Tuchtrecht

Verstrekken hypotheek in strijd met onafhankelijkheid

Dat de accountant van een moedermaatschappij bijna een half miljoen leent aan een dochterneming is in strijd met de plicht de schijn van afhankelijkheid te vermijden.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 09/1181 en 09/1318
Datum uitspraak:
17 mei 2011
Oordeel:
beroep ongegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2011:BQ6502

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een RA verricht verschillende werkzaamheden voor een bv, waaronder de samenstelling van de jaarrekeningen over 2004 en 2005. In september 2004 verstrekt de accountant op persoonlijke titel een hypothecaire lening aan één van de dochter-bv's van zijn opdrachtgever.

In 2009 berispt de Raad van Tucht Den Haag de accountant omdat hij hierdoor in strijd heeft gehandeld met de verplichting om de schijn van afhankelijkheid te vermijden. De Raad van Tucht vindt de klacht op andere punten ongegrond.

Zowel de RA als de klager gaan in beroep tegen dit oordeel.

Beroepsgronden

De klager vindt dat de accountant ook op andere punten tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

De accountant vindt dat het beroep van de klager zo onduidelijk is geformuleerd dat het niet ontvankelijk moet worden verklaard.

De accountant vindt dat hij de onafhankelijkheidsregels niet heeft overtreden omdat hij destijds slechts adviseur was van de opdrachtgever.

De accountant vindt de berisping te streng.

Oordeel in beroep

Een beroepsschrift hoeft niet aan bepaalde vormen te voldoen, zolang er maar uit blijkt waarom de klager in beroep gaat en waarmee hij het niet eens is. In dit geval is het beroepsschrift duidelijk genoeg en het beroep dus ontvankelijk.

De klager komt echter niet met nieuwe feiten en bewijzen om te onderbouwen dat de accountant wel degelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld op de onderdelen waarop de Raad van Tucht de klacht ongegrond heeft verklaard. De klager blijft in beroep ook bij een interpretatie van feiten en omstandigheden die de accountant in eerste instantie gemotiveerd heeft betwist.

Dat de accountant destijds alleen adviseur was van de opdrachtgever is onjuist. Hij is tot medio 2006 accountant geweest. En voor accountants geldt de plicht de schijn van onafhankelijkheid te vermijden. Door een lening van 485.000 euro te verstrekken heeft de accountant een substantieel en persoonlijk financieel belang bij de opdrachtgever gekregen. En na de verstrekking van de lening heeft hij nog bijna twee jaar accountantswerkzaamheden verricht voor de opdrachtgever.

De hypothecaire lening is niet verstrekt als zekerstelling voor onbetaalde facturen van de accountant. En dat de lening verstrekt is op persoonlijke titel maakt niet uit. De accountant had zelf moeten beseffen dat het verstrekken van zo'n grote lening onder deze omstandigheden een bedreiging kon inhouden voor zijn onafhankelijkheid als registeraccountant.

Maatregel

Het College is het niet met de accountant eens dat een waarschuwing of helemaal geen maatregel meer in de rede ligt. Gezien de aard en de ernst van het verwijt en de omstandigheden van het geval heeft de Raad van Tucht terecht een schriftelijke berisping opgelegd.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.