Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In 2004 is de accountantspraktijk van een AA voor de eerste maal getoetst. De Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA's oordeelt negatief over het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de betrokken AA. Deze krijgt twee jaar de tijd om zijn kwaliteitsbeheersing op orde te krijgen. Verder wordt de AA erop gewezen dat hij alsnog moet voldoen aan zijn PE-verplichting.

In 2009 blijkt bij de hertoetsing dat de AA geen waarnemingsovereenkomst heeft en dat deze al twee jaar niet heeft voldaan aan zijn PE-verplichting. Omdat de overige zaken op orde zijn en de AA belooft alsnog aan zijn PE-verplichting te gaan voldoen krijgt deze van de toetsers een ‘voldoende'. De AA geeft later aan dat hij een mondelinge waarnemingsovereenkomst heeft met een collega. Die overeenkomst legt hij pas enkele maanden later vast.

De Raad van Toezicht is het niet eens met het milde oordeel van de toetsers omdat de AA op wezenlijke onderdelen geen significante verbeteringen heeft aangebracht en de interne kwaliteitsbeheersing niet voldoet aan de normen.

Klacht

De NOvAA dient een klacht in omdat de AA niet heeft voldaan aan de PE-verplichting en omdat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing te kort schiet vanwege het ontbreken van de waarnemingsovereenkomst.

Oordeel

De AA voert ter verdediging aan dat hij druk bezig was met de verkoop van zijn kantoor en dat hij van plan is in het lopend jaar alsnog veertig PE-punten te gaan halen. Maar de Accountantskamer is niet te vermurwen: omdat hij twee jaar niet aan zijn verplichtingen voldaan is dit deel van de klacht gegrond.

Ook de klacht over de waarnemingsovereenkomst is gegrond.

Maatregel

De Accountantskamer rekent de AA de laatstgenoemde tekortkoming niet te zwaar aan omdat hij wel mondelinge afspraken had over zijn waarneming en de medewerkers van zijn kantoor op de hoogte waren van deze afspraken.

Het niet voldoen aan de PE-verplichting sanctioneert de Accountantskamer zoals ‘gebruikelijk' met een berisping en een geldboete. Omdat de AA twee jaar lang geen PE heeft gevolgd vindt de Accountantskamer een boete van vierduizend euro passend en geboden. Aan de ene kant omdat de accountant door zijn nalatigheid economisch voordeel heeft behaald ten opzichte van zijn collega-accountants. Aan de andere kant weegt mee dat de AA voornemens is vanaf september 2009 PE-punten te gaan behalen.

Annotatie Hans Blokdijk

De boete wegens het niet behalen van ook maar een enkel PE-punt is tweemaal zo hoog als in eerdere uitspraken, maar had nu betrekking op twee jaren. Kennelijk is het ‘tarief' tweeduizend euro per jaar. Zoals gebruikelijk is de boete gemotiveerd met het economisch voordeel ten opzichte van collega-accountants, en dat heeft een samenhang met de tijdsduur. De hoogte van de boete is dus logisch.