Geen misbruik van driedubbelrol
Een accountant die optreedt als executeur-testamentair mag zichzelf geen opdracht verstrekken als hij ook erfgenaam is in de boedel die hij moet afwikkelen. Wanneer hij alleen optreedt als executeur-testamentair mag hij zichzelf wel een opdracht verstrekken. Mits hij goed overlegt met de erfgenamen, de werkzaamheden duidelijk afbakent en duidelijk inzicht geeft in de werkzaamheden die hij in beide functies vervult.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 09/975
- Datum uitspraak:
- 24 mei 2011
- Oordeel:
- beroep verworpen
- Maatregel:
- schriftelijke waarschuwing
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2011:BQ7968
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
In 2006 overlijdt een ongehuwde en kinderloze oom. Hij heeft meer dan twintig erfgenamen, onder wie een registeraccountant. In zijn testament benoemt hij de accountant tot executeur-testamentair.
Volgens het testament laat de oom zijn woning na aan één van de erfgenamen. De woning had op 1 januari 2003 een WOZ-waarde van 434.000 euro.
Na overleg met de notaris geeft de accountant een taxateur de opdracht de woning te taxeren. Deze komt uit op een bedrag tussen de 400 en 500 duizend euro.
Om te voorkomen dat achteraf problemen ontstaan over de taxatie en de successierechten zegt de accountant tegen degene die het huis erft dat het verstandig is een minnelijke taxatie bij de Belastingdienst aan te vragen. Deze erfgenaam laat vervolgens weten dat hij de successierechten niet zal kunnen betalen wanneer het huis hoger wordt getaxeerd dan 4 ton.
Deze erfgenaam komt met twee taxaties van rond de 330 duizend euro en besluit de nalatenschap volledig te aanvaarden. De accountant laat na overleg met de notaris vervolgens weten dat hij het niet verantwoord vindt om van dat bedrag uit te gaan en af te zien van een minnelijke taxatie door de Belastingdienst.
Als de erfgenaam van het huis er vervolgens bij de andere erfgenamen op aandringt het ontslag van de executeur-testamentair aan te vragen, wil de accountant zijn werkzaamheden neerleggen. Als er een oplossing voor de problemen wordt gevonden, maakt de accountant zijn werk toch af.
Na de afronding van zijn werkzaamheden dient de executeur-testamentair een rekening in die veel hoger is dan de norm van 1 procent van de nalatenschap. De kosten van de executeur bedragen 17.600 euro, die van de externe deskundigen en het secretariaat bij elkaar ruim 10 duizend.
De erfgenamen dienen een klacht in wegens belangenverstrengeling bij de Raad van Tucht Amsterdam. Verder klagen zij over het gebrek aan communicatie, de bevooroordeelde houding, de veel te hoge kosten die gemaakt zijn zonder overleg met de erfgenamen en over de gebrekkige verantwoording over de werkzaamheden. De klagers vragen de Raad van Tucht de boeken van de accountant te onderzoeken.
De Raad van Tucht wijst het verzoek om een boekenonderzoek af omdat de Raad voldoende meent te weten en de klagers niet duidelijk hebben gespecificeerd waartoe dat onderzoek zou dienen.
Volgens de Raad van Tucht is het een accountant niet toegestaan werkzaamheden te verrichten voor de afwikkeling van een boedel waarbij hij zelf erfgenaam is. De accountant heeft wel op persoonlijke titel de opdracht kunnen aanvaarden op te treden als executeur-testamentair. Maar door vervolgens ook nog werkzaamheden te verrichten als accountant ten behoeve van de boedel ontstaan bedreigingen als gevolg van eigenbelang respectievelijk zelftoetsing.
Volgens de Raad van Tucht is het niet per se ontoelaatbaar dat een executeur-testamentair die van beroep accountant is zichzelf de opdracht geeft om als accountant bepaalde werkzaamheden te verrichten en deze in rekening te brengen aan de boedel. Maar dan moet de accountant de verschillende werkzaamheden duidelijk afbakenen en goed overleggen met de erfgenamen, zodat duidelijk is wat hij heeft gedaan als executeur respectievelijk accountant.
In dit opzicht is de accountant tekortgeschoten. Hij heeft eigenmachtig besloten de 1%-regeling "te laten voor wat hij was" en als accountant te declareren op basis van uren maal tarief. Ook hierdoor zijn bedreigingen ontstaan als gevolg van eigenbelang respectievelijk zelftoetsing.
Wat betreft de verstrekking van de opdracht aan de accountant is er inderdaad een gebrek aan transparantie en communicatie. Maar verder heeft de accountant gezien de "precaire situatie" goed gecommuniceerd.
De Raad van Tucht vindt dat de accountant niet te verwijten valt dat hij niet wilde meewerken aan de plannen van de erfgenaam van het huis en is blijven aandringen op een minnelijke taxatie van de Belastingdienst. Door de offensieve houding van de erfgenaam van het huis heeft de accountant verschillende externe deskundigen moeten raadplegen en daarvoor kosten moeten maken.
De Raad van Tucht legt een schriftelijke waarschuwing op. De accountant is namelijk niet eerder veroordeeld, terwijl op geen enkele wijze is gebleken dat hij zich heeft laten beïnvloeden door zijn belangen als erfgenaam. Ook bij het gebrek aan transparantie en communicatie en bij de declaratie is niet aannemelijk dat de accountant daarmee zichzelf op onheuse wijze heeft willen bevoordelen. De Raad van Tucht heeft juist de indruk dat de accountant er veel tijd in heeft gestoken om de belangen van de boedel steeds zo goed mogelijk te dienen.
De klager gaat in beroep.
Beroepsgronden
De Raad van Tucht heeft ten onrechte afgezien van een boekenonderzoek bij de accountant.
De accountant heeft zich wel degelijk laten leiden door zijn eigenbelang als erfgenaam. Nu de Raad van Tucht de klachten over de belangenverstrengeling gegrond heeft verklaard, moet hij ook concluderen dat de executeur niet onbevooroordeeld was en zijn eigenbelang een rol heeft laten spelen bij zijn werkzaamheden als accountant.
Oordeel in beroep
Het College verwerpt het beroep.
Ook in beroep heeft de klager niet aannemelijk kunnen maken dat een boekenonderzoek in dit geval noodzakelijk is om tot een oordeel te kunnen komen. Dus net als de Raad van Tucht ziet ook het College geen aanleiding om zo'n onderzoek te laten verrichten.
De Raad van Tucht heeft terecht geoordeeld dat de accountant niet goed heeft gecommuniceerd over de opdracht aan zichzelf. De Raad van Tucht ziet dit terecht los van de manier waarop de accountant heeft gecommuniceerd in de ontstane precaire situatie en de manier waarop hij zijn werkzaamheden en gemaakte kosten heeft verantwoord.
Ook het College vindt dat de accountant gezien de opstelling van de erfgenaam van het huis en het grote verschil tussen de verschillende taxaties op goede gronden heeft aangestuurd op een minnelijke taxatie. Dat hij onnodige kosten heeft gemaakt, is niet aannemelijk geworden. Op dit punt treft de accountant geen tuchtrechtelijke relevant verwijt.
Maatregel
De schriftelijke waarschuwing blijft overeind.