Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een AA verzorgt voor een onderneming de loonadministratie en de administratie die zou moeten leiden tot het samenstellen van de jaarrekening. Als de ondernemer een navordering krijgt van de Belastingdienst klaagt hij over de uitvoering van het werk. Ook vindt hij dat hij door het optreden van de accountant onvolledige stukken heeft gekregen. De ondernemer dient een klacht in bij de Raad van Tucht, die de klacht geheel ongegrond verklaart. De ondernemer gaat in beroep.

Als de zaak voor de rechter komt, dringt deze met succes aan op een schikking. Daarbij zegt de ondernemer toe het hoger beroep in te trekken. Later laat de ondernemer zijn gemachtigde echter meedelen dat hij toch in beroep gaat.

De accountant dient een verweerschrift in, maar de ondernemer komt ondanks herhaalde verzoeken niet met nadere stukken. Begin 2011 houdt het College zitting waarbij de ondernemer noch een vertegenwoordiger aanwezig is. Na de zitting vraagt de ondernemer het College vruchteloos de zaak te heropenen.

Beroepsgronden

Het is niet helemaal duidelijk of de ondernemer nu wel of niet in beroep is gegaan. Het College gaat er vanuit dat de ondernemer vindt dat de Raad van Tucht het negatieve oordeel over zijn klacht onvoldoende heeft gemotiveerd.

Oordeel in beroep

Het beroep wordt verworpen.

Volgens het College heeft de ondernemer de klacht onvoldoende onderbouwd en zijn bezwaren te algemeen geformuleerd, terwijl de accountant de verwijten uitgebreid en gemotiveerd heeft weersproken. Daarom vindt het College dat de ondernemer de klachten onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt en de Raad van Tucht de klacht terecht ongegrond heeft verklaard.

Maatregel

Geen.