Geen aanwijzingen voor deconfiture
Er is niet aannemelijk geworden dat een accountant een faillissement had kunnen zien aankomen en daarover heeft gezwegen.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 10/1468 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 17 januari 2011
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0135
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant is één van de twee directeuren-grootaandeelhouders van een participatiemaatschappij. De maatschappij heeft een meerderheidsbelang in een bouwbedrijf, dat na enige tijd falliet gaat. Vóór het faillissement verkoopt de participatiemaatschappij het bedrijfspand om dit vervolgens te huren.
Klacht
De accountant zou een te rooskleurige voorstelling van zaken hebben gegeven of laten geven over de financiële situatie van het bouwbedrijf en de deelneming, ten nadele van de klagers. (Die klagers zijn vermoedelijk de nieuwe eigenaren c.q. verhuurders van het bedrijfspand).
Oordeel
De klacht is volledig ongegrond. Voor de Accountantskamer staat vast dat de klagers wel degelijk informatie hebben ontvangen, maar destijds niet aan de bel hebben getrokken. Ook de geboden kans om de verstrekte informatie nader te bestuderen en daarover nadere vragen te stellen, hebben de klagers gemist.
De belastende verklaring van de financieel directeur van het bouwbedrijf, waarop de klagers zich beroepen, vindt de Accountantskamer vaag en niet geloofwaardig. Onder meer omdat zij een eigen belang had bij die verklaring.
Al met al is niet aannemelijk geworden dat de accountant verantwoordelijk was voor de informatieverstrekking aan de koper c.q. verhuurder van het pand.
Evenmin is aannemelijk geworden dat de accountant destijds al aanwijzingen had voor de deconfiture van het bouwbedrijf en die informatie heeft verzwegen dan wel laten verzwijgen.
Maatregel
Geen.