Berisping na 'verduistering'
Een RA laat klanten gefactureerde bedragen overmaken naar de rekening van zijn vrouw, omdat zijn werkgever niet voldoet aan de financiële verplichtingen. Ook leent de RA geld van twee klanten. Dat is een doorhaling waard, maar hij komt eraf met een berisping.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 11/26 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 16 mei 2011
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0168
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een RA gaat in mei 2009 via een detacheringsbureau als openbare accountant aan de slag bij een bv. Hij houdt zijn eigen praktijk nog even aan.
Eind 2009 brengt hij zijn praktijk en klantenbestand in bij de bv. De accountant registreert de gewerkte uren, zodat de bv facturen kan sturen. De samenwerking wordt vastgelegd in een managementovereenkomst. Die geeft de accountant vanaf 1 januari 2010 recht op een honorarium van € 10.000 per maand excl. btw.
Omdat de bv niet voldoet aan de financiële verplichtingen van de managementovereenkomst laat de accountant enkele cliënten gefactureerde bedragen overmaken op zijn eigen bankrekening. De accountant en de directeur van de bv spreken de zaak uit en beloven beterschap.
Maar daarvan komt niets terecht. De accountant laat geld overmaken naar de rekening van zijn vrouw en verrekent deze facturen met bedragen die cliënten hem hebben geleend. De directeur ontbindt de managementovereenkomst en doet aangifte van verduistering bij de politie.
Klacht
De directeur klaagt over de handelwijze van de accountant.
Oordeel
De klacht is gegrond. De accountant betwist niet dat hij cliënten meermaals facturen van de BV heeft laten betalen op de bankrekening van het bedrijf van zijn echtgenote.
De Accountantskamer vindt dat "uiterst laakbaar en wellicht zelfs strafbaar". Het gedrag is in strijd met de beginselen van integriteit en professioneel gedrag. Bovendien schaadt de accountant hiermee de goede naam van het accountantsberoep.
Maatregel
De ernstige schendingen van de beginselen rechtvaardigen op zichzelf een doorhaling. De Accountantskamer houdt er echter rekening mee dat de accountant in financiële problemen raakte doordat de bv de verschuldigde honoraria niet tijdig en niet volledig betaalde. Ook laat de Accountantskamer meewegen dat de accountant geen tuchtrechtelijke antecedenten heeft. Daarom volstaat een berisping.
Annotatie Hans Blokdijk
Dat niet is beoordeeld dat de accountant geld van cliënten had geleend, kan verbazing wekken, maar klaagster heeft uitdrukkelijk gesteld dit niet tot de klacht te rekenen. Vóór de invoering van de Wtra breidde een Raad van Tucht een klacht wel eens ambtshalve uit, maar dat moest expliciet geschieden, en op een zodanig tijdstip dat de accountant zich behoorlijk kon verweren (JT 2005-61); anders trad de Raad van Tucht buiten het geschil (JT 2006-55).