Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een AA rekent uit wat de goodwill van een vennootschap onder firma waard is. De accountant schrijft in een conceptbrief aan zijn opdrachtgevers onder meer dat de resultaten van de firma in de onderzochte jaren gunstig zijn beïnvloed door factoren die zich wellicht niet nogmaals zullen voordoen. De accountant wil daarom overleggen over het ‘normaliseren' van enkele posten.

Bij het overleg is een van de vennoten van de firma afwezig. Na het overleg stuurt de accountant een tweede concept naar de vennoten. Daarin plaatst de accountant vraagtekens bij de goodwillberekening op grond van het verleden en wijst hij erop dat één van de betrokken adviseurs ermee kan instemmen dat ook de prognosecijfers over 2008 en 2009 worden meegenomen.

Als de accountant dat vervolgens doet, klaagt de bij het overleg afwezige vennoot over de handelwijze van de accountant. De Raad van Tucht legt de accountant een schriftelijke waarschuwing op, onder meer omdat hij een nieuwe schriftelijke opdrachtbevestiging had moeten voorleggen aan de twee vennoten van de firma.

Beroepsgronden

De Raad van Tucht:

• meldt ten onrechte dat bij het overleg over de goodwillberekening ook de klager aanwezig was;
• zegt ten onrechte de accountant de twee vennoten een nieuwe schriftelijke opdrachtbevestiging had moeten voorleggen;
• heeft ten onrechte geen uitspraak gedaan over het kosten/baten-aspect in deze zaak.

Oordeel in beroep

Het beroep is gegrond.

Aangezien de klager niet heeft weersproken dat hij afwezig was bij het overleg krijgt de accountant op dit punt gelijk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vindt dat het de zorgvuldigheid en transparantie had gediend wanneer de accountant de uitkomst van het overleg kort na afloop schriftelijk had teruggekoppeld met zijn opdrachtgevers. Maar omdat de brief naar aanleiding van dit overleg niet meer was dan een conceptrapportage, waarop de opdrachtgevers nog konden reageren, vindt het college dat de accountant de Verordening Gedragscode niet heeft overtreden.

Het college verklaart het beroep gegrond, doet geen uitspraak meer over de rest van de beroepsgronden en verklaart de klacht alsnog ongegrond.

Maatregel

Geen.

Annotatie Hans Blokdijk

Bij dit onderzoek naar een (per definitie toekomstgerichte) goodwillberekening heeft de accountant vastgesteld dat daarin gunstige omstandigheden in het verleden waren meegenomen waarvan betwijfeld kon worden dat dergelijke omstandigheden zich ook in de nabije toekomst zouden voordoen. De accountant heeft overleg gepleegd met de adviseurs van de opdrachtgevers, doch daarvan kennelijk geen verslag aan de adviseurs toegezonden. Maar hoor en wederhoor behoefde niet toegepast te worden, want dat dient ter vaststelling van feiten, terwijl het overleg ging over de te trekken conclusies. Die werden wel verwerkt in een conceptrapport waarop de opdrachtgevers nog konden reageren.

Kennelijk omdat het conceptrapport nog niet buiten de kring van de opdrachtgevers en de adviseurs bekend was geworden, achtte het College van Beroep voor het bedrijfsleven de gevolgde gedragslijn niet verwijtbaar.