Tuchtrecht

'Olifant in porseleinkast' voor de derde keer doorgehaald

Wegens zijn grove uitlatingen en onzorgvuldig en onprofessioneel gedrag is een registeraccountant al meermaals berispt, geschorst en doorgehaald. Nu wordt hij voor de derde keer voor tien jaar doorgehaald in dezelfde zaak. Volgens de accountant voert hij een "niet aflatende strijd voor rechtvaardigheid".

Accountantskamer

Zaaknummers:
10/2153, 10/2210 (31 maart 2011) en 11/904 (10 juni 2011) Wtra AK
Datum uitspraak:
17 juni 2011
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
doorhaling tien jaar
Status:
uitspraak in beroep 10/2153 en 10/2210, CBb 3 december 2013, AWB 11/523 en 11/1068, uitspraak in beroep 11/904, CBb 21 juni 2012, AWB 11/494
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0176, ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0158, ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0178, Samenvatting CBb-uitspraak 3 december 2013, Samenvatting CBb-uitspraak 21 juni 2012

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant was van 2009-2010 bestuurder/manager van de Stichting Hypothecair Vastgoed Obligaties van een vastgoedgroep. De accountant heeft conflicten met verschillende betrokkenen. 

Op 22 november 2010 verklaart de Accountantskamer de klachten van één van de betrokken beleggers gegrond. De Accountantskamer haalt de inschrijving van de accountant voor tien jaar door. Het hoger beroep tegen deze maatregel loopt nog. 

Op 28 maart 2011 verklaart de Accountantskamer een deel van de klachten gegrond die de directeur van de BV, die de verschillende vastgoedfondsen exploiteert, heeft ingediend. De Accountantskamer haalt de inschrijving van de "olifant in de porseleinkast" opnieuw voor tien jaar door. Het hoger beroep tegen deze maatregel loopt nog. 

In de zaak van de onderhavige uitspraak klaagt de stichting waarmee gedupeerde beleggers van de vastgoedfondsen gezamenlijk een procedure voeren. 

Klacht

De accountant heeft het fundamentele beginsel van professioneel gedrag geschonden door de stichting en haar vertegenwoordigers "te confronteren met een bombardement van e-mails met beschuldigingen die kant noch wal raken". Zo heeft de accountant onder meer: 

a. investeerders gewaarschuwd zonder zijn beweringen in voldoende mate te staven met cijfers en documenten;

b. ruim 12 mille van meeprocederende investeerders op zijn eigen bankrekening laten overmaken en zijn eigen declaratie hiermee verrekend;

c. een schriftelijk verzoek om zijn declaratie beter te onderbouwen niet beantwoord;

d. geweigerd een VAR-verklaring aan te vragen, waardoor de stichting onder meer een naheffing riskeerde;

e. geclaimd dat hij in dienst was bij de stichting;

f. "een aanmatigende en steeds dreigender wordende toon" aanslaat als hij geen gehoor vindt bij de betrokken partijen;

g. de druk nog verder opvoert door een juridisch adviesbureau in te schakelen om de stichting aan te spreken;

h. de zoon van een van de directeuren van de stichting in het conflict heeft betrokken.

Oordeel

Klacht a over het ongefundeerd waarschuwen van investeerders is deels gegrond. 

De klachtonderdelen c, f en g zijn gegrond, de andere ongegrond. 

Maatregel

Gezien de vele tuchtrechtelijke veroordelingen in vergelijkbare zaken concludeert de Accountantskamer dat de accountant er niet het belang van inziet om zijn beroep uit te oefenen in overeenstemming met de voor hem geldende beroeps- gedragsregels. Het recidivisme wijst erop dat de accountant met tuchtrechtelijk toezicht niet in het gareel te krijgen is. 

De Accountantskamer heeft de inschrijving van de accountant al twee keer doorgehaald voor tien jaar, maar die doorhalingen zijn nog niet definitief omdat het hoger beroep nog loopt. 

Al met al vindt de Accountantskamer een doorhaling van tien jaar opnieuw passend en geboden. 

'Vendetta'

Ook een gedupeerde investeerder heeft een klacht ingediend tegen de accountant. Deze zou "op een schandalige manier" misbruik hebben gemaakt van de omstandigheden waarin deze belegger verkeerde als gevolg van de economische crisis. De accountant wierp zich namelijk eerst op als "de verlosser" van hem en zijn echtgenote om hem vervolgens "financieel de duimschroeven" aan te draaien. Daarbij zou de accountant hun hebben aangeraden 10 mille te lenen met beleggingen als onderpand, zodat ze hem konden betalen. 

Op 31 maart heeft de Accountantskamer besloten deze zaak aan te houden. De kamer wilde het NIVRA onder meer in de gelegenheid stellen te vragen om de inschrijving van de accountant hangende het hoger beroep alvast door te halen. 

Dat heeft het NIVRA kort daarna gedaan. De Accountantskamer heeft dat verzoek op 10 juni jongstleden ingewilligd en de inschrijving met onmiddellijke ingang voorlopig doorgehaald. 

Opmerkelijk in laatstgenoemde procedure is het verweer van de accountant, dat volgens de Accountantskamer neerkomt op het volgende: "Hij stelt zich - samengevat - op het standpunt dat er sprake is van een 'vendetta' jegens hem, dat niet de klagende partijen doch hij is beschadigd in zijn niet aflatende strijd voor rechtvaardigheid en tegen malversaties en fraude, dat zijn uitlatingen vallen binnen de aan hem toekomende vrijheid van meningsuiting en dat het verzoeker (het NIVRA, red.) en de Accountantskamer zou sieren hem te complimenteren met zijn voortreffelijk werk in plaats van zich buiten de realiteit te plaatsen."

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.