Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een RA schakelde in 2009 als eigenaar/bestuurder van een accountantskantoor een oproepkracht in die enkele maanden ongeveer zes uur per week werkzaamheden verrichtte. De inschrijving van de accountant is per 16 februari 2010 definitief doorgehaald.

Klacht

De oproepkracht verwijt de accountant dat hij niet ingaat op zijn verzoek hem loonstroken en een jaaropgave over 2009 te verstrekken en het achterstallig honorarium voor de laatste werkdag te betalen.

Oordeel

Voor alles wat de accountant na 16 februari 2010 heeft gedaan en nagelaten, is de klacht niet-ontvankelijk. Vanaf die datum was de accountant immers niet meer in het accountantsregister ingeschreven.

De accountant heeft zich daarvóór niet als een goed werkgever gedragen. Dit slechte functioneren kan niet los worden gezien van zijn professionele status. Het kan daarom in de ogen van derden schadelijk zijn voor de goede naam van het accountantsberoep. Daardoor heeft de accountant het beroep in diskrediet gebracht. Op dit punt is de klacht gegrond.

Maatregel

De Accountantskamer legt geen maatregel op, maar bepaalt wel dat de accountant het griffierecht van 70 euro aan de klager moet vergoeden.

Annotatie Hans Blokdijk

In deze uitspraak vermeldt de Accountantskamer voor de eerste maal dat betrokkene het door klager betaalde griffierecht moet vergoeden, omdat de klacht gegrond is verklaard. Dit in overeenstemming met artikel 23 lid 3 van de Wtra, waarin ook is bepaald dat betrokkene dit moet doen als de klacht wordt ingetrokken omdat hij daaraan geheel of gedeeltelijk tegemoet is gekomen.