Tuchtrecht

Toch niet onderuit bij prognose

Het oordeel van twee RA's over de omzetprognoses van een bedrijf blijkt bij nader inzien voldoende gefundeerd en geen waarschuwing waard.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 09/910 en 09/911
Datum uitspraak:
11 oktober 2011
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2011:BU1257

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee RA's beoordelen voor een medische instelling desgevraagd de prognoses over de omzet van een orthopedisch instrumentmakerij. De instelling leent de instrumentmakerij vervolgens vijf ton. De medische instelling vindt dat de accountants zich in hun rapport en mededelingen ten onrechte positief hebben uitgelaten over de prognoses. Ook hebben zij verzuimd melding te maken van de eisen die de Wet Toezicht Zorginstellingen stelt aan dit soort financiële banden. De instelling dient een klacht in bij de Raad van Tucht Amsterdam.

De Raad van Tucht verklaart de klacht van de cliënten gegrond voor zover het de beoordeling van de prognoses betreft en legt de accountants een waarschuwing op.

Zowel de accountants als de instelling gaan tegen de uitspraak in beroep.

Beroepsgronden

De accountants vinden het onterecht dat een deel van de klacht gegrond is verklaard en dat zij zijn gewaarschuwd.

De instelling vindt dat de Raad van Tucht een deel van de klacht ten onrechte ongegrond heeft verklaard.

Oordeel in beroep

Het beroep van de accountants is gegrond en dat van de instelling wordt verworpen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vindt dat de accountants zich helemaal niet zo positief hebben uitgelaten. Integendeel, zij hebben verschillende kritische opmerkingen gemaakt. Over de vraag of de instelling de vijf ton nu wel of niet moest lenen, hebben zij geen conclusies getrokken. Gezien het rapport en de mededelingen die de accountants tijdens een vergadering hebben gedaan over de lening kan niet worden gezegd dat zij een positief advies hebben gegeven.

Wel vindt het college dat één van de accountants tijdens de vergadering 'onzorgvuldig' is geweest door op te merken dat een bepaalde paragraaf uit het rapport "de meest positieve formulering bij een prognose" is. Maar dat is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar, terwijl de instelling ook uit deze opmerking niet kan opmaken dat de accountants een positief advies hebben gegeven.

Het beroep van de instelling wordt verworpen. Het college vindt dat de Raad van Tucht voldoende heeft gemotiveerd waarom het rapport van de accountants in de ogen van de Raad een deugdelijke grondslag had, ook al hebben de accountants niet gewezen op de eisen die de Wet Toezicht Zorginstellingen stelt aan financiële verwevenheden van zorginstellingen.

Maatregel

Geen.

Annotatie Hans Blokdijk

Dit geval laat zien hoe in een situatie met kennelijk sterk tegengestelde belangen een iets te vlotte uitlating tijdens een vergadering al tot een uiteraard onwelkome en uiteindelijk nodeloze tuchtklacht kan leiden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het rapport van betrokkenen "zij het impliciet" mede gericht was op de eisen die bij of krachtens de Wet Toezicht Zorginstellingen waren gesteld. Het is kennelijk verstandiger om zoiets expliciet te melden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.