Klacht over belangenverstrengeling te laat
De klacht over belangenverstrengeling bij een accountant die het bedrijfspand van zijn cliënt wil huren resp. huurt, is ruim na het verstrijken van de driejarige klachttermijn ingediend en dus niet-ontvankelijk. Dat de accountant na kritiek besloot de relatie direct stop te zetten, is te billijken.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 10/846 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 28 februari 2011
- Oordeel:
- deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- bevestigd, CBb, 27 november 2012, AWB 11/288
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0145, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant verricht sinds 1997 werkzaamheden voor een ondernemer en zijn gezin. De ondernemer heeft een pand dat hij verhuurde aan zijn eigen ondernemingen. In 2004 wil hij het pand bij wijze van pensioenvoorziening geheel verhuren aan derden. De accountant raadt hem om fiscale redenen af het pand te verhuren aan zijn kinderen en adviseert zich te laten bijstaan door een bedrijfsmakelaar en taxateur.
De registeraccountant wil het pand wel huren en komt op grond van verschillende taxaties met een voorstel. In dat voorstel verdisconteert hij het fiscale voordeel dat hij verwacht.
Uiteindelijk komt de verhuurder met de Belastingdienst een hogere taxatie- c.q. huurwaarde overeen. Die komt erop neer dat de accountant te weinig heeft betaald.
Inmiddels is de verhuurder overgestapt naar een ander accountantskantoor om de zakelijke verhoudingen zuiver te houden. De betrokken accountant zal nog wel de fiscale afwikkeling van het huurcontract verzorgen. Na verloop van tijd stopt de accountant hier echter plotseling mee.
Klacht
De verhuurder verwijt de accountant belangenverstrengeling, waarbij hij zijn privébelangen heeft laten prevaleren boven de belangen van de verhuurder.
Het advies over het fiscale voordeel was onjuist.
De accountant heeft de relatie eenzijdig beëindigd en geen aanbod of poging meer gedaan om de fiscale schade te beperken.
Oordeel
De huurovereenkomst met de accountant is in maart 2005 gesloten. De verhuurder heeft zijn klacht pas in mei 2010 ingediend. Er zijn dus meer dan drie jaar verstreken en daarom is de klacht over belangenverstrengeling niet ontvankelijk.
De klacht over het fiscale voordeel is ongegrond. De verhuurder heeft namelijk niet duidelijk gemaakt waarom hij met de Belastingdienst een hoger bedrag overeen is gekomen en waarom het bedrag dat de accountant als uitgangspunt nam dus niet deugt.
De klacht over de plotselinge beëindiging van de accountantsrelatie is ook ongegrond. Omdat de verhuurder de accountant per brief verantwoordelijk stelde voor de fiscale gevolgen van de hogere waardering van het bedrijfspand en de accountant het gevoel had dat hij het voor de verhuurder op dit punt toch nooit goed kon doen, heeft de Accountantskamer begrip voor de plotselinge beëindiging van de accountantsrelatie. Daarbij vindt de Accountantskamer het van belang dat de verhuurder niet duidelijk heeft gemaakt dat hij hierdoor op een of andere manier nadeel heeft ondervonden.
Maatregel
Geen.