Tuchtrecht

Waarschuwing na te stellige conclusie in alimentatiekwestie

Omdat de rechtbank zijn rapport in de echtscheidingsprocedure - anders dan de Raad van Tucht zei - níet gebruikt, wordt de eerder opgelegde berisping een waarschuwing. Maar het rapport van de AA blijft onvoldoende onderbouwd en de conclusie te stellig.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 09/1325
Datum uitspraak:
24 mei 2011
Oordeel:
beroep tegen berisping gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2011:BQ6186

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In het kader van een echtscheidingsprocedure stelt een AA een rapport op met financiële gegevens over de vennootschappen van de alimentatieplichtige partner in opdracht van diens ex. In dat rapport concludeert de accountant onder meer dat een economisch bedrijfsresultaat van ongeveer € 100.000 een reële basis is voor de winstcapaciteit van de vennootschappen.

De dga van de vennootschappen dient een klacht in over het rapport bij de Raad van Tucht 's-Gravenhage. De Raad verklaart de klacht in 2009 gedeeltelijk gegrond en berispt de accountant.

Beroepsgronden

De accountant gaat tegen deze uitspraak in beroep. Hij vindt dat de klager zijn klacht niet deugdelijk heeft onderbouwd. De Raad van Tucht heeft zijn verweer, dat de klacht niet-ontvankelijk moest worden verklaard, ten onrechte verworpen.

De Raad van Tucht gaat er ten onrechte van uit dat de klager doelt op de conclusie van de accountant dat een economisch bedrijfsresultaat van ongeveer € 100.000 een reële basis is voor de winstcapaciteit van de vennootschappen van de dga.

De conclusie over de € 100.000 als winstcapaciteit is niet stellig, maar voorzien van voorbehouden.

De Raad van Tucht suggereert ten onrechte dat de rechtbank 's-Hertogenbosch in 2008 de hoogte van de salarissen van de klager en zijn echtgenote heeft gebaseerd op het rapport van de accountant.

De Raad van Tucht is er bij het opleggen van de berisping van uitgegaan dat de rechtbank 's-Hertogenbosch zich heeft gebaseerd op het rapport.

Oordeel in beroep

Het beroep is op één onderdeel gegrond.

Om te beginnen stelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven vast dat het optreden van de accountant moet worden getoetst aan de regels die gelden voor de openbare accountant. En niet die voor de accountant in business. De accountant is namelijk verbonden aan een kantoor met meerdere AA's. De werkzaamheden van het kantoor bestaan voornamelijk uit het afgeven van samenstellingsverklaringen, maar ook het uitvoeren van controleopdrachten.

De "grief" dat de klacht bij de Raad van Tucht niet goed is gemotiveerd, wijst het College van de hand. Uit de rechtspraak van het College volgt dat de klacht zo moet zijn verwoord en gestructureerd dat de inhoud en omvang van de klacht kunnen worden vastgesteld. Bovendien kan de klacht in de procedure die aan de zitting bij de Raad van Tucht voorafgaat worden aangevuld. Het College vindt het klaagschrift en de repliek van de klager voldoende duidelijk en begrijpelijk.

Volgens het College klaagt de dga wel degelijk over de conclusie over de winstcapaciteit van € 100.000.

Het College is het niet met de accountant eens dat de conclusie over het economisch bedrijfsresultaat is omgeven met mitsen en maren. Net als de Raad van Tucht vindt het college dat de accountant een te stellige conclusie heeft getrokken, die in het rapport onvoldoende is onderbouwd. De voorbehouden die de accountant heeft gemaakt zijn van algemene aard. Bovendien had de accountant een duidelijker voorbehoud moeten maken ten aanzien van het ontbreken van gegevens. Op dit punt heeft de accountant onzorgvuldig gehandeld.

Het College leest in het oordeel van de Raad van Tucht niet de suggestie dat de rechtbank bij de vaststelling van de salarissen van klager en diens echtgenoot is uitgegaan van het rapport van de accountant. Los daarvan blijkt uit de uitspraak van de rechtbank dat deze er bij de beoordeling van de behoefte en de draagkracht is uitgegaan van inkomensgegevens volgens de overgelegde jaaropgave 2007. In de jaaropgave zijn dezelfde cijfers genoemd als in het rapport van de accountant.

De grief over de opgelegde maatregel vindt het College wel gegrond. Hoewel het College dus, zoals hierboven gezegd, níet ziet dat de Raad van Tucht suggereert dat de rechtbank het rapport gebruikte bij de vaststelling van de salarissen heeft de Raad van Tucht volgens het College bij het motiveren van de maatregel wèl ten onrechte overwogen dat de rechtbank het rapport van de accountant heeft betrokken bij het vonnis. Bovendien heeft de Raad van Tucht de berisping gemotiveerd met het argument dat de accountant zich had moeten onthouden van een beoordeling over het economisch bedrijfsresultaat dat hij verwachtte. Volgens het College mocht de accountant in de gegeven omstandigheden in het rapport een conclusie opnemen over de winstverwachting. Maar zoals gezegd had hij deze conclusie beter moeten motiveren en moeten voorzien van duidelijker voorbehouden.

Maatregel

Waarschuwing.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.