Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee cliënten van een AA klagen erover dat hij c.q. zijn kantoorgenoot geen waarheidsgetrouw beeld hebben gegeven van wat de onderneming die de twee wilden kopen waard was. De cliënten menen dat de accountant hen zodanige informatie had moeten verstrekken dat zij op hoofdlijnen een juiste voorstelling van zaken zouden hebben gekregen inzake de cijfers van deze onderneming. Aanvankelijk klagen ze bij het kantoor. De manier waarop de kantoorgenoot van de accountant een brief beantwoordt, schiet in het verkeerde keelgat.

De Raad van Tucht Amsterdam verklaart de klacht van de cliënten ongegrond. Daarop gaan beiden in beroep.

Beroepsgronden

De appellerende klagers herhalen hun klachten en voegen eraan toe dat de accountant ten onrechte geen collegiaal overleg heeft gevoerd met zijn voorganger.

De accountant vindt dat de Raad van Tucht de klacht niet-ontvankelijk had moeten verklaren omdat deze te laat was ingediend.

Oordeel in beroep

Het beroep wordt verworpen.

Volgens het College is de klachttermijn van de Gedrags- en Beroepsregels Accountants-Administratieconsulenten niet overschreden en de klacht terecht ontvankelijk verklaard. De klacht is op 5 maart 2008 ingediend en betreft gedragingen uit de periode februari tot en met mei 2005. Volgens vaste jurisprudentie van het College (zie bijvoorbeeld LJN BQ0801) worden klachten, die na het verstrijken van de bewaartermijn van zeven jaar worden ingediend, in beginsel niet in behandeling genomen. De klacht is dus tijdig ingediend en terecht in behandeling genomen.

De klacht over het nalaten van collegiaal overleg heeft de Raad van Tucht terecht niet behandeld, omdat deze pas tijdens de zitting werd opgediend. Het College vindt de klacht te laat en te onduidelijk. Daardoor heeft de Raad van Tucht de klacht met het oog op het verdedigingsbeginsel terecht buiten beschouwing gelaten.

Ook de klachten over de gebrekkige informatieverstrekking heeft de Raad van Tucht terecht ongegrond verklaard. De kantoorgenoot van de accountant heeft financiële gegevens naar de klagers verstuurd en de klagers hebben niet aannemelijk gemaakt dat hij meer had moeten versturen dan hij heeft gedaan.

Ook de klacht over het antwoord op hun brief is terecht ongegrond verklaard. De aangeklaagde accountant was niet betrokken bij de transactie waarover de brief gaat.

Maatregel

Geen.