Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een AA verzorgt tot en met het belastingjaar 2005 de aangifte voor een ondernemer en diens fiscale partner. De ondernemer en zijn partner gaan uit elkaar en het huis wordt verkocht aan een derde. Een paar dagen voor de leveringsdatum ontstaat onduidelijkheid over de economische eigendom van het pand. Een kantoorgenoot van de accountant bericht de notaris dat de ondernemer sinds 1 juli 1998 de eigenaar is. De advocaten van het scheidende echtpaar vragen de accountant een vermogensopstelling te maken. Daaruit blijkt volgens de accountant dat de woning en de depositorekening behoren tot het privévermogen van de ondernemer. De woning is namelijk betaald uit de opbrengsten van de verkoop van het café dat de ondernemer samen met zijn vader dreef. In februari 2007 geeft de accountant desgevraagd een toelichting op de eigendomssituatie.

In maart verstuurt de accountant aan de vrouw de concept-aangifte IB 2005, met de toevoeging dat hij de aangifte voor de jaren daarna niet meer zal verzorgen.

In de echtscheidingsprocedure eist de ondernemer vergeefs geld uit de huwelijksgoederengemeenschap. De rechtbank en het gerechtshof zijn het niet eens met de ondernemer die zich baseert op de vermogensopstelling van de accountant.

Klacht

De fiscale partner vindt dat de accountant onjuiste informatie heeft verstrekt en de echtscheidingsprocedure (daardoor) heeft gecompliceerd, ‘met alle kosten vandien'. Bovendien heeft de accountant zich partijdig, niet-onafhankelijk en niet-integer opgesteld door in 2007 wel de cliëntrelatie met haar stop te zetten, maar niet die met haar ex.

Oordeel

De klacht is niet-ontvankelijk. De accountant heeft de informatie verstrekt in februari 2007 en eerder. De vrouw heeft pas in augustus 2010 een klacht ingediend en daarmee de indieningstermijn van drie jaar overschreden. Dat de rechtbank en het gerechtshof pas in 2008 respectievelijk 2010 hebben vastgesteld dat de informatie van de accountant onjuist was, maakt daarvoor volgens de Accountantskamer niet uit.