoogte zou zijn, is niet nader toegelicht noch gespecificeerd. Volgens Accountantskamer is de vertrouwdheid van de AA met de klager gering.
Dat de klager aan de AA zaken heeft toevertrouwd die onder de geheimhouding vallen, is niet gebleken. Het stond de AA dus vrij de ex-echtgenote bij te staan zoals hij deed.
Ook wat betreft de pensioeninformatie heeft de AA de geheimhoudingsplicht niet geschonden. Het enkel opvragen namens de ex-echtgenote van de pensioengegevens bij de adviseur is ook niet in strijd met een andere beroepsregel. Volgens de Accountantskamer is niet gebleken dat de accountant "op slinkse wijze" gebruik heeft gemaakt van zijn hoedanigheid van accountant om in inzicht te krijgen in het pensioen van de klager.
De klacht over mogelijke fraude met de facturen is "volstrekt onvoldoende onderbouwd".
De klacht over het verstrekken van het rapport aan de ex is zo laat naar voren gebracht dat de AA onvoldoende gelegenheid heeft gehad om zich daartegen te verweren. Daarom is dit onderdeel van de klacht niet-ontvankelijk.
Maatregel
Geen.